Als eerste rent daar, voor allen uit, onder begeleiding van een grote menigte [/terwijl een grote menigte hem begeleidt], Laocoön, laaiend, van de top van de burcht naar beneden en vanuit de verte <roept hij>: ‘O ongelukkige burgers, wat is dit voor een (zo) grote waanzin? Geloven jullie dat de vijanden weggevaren zijn? Of menen jullie dat ook maar enig geschenk van de Danai vrij is van listen? <Staat> Ulixes zo bekend?