In de tijd van steden en staten (1000-1500) kregen de steden
stadsrechten. Het voordeel was dat steden eigen beslissingen mochten maken.
De adel kreeg bepaalde voorrechten (privileges).
Onder Filips II moeten de burgers van de rijke steden in Holland meer belasting gaan betalen.
Door de centralisatiepolitiek dreigen zij bovendien hun voorrechten (privileges) kwijt te raken.