- Ik kan uitleggen hoe ik me vandaag voel.- Ik herhaal woordenschat over de tandarts en kan een gesprekje voeren hierover.
- Ik deel wat ik weet over gezond zijn.
- Ik leer woorden die te maken hebben met gezond zijn.
- Ik kan uitleggen waarom iets gezond of ongezond is.
- Ik leer werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd.