ONO Blok 3 Over taal 2

Welkom!
  1. Pak je spullen 
  2. Log in bij lessonup.app
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
  1. Pak je spullen 
  2. Log in bij lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik Blok 3


GRAMMATICA:
1. Werkwoorden
2. Persoonsvorm
3. Werkwoordelijk gezegde
SPELLING:
i of ie
persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud en meervoud
 

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik Blok 3


OVER TAAL:
- Stappenplan moeilijke woorden
- Grondwoorden
- Trappen van vergelijking 

 

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik Blok 3


LEZEN:
- Verkennend lezen
- Alinea's en tussenkopjes 
- Inleiding - middenstuk - slot 
- Tekstdoel 
- Zoekend lezen

 

Slide 5 - Tekstslide

FF oefenen....

Slide 6 - Tekstslide

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Je hangt de poster netjes aan de muur.

Slide 7 - Open vraag

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Vandaag moet ik voetballen.

Slide 8 - Open vraag

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Tijdens de training kan ik het best voetballen.

Slide 9 - Open vraag

Benoem de werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

In mijn vrije tijd maak ik graag met mijn vrienden muziek.

Slide 10 - Open vraag

Benoem de werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Ik zou best graag willen kunnen drummen.

Slide 11 - Open vraag

Het meervoud van boterham is:

Slide 12 - Open vraag

Het meervoud van zaterdag is:

Slide 13 - Open vraag

Leerdoelen:
  • Ik kan de betekenis van een moeilijk woord vinden door te letten op tegenstellingen.
  • Ik kan het stappenplan moeilijke woorden gebruiken.
  • Ik kan de trappen van vergelijking maken.

Slide 14 - Tekstslide

Instructie
Trappen van vergelijking:
groot - groter - grootst
lang - langer - langst
klein - kleiner - kleinst

Je maakt een rijtje door achter het grondwoord -er en -st te zetten. 
Soms moet je het woord aanpassen.

Slide 15 - Tekstslide

Trappen van vergelijking met het grondwoord: jong

Slide 16 - Open vraag

Trappen van vergelijking met het grondwoord: knap

Slide 17 - Open vraag

Trappen van vergelijking met het grondwoord: stil

Slide 18 - Open vraag

Trappen van vergelijking met het grondwoord: mooi

Slide 19 - Open vraag

Trappen van vergelijking met het grondwoord: breed

Slide 20 - Open vraag

Als je nu het PW moest maken hoe zou je dat dan doen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

MAKEN SCHRIJVEN B3
In de volgende les gaan we verder met B3 Over Taal.

Slide 22 - Tekstslide