Rekenen met procenten 2

REKENEN MET PROCENTEN
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2-4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

REKENEN MET PROCENTEN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wekom


vorige les 
rekenen  met procenten 
Leerdoelen dit uur
inloggen op de digitale methode
opdrachten maken en instructie
check

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is arbeidsproductiviteit?
A
Productie - Afzet
B
Productie : Werknemers
C
Productie : Periode

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In bedrijf x worden per maand 100.000 stoelen gemaakt. Dit wordt gedaan door 10 werknemers. Wat is de arbeidsproductiviteit per week?
A
10.000
B
2.500
C
2.307
D
2.488

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van vorige les

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kan een percentage van een getal uitrekenen.
  • Je kan een gedeelte van een totaal in procenten uitrekenen.
  • Je kan een verschil in procenten uitrekenen.
  • je kunt inloggen op de digitale methode

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ver ben jij met het huiswerk?
16

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Met procenten een getal berekenen



Getal = totaal / 100 X percentage

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Getal = totaal / 100 X percentage

Kyra heeft een beddenwinkel. In totaal heeft ze 150 matrassen. 20 % van deze matrassen liggen in een loods.
Hoeveel matrassen liggen er in de loods van Kyra?

150 / 100 X 20 = 30 matrassen in de loods

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In 2020 zijn er in Nederland 1,8 miljoen bedrijven. Tijdens de economische crisis die door corona is ontstaan, gaat 15% daarvan failliet.
Wat is de juiste berekening?
A
(18000000/100)*15
B
(1800000/100)*15
C
(1,8/15) x 100=
D
18000000 x 15

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kan een verschil in procenten uitrekenen

Als je een procentuele stijging of daling
wilt berekenen gebruik je de formule: 
 

(N - O) : O X 100% =

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In januari 2019 waren er 321.000 mensen werkloos. In januari 2020 waren er 310.000 mensen werkloos. Hoeveel procent is de werkloosheid afgenomen?
A
3,5%
B
3,4%
C
210%
D
2,7%

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op een schoollocatie in Elst werken 70 vrouwen. Dat is 40% van het personeel.
Hoeveel mensen werken er op deze locatie?
A
86
B
28
C
168
D
175

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan het werk
timer
15:00
Opdracht: 
Je maakt het stencil"rekenen met procenten af"
je maakt op de digitale methode de samenvattingen.af
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 14 - Tekstslide

Sponsopdracht: 1b en c
Opdrachten bespreken.
vergelijk de opdrachten 1 tot en met 6 met elkaar

Kijk goed of je er ook een breking ziet.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check
bedenk een vraag die je echt moeilijk is 
bedenk er ook 4 meerkeuze antwoorden bij

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de klas zitten 25 leerlingen 13 ervan zijn jongens
Hoeveel %is dat van het geheel
A
52
B
13
C
48
D
25

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt
stoelen aanschuiven

tot de volgende keer.
PS het huiswerk zet ik in SOM

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies