Aeneis 2.40-49

Aeneis 40-49
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Aeneis 40-49

Slide 1 - Tekstslide

Als eerste rent daar, voor allen uit, onder begeleiding van een grote menigte [/terwijl een grote menigte hem begeleidt], Laocoön, laaiend, van de top van de burcht naar beneden en vanuit de verte <roept hij>: ‘O ongelukkige burgers, wat is dit voor een (zo) grote waanzin? Geloven jullie dat de vijanden weggevaren zijn? Of menen jullie dat ook maar enig geschenk van de Danai vrij is van listen? <Staat> Ulixes zo bekend?
Als eerste rent daar, voor allen uit, onder begeleiding van een grote menigte [/terwijl een grote menigte hem begeleidt], Laocoön, laaiend, van de top van de burcht naar beneden en vanuit de verte <roept hij>: ‘O ongelukkige burgers, wat is dit voor een (zo) grote waanzin? Geloven jullie dat de vijanden weggevaren zijn? Of menen jullie dat ook maar enig geschenk van de Danai vrij is van listen? <Staat> Ulixes zo bekend?

Slide 2 - Tekstslide

magna comitante caterva is een
abl abs
Welk soort ptc is comitante?
A
ppa
B
ppp
C
pfa

Slide 3 - Quizvraag

summa ab arce
In de aantekening staat dat summa dominant gebruikt is.
Letterlijk betekent dit vanaf de hoogste burcht.
Dominant vertaal je dan: vanaf het hoogste (de top) van de burcht,=.

Slide 4 - Tekstslide

Welk Latijns woord uit r. 40-41 geeft de gemoedstemming van Laocoon weer?

Slide 5 - Open vraag

Het haastige van Laocoon wordt ook onderstreept doordat er woorden worden weggelaten (clamat, est, esse, est). Hoe noemen we dit stilistisch middel ook alweer?

Slide 6 - Open vraag

Hoe noemen we de soort vragen in r. 42-44

Slide 7 - Open vraag

In r. 42-44 komen ook 2 hyperbata voor.
Sleep het woord waarmee de volgende bijv. naamwoorden congrueren
miseri
ulla
insania
cives
hostes
dona
dolis
Danaum

Slide 8 - Sleepvraag

r. 44: Waarom noemt Aeneas nu juist Ulixes (=Odysseus)?

Slide 9 - Open vraag

Ófwel verbergen zich Achaeërs ingesloten binnen dit hout 


ófwel is dit als werktuig tegen onze muren vervaardigd 

om in onze huizen te kijken en boven de stad uit te komen 

óf er zit een of andere misleiding in verborgen; vertrouw het paard niet, Trojanen. 

Slide 10 - Tekstslide

In welke vorm staat hoc ligno?
A
nom ev m
B
acc ev o
C
abl ev o
D
dat ev m

Slide 11 - Quizvraag

ligno:
Welk soort metonymia is hier gebruikt?
A
deel ipv geheel
B
geheel ipv deel
C
materiaal ipv voorwerp
D
concreet ipv abstract

Slide 12 - Quizvraag

hoc ligno
Dit metonymia klinkt denigrerend: ‘dat stuk hout’.

Slide 13 - Tekstslide

Welk soort ptc is inclusi?
A
ppa
B
ppp
C
pfa

Slide 14 - Quizvraag

Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
occultantur
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj

Slide 15 - Sleepvraag

Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
fabricata est 
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj

Slide 16 - Sleepvraag

in nostros ... muros
Hoe noemen we dit stilistisch middel

Slide 17 - Open vraag

Citeer het tekstelement uit r. 48 waarin dit stilistisch middel ook is gebruikt.

Slide 18 - Open vraag