Week 2 leesbevordering en leesontwikkeling

Lesweek 2
Leesbevordering deel 1

Taalontwikkeling en voorleesmateriaal
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesweek 2
Leesbevordering deel 1

Taalontwikkeling en voorleesmateriaal

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht samenvatting leesontwikkeling
In groepjes van drie studenten ga je aan de slag met:
2 doelgroepen
Kies 1 doelgroep van je stage en een doelgroep naar keuze. 
( baby, peuter, kleuter, basisschool (4-8) of (9-12).

Welke gemiddelde leesontwikkeling hebben deze kinderen?
Breng dit in kaart d.m.v een samenvatting, mindmap of andere manier. 
( ook  nodig voor je examen)

Slide 2 - Tekstslide

Wie heeft de lesopdracht lesweek 1 af
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De leesontwikkeling in vier fasen (Vervaet)

In 4 stappen: 
  1. Hakken
  2. Hakken en gissen
  3. Hakken en plakken 
  4. Onmiddellijk lezen. 
Over het algemeen maken kinderen de eerste twee stappen door in groepen 1 en 2 (kleuterfase) en de laatste twee stappen vanaf groep 3 (de fase van het jonge schoolkind).

Slide 7 - Tekstslide

Hakken
De eerste stap in de leesontwikkeling

Kleuters ontdekken dat letters een vorm hebben – “het is een soort figuurtje” – en dat het staat voor een klank. 

Ze herkennen bijvoorbeeld een paar figuurtjes uit hun eigen naam en kunnen de bijbehorende klank benoemen, zoals: 

l / a / r / s (spreek uit als: lu, ah, rrr, sss).


Hakken en gissen
De tweede stap in de leesontwikkeling 

 De kleuter kent een aantal letters en kan de bijbehorende klanken benoemen, bijvoorbeeld: b / i / g /. 

Vervolgens zegt het kind niet het woord ‘big’, maar gist het bijvoorbeeld: ‘beer’.

Slide 8 - Tekstslide

Hakken en plakken
De derde stap in de leesontwikkeling

Het jonge schoolkind (vanaf groep 3) leert nu ontdekkend lezen. 
Het leest de letters k / i / p / en plakt ze vervolgens aan elkaar tot het woord: ‘kip’.

Onmiddellijk lezen
De vierde stap in de leesontwikkeling

Het jonge schoolkind hoeft niet meer te hakken en te plakken, maar leest onmiddellijk de woorden: 
‘Lars’, ‘big’ en ‘kip’.

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel
Student verdiept zich in voorleesmateriaal en beschrijft de taalontwikkeling van kinderen.

Slide 10 - Tekstslide

Terugblik lesweek 1
Eindopdracht/ vragen of opmerkingen

Slide 11 - Woordweb

Vandaag hebben we het over taalontwikkeling en voorleesmateriaal.
Welk voorleesmateriaal ken je al? Heb je thuis of op stage?

Slide 12 - Open vraag

Theorie
De taalontwikkeling is het proces dat kinderen doorlopen bij het leren van Ă©Ă©n of meerdere talen. 

Onder invloed van taalaanbod uit de omgeving krijgt het kind steeds meer vaardigheid in verschillende aspecten van taal, waaronder woordenschat en de hantering van grammaticale en communicatieve regels.

Slide 13 - Tekstslide

Theorie
In de taalontwikkeling worden 2 aspecten onderscheiden: taalbegrip (passieve taalontwikkeling) en taalproductie (actieve taalontwikkeling)

Als het kind problemen heeft met Ă©Ă©n van deze aspecten, dan heeft dan consequenties voor de communicatiemogelijkheden die het kind heeft.

Slide 14 - Tekstslide

Fonologisch bewustzijn: 
Het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken zijn opgebouwd en dat die klanken gekoppeld kunnen worden aan geschreven letters of lettercombinaties.

Bijvoorbeeld het splitsen van woorden in lettergrepen, het verbinden van lettergrepen tot een woord en het toepassen van eindrijm.
Fonemisch bewustzijn:
 Fonemisch bewustzijn is het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken zijn opgebouwd en dat die klanken gekoppeld kunnen worden aan geschreven letters of lettercombinaties. 
Het is daarom belangrijk om kinderen  vanaf de start bewust te maken van klanken en hun kenmerken; dat effent het pad voor het leren lezen.
Theorie

Slide 15 - Tekstslide

Begrijpend luisteren: door het stellen van stimulerende denkvragen geef je het kind de opdracht om gericht te luisteren, en zo op zoek te gaan naar informatie die mondeling wordt aangeboden, bijvoorbeeld tijdens het voorlezen van een boek.
Mondelinge taalvaardigheid: bij mondelinge taalvaardigheid gaat het om drie aspecten: gesprekken kunnen voeren, luisteren, en spreken.

Begrijpend luisteren: door het stellen van stimulerende denkvragen geef je het kind de opdracht om gericht te luisteren, en zo op zoek te gaan naar informatie die mondeling wordt aangeboden, bijvoorbeeld tijdens het voorlezen van een boek.

Mondelinge taalvaardigheid: bij mondelinge taalvaardigheid gaat het om drie aspecten: 
gesprekken kunnen voeren, luisteren, en spreken.

Theorie

Slide 16 - Tekstslide

Lief dagboek...
Neem de theorie van de bron SLO door, mankeer de belangrijke punten uit de tekst. 

Welke punten kun jij koppelen aan kinderen van jou stageplek?
 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Zijn er nog vragen?
Volgende les: VVE op de kinderopvang en basisschool
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag