H5 Taalverzorging - verkleinwoorden en afkortingen

startopdracht NL klas 3 in stilte
Je legt jouw spullen op de hoek van de tafel.
Je doet je schrift open, pakt een pen en schrijft het meervoud op van de volgende woorden. 



Ben je klaar? Dan ga je lezen in stilte
museum
pony
boef
liefde
vaas
politicus
krokus
pakket
centrum
gebed
timer
8:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

startopdracht NL klas 3 in stilte
Je legt jouw spullen op de hoek van de tafel.
Je doet je schrift open, pakt een pen en schrijft het meervoud op van de volgende woorden. 



Ben je klaar? Dan ga je lezen in stilte
museum
pony
boef
liefde
vaas
politicus
krokus
pakket
centrum
gebed
timer
8:00

Slide 1 - Tekstslide

Afko's
Wat betekenen de afkortingen in dit WhatsApp gesprek?

Wat voor afkortingen gebruik je zelf nog meer?
Maak een lijst van 10 afkortingen.

Slide 2 - Tekstslide

Programma vandaag
- lesdoel van vandaag
- Huiswerk nakijken
- Wisbordvragen (voorkennis)
- Doornemen kennisoverzicht (vooral afko's)
- Zelfstandig werken
- Lezen in het leesboek (10 minuten)
- Beterspellen.nl

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk vorige les controle
Iedereen legt zijn schrift en boek (blz. 110 - 111) open op tafel. 
Heb je het huiswerk niet gemaakt? Jammer, doe dit dan nu zelf in stilte. De volgende keer staat het in je schrift.

Heb je het wel gemaakt? Fantastisch!
Zet een krul of verbeter het antwoord. 
We werken NIET met vingers! De docent noemt namen.

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het eind van deze les kan verkleinwoorden en afkortingen goed spellen.
Je weet wat de regels zijn en kunt deze toepassen als je ze wilt schrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Noteer het verkleinwoord van:
album

Slide 6 - Open vraag

Noteer het verkleinwoord van:
kassabon

Slide 7 - Open vraag

Noteer het verkleinwoord van:
volumeknop

Slide 8 - Open vraag

Noteer het verkleinwoord van:
berghelling

Slide 9 - Open vraag

Noteer het verkleinwoord van:
stekker

Slide 10 - Open vraag

Kort op de juiste manier af:
in plaats van

Slide 11 - Open vraag

Kort op de juiste manier af:
per persoon

Slide 12 - Open vraag

Kort op de juiste manier af:
niet van toepassing

Slide 13 - Open vraag

Kort op de juiste manier af:
televisie

Slide 14 - Open vraag

Verkleinwoorden en afkortingen
Afkortingen schrijf je op verschillende manieren: met hoofdletters en met kleine letters, met of zonder punten.

Zo schrijf je afkortingen:
- Afkortingen van namen van bedrijven, organisaties en landen schrijf je met hoofdletters: BMW, VVD, GB, PSV, RTL, VN

- Afkortingen waarvan je de woorden altijd volledig uitspreekt, schrijf je met punten: a.u.b., bijv. 
- De meeste andere afkortingen schrijf je met kleine letters, zonder punten: vmbo, bh, cv, ov, pin, sms.

Slide 15 - Tekstslide

Verkleinwoorden en afkortingen
Verkleinwoorden: van zelfstandige naamwoorden kan je verkleinwoorden maken, door er -je, -kje, -pje, -tje, of -etje erachter te zetten: hand  - handje; woning - woninkje; pluim - pluimpje; broer - broertje; ring - ringetje.

Let op bij woorden die op één lange klinker eindigen: pyama - pyamaatje; café - cafeetje, auto - autootje; paraplu - parapluutje; tosti - tostietje; 

Korte klanken worden in het verkleinwoord soms lang: blad - blaadje.

Slide 16 - Tekstslide

Ik kan nu verkleinwoorden en afkortingen goed spellen
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Zelfst. werken
Open je boek op blz. 134-135
Maak opdracht 1 t/m 5
Deze les werken wij alleen in stilte. Als je naast iemand zit, dan mag je op fluistertoon werken. 
Vraag? = vinger opsteken

Slide 18 - Tekstslide