Natuurkundequiz
1 / 24
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wie was Alessandro Volta?
A
Uitvinder van de gloeilamp
B
Uitvinder van de batterij
C
Uitvinder van elektriciteit
D
Uitvinder van de dynamo
Slide 2 - Quizvraag
Welk voorwerp in huis maakt gebruik van warmtetransport in de vorm van stroming?
Slide 3 - Open vraag
Welke formule hoort waar?
Krachten
Bewegen
Fz = m x g
C = F : u
a = Δv : Δt
s = v x t
Slide 4 - Sleepvraag
Wanneer gebruik je de formule: Q = C · Δ T?
A
Om de soortelijke warmte uit te rekenen
B
Om te bepalen of Q wel Q is.
C
Om het verband tussen de toegevoerde warmte en temperatuurstijging te laten zien
D
Om het energieverbruik van een apparaat te meten
Slide 5 - Quizvraag
Eenparig versneld
Eenparig vertraagd
Slide 6 - Sleepvraag
Tijdens de penalty is de afstand tot het doel 11 meter. De snelheid van de bal is 90 km/h. De reactietijd van de keeper is 0,8 seconde. Welke afstand heeft de bal afgelegd in deze 0,8 seconde?
A
5,6 meter
B
7,2 meter
C
8,8 meter
D
20 meter
Slide 7 - Quizvraag
Kun je de aarde wegen? leg uit
Slide 8 - Open vraag
Een snaar maakt 480000 trillingen per minuut, kan een mens dit geluid horen?
Een snaar maakt 480000 trillingen per minuut, kan een mens dit geluid horen?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
Slide 9 - Quizvraag
In een sciencefictionfilm wordt een vijandelijk ruimteschip op weg van Mars naar Venus opgeblazen. De explosie gaat gepaard met een geweldige lichtflits en een oorverdovende knal.
Waarom heeft de filmregisseur vroeger bij de natuurkundeles zitten slapen?
A
We hebben nog geen ruimteschip dat zover kan reizen
B
In de ruimte kan er niets exploderen
C
In de ruimte is er geen tussenstof voor het geluid
D
Hij vond het een stom vak
Slide 10 - Quizvraag
Wat heeft GEEN invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De dikte van de snaar
B
Hoe hard je de snaar aanslaat
C
De lengte van de snaar
D
De spanning van de snaar
Slide 11 - Quizvraag
12. a Waarom wordt zuurstof wel een element genoemd en water niet?
Slide 12 - Open vraag
P = U * I
Schrijf de formule om naar I =
Schrijf de formule om naar I =
Slide 13 - Open vraag
46,3 dL
A
4,63 L
B
0,463 L
C
463 L
D
4630 L
Slide 14 - Quizvraag
83,4 x 10² kN
is ....... N
is ....... N
A
8340 N
B
83400 N
C
83,4 x 10³ N
D
8,34 x 10^6 N
Slide 15 - Quizvraag
Hoe noemt men dit diagram?
A
v,t-diagram
B
t,v-diagram
C
m/s/t-diagram
Slide 16 - Quizvraag
de beweging in het diagram is een ...
A
éénparig versnelde beweging
B
éénparige beweging
C
éénparig vertraagde beweging
Slide 17 - Quizvraag
4 kilometer is gelijk aan:
A
40 meter
B
4.000 meter
C
400 meter
D
40.000 meter
Slide 18 - Quizvraag
3,7 m² = ... dm²
A
370
B
37
C
0,37
D
3700
Slide 19 - Quizvraag
Een kubieke decimeter is evenveel als...
A
10 liter
B
1 liter
C
100 liter
D
0,1 liter
Slide 20 - Quizvraag
Als een geluid erg hard klinkt heeft de trilling van dat geluid een grote ...
A
Frequentie
B
Golflengte
C
Amplitude
D
Snelheid
Slide 21 - Quizvraag
Welke factor heeft GEEN invloed op de remweg van een auto?
A
Massa van het voertuig
B
Remkracht van de remmen
C
De snelheid voor het remmen
D
De reactietijd van de bestuurder
Slide 22 - Quizvraag
100 graden Celsius is ... Kelvin
A
-173
B
-373
C
373
D
173
Slide 23 - Quizvraag
Als de snelheid van een voertuig geleidelijk toeneemt noemen we dat een ...
A
eenparige beweging
B
eenparig versnelde beweging
C
eenparig vertraagde beweging
D
aanvoerende beweging
