ot blok 2 samenstelling/afleiding (3-6 rvl)

Over taal blok 2
woordvorming
samenstelling/afleiding
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Over taal blok 2
woordvorming
samenstelling/afleiding

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les: 
- Weet je het verschil tussen een samenstelling en een afleiding.
- Weet je wat een achter- en voorvoegsel is.
- heb je geoefend om de verschillen te ontdekken. 

Slide 2 - Tekstslide

Groente die je door de soep kunt doen:
A
groentensoep
B
soepgroenten

Slide 3 - Quizvraag

Water dat uit de kraan komt:
A
kraanwater
B
waterkraan

Slide 4 - Quizvraag

Waar speel je een spelletje op?
A
spelcomputer
B
computerspel

Slide 5 - Quizvraag

Een tegel die op de vloer ligt:
A
tegelvloer
B
vloertegel

Slide 6 - Quizvraag

Wat valt je op bij de betekenis?
Spelcomputer - computerspel
Groentesoep - soepgroenten
kraanwater - waterkraan
tegelvloer - vloertegel

Slide 7 - Tekstslide

Het laatste woord van de samenstelling is het woord dat de betekenis aangeeft.


eettafel
salontafel
bijzettafel
zijn allemaal soorten tafels

Slide 8 - Tekstslide

achter- en voorvoegsels
Achter-en voorvoegsels noemen we ook wel een afleiding. 
De delen van een afleiding kunnen niet allemaal zelfstandig voorkomen. Bijvoorbeeld: dromerig en dagelijks of herindelen. Ze veranderen het kernwoord.
Van een samenstelling kunnen alle delen ook zelfstandig voorkomen. Bijvoorbeeld: droomreis en dagdroom. 

Slide 9 - Tekstslide

Voorvoegsel

Er zijn woorden met een stukje ervóór, 
dat is een voorvoegsel.

Dus:
onaardig betekent niet aardig
Bijvoorbeeld: het stukje on- betekent niet.

Slide 10 - Tekstslide

Veelvoorkomende voorvoegsels
Voorbeeld

a-: niet

anti-: tegen

non-: niet

mis-: verkeerd, fout

wan-: slecht, verkeerd

her-: weer, opnieuw

ex-: niet meer

mini-: heel klein

inter-: tussen 2 of meer gebieden

asociaal

antipthie

non-actief

misdragen

wantoestand

herinrichten

ex-man

minibus

interland 

Slide 11 - Tekstslide

Achtervoegsels
Door het achtervoegsel kan de betekenis van het woord veranderen. Het achtervoegsel is meestal geen echt woord, maar geeft het kernwoord een andere betekenis.

liefde - liefdevol
eten - eetbaar

Slide 12 - Tekstslide

Achtervoegsels
Veelvoorkomende achtervoegsels:
-aard, -isch, -ing, -ig, -sel, -loos, -vol, -lijk, -aar, -lijk, -heid, -teit, -baar, -atie.

Weet jij een voorbeeld?

Slide 13 - Tekstslide

Betekenis achtervoegsels
-loos: waardeloos = zonder waarde
-vol: smaakvol = met veel smaak
-vol: waardevol = met veel waarde
-lijks: wekelijks = elke week

Wat betekenen deze achtervoegsels? Loos = zonder, vaak moet je betekenis uit de context halen (de hele zin).

Slide 14 - Tekstslide



-(i)teit biodiversiteit

-kundig vakkundig

-(e)lijk wetenschappelijk

-rijk waterrijk

-vaardig slagvaardig

-wekkend angstwekkend



-achtig kinderachtig

-baar onoplosbaar

-eus nerveus, matineus

-heid werkloosheid

-ief subjectief

-ig gelukkig

-isme socialisme



Veelvoorkomende achtervoegsels

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden 
blijheid
duidelijk
afdeling
aardig
aansteker
eigenaar
aaibaar
fantastisch

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk

Maak opdracht 3 tm 6
blz 86 / 87

Slide 17 - Tekstslide