p3 - lesweek 3 - les2

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Die Planung
die erste Unterrichtsstunde
  • Referateinteilung
  • Schokoladenseite Deutschlands
die zweite Unterrichtsstunde
  • Steigerungsformen der Adjektive
  • An die Arbeit
die dritte Unterrichtsstunde
  • Wiederholung
  • Lesen
  • An die Arbeit!

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele
  • Je kunt de overtreffende trap in het Duits maken.
  • Je kunt een informele email schrijven waarin je informatie geeft over vakantie in Nederland.
    (Nederland, verblijf, programma, omgeving, vakanties)

Slide 3 - Tekstslide

Overtreffende trap
Je kunt bijvoeglijk naamwoorden vergroten,
zoals lief - liever - het liefst.
Je kent drie niveaus van "overtreffende trap"
1. Positiv = stellende trap.
2. Komparativ = vergrotende trap.
3. Superlativ = overtreffende trap.

Slide 4 - Tekstslide

Maak de overtreffende trap 
van de volgende bijvoeglijke naamwoorden.
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Die Antworten

Slide 6 - Tekstslide

Uitzondering (1/4)
A. vergrotende trap valt een -e weg. 

Wanneer?
-1-> bijvoeglijk naamwoord op -el;
  • dunkel - dunkler - am dunkelsten
-2-> bijvoeglijk naamwoord op -er met klaken -eu- en -au- ervóór.
  • teuer - teurer - am teuersten

Slide 7 - Tekstslide

Uitzondering (2/4)
B. Overtreffende trap met -esten. Wanneer?

-1-> eindigen op een klinker (a, o, au, ...)
  • neu - neuer - am neuesten
-2-> eindigen op een -d of -t
-3-> eindigen op een sis-klank (s, ß, sch, z)
  • weiß - weißer - am weißesten
-4-> klemtoon op laatste lettergreep


Slide 8 - Tekstslide

Uitzonderingen (3/4)
C. Korte bijvoeglijk naamwoorden, die een -a-, -o- of -u- hebben, krijgen vaak in de vergrotende én overtreffende trap een umlaut (trema).
Let op: NIET allemaal.

  • lang - länger - am längsten
  • jung - jünger - am jüngsten.

Slide 9 - Tekstslide

Uitzonderingen (4/4)
D. Onregelmatige vormen (leer deze!)

  • groß - größer - am größten
  • gut - besser - am besten
  • oft - häufiger - am häufigsten
  • hoch - höher - am höchsten
(meer op blz. 98)

Slide 10 - Tekstslide

Vergleichungswörter (vergelijkingswoorden)

Slide 11 - Tekstslide

Kurz: Steigerung
regelmatig: zoals in nl (klein - kleiner - kleinst)
het kleinst = am kleinsten
Uitzonderingen
- s/t/d aan het eind = +e in Superlativ (stolz - am stolzesten)
- el --> dunkel - dunkler - am dunkelsten
- er -> teuer - teurer - am teuersten 
- a/u vaak met Umlaut bij één lettergreepwoord-> lang > länger - längst
- groß, gut, hoch, nah, viel, gern, wenig, oft (onregelmatig vormen, blz. 98 TB)

Slide 12 - Tekstslide

Übung Steigerung!
in Google Classroom
timer
4:00

Slide 13 - Tekstslide

De vergrotende en overtreffende trap als bijvoeglijk naamwoord
Je vervoegt de woorden net zoals anders, dus met uitgangen.

X vergrotende trap: -er + uitgang
Waar is de kleinere auto?
= Wo ist das kleinere Auto?

X overtreffende trap: -st + uitgang
Waar is de kleinste auto?
= Wo ist das kleinste Auto?

Slide 14 - Tekstslide

Schreibaufgabe
Die Situation

Tijdens een uitwisselingsproject van je klas met een school in het Duitse Hamburg heb je Petra Meier leren kennen. Petra had plannen om met haar broer Klaus een week naar Nederland te gaan om te gaan zeilen. Je had haar verteld dat je nog brochures en boeken over Friesland hebt, waarin staat vermeld waar je fantastisch kunt zeilen. Je hebt Petra beloofd dat je haar de brochures en boeken zult toesturen.

Slide 15 - Tekstslide

Schreibaufgabe
Wie schreibst du die nächsten Punkte auf?

Slide 16 - Tekstslide

Aufgabe

  • Begroet Petra en vraag hoe het met haar gaat. Graag stuur je haar, zoals beloofd, het informatiemateriaal over Friesland.


  • Het zijn twee boeken en drie brochures. 
Beispielsätze

  • Liebe Petra, wie geht es dir? 
    Ich schicke dir, wie versprochen, die Informationen über Friesland.


  • Im Material gibt es / findest du zwei Bücher und drei Prospekte.

Slide 17 - Tekstslide

Gibt es Fragen zu den Hausaufgaben?

Slide 18 - Tekstslide


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Slide 20 - Tekstslide

Die Planung
die erste Unterrichtsstunde
  • Referateinteilung
  • Schokoladenseite Deutschlands
die zweite Unterrichtsstunde
  • Steigerungsformen der Adjektive
  • An die Arbeit
die dritte Unterrichtsstunde
  • Wiederholung
  • Lesen
  • An die Arbeit!

Slide 21 - Tekstslide

Lernziele
  • Je kunt de overtreffende trap in het Duits maken (herhaling).
  • Je kunt een informele email schrijven waarin je informatie geeft over vakantie in Nederland.
    (Nederland, verblijf, programma, omgeving, vakanties)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Schreibaufgabe
Schreibe die E-Mail.
Fertig? Kontrolliere deine E-Mail. Ergänze die 'Brieffehler'-Tabelle.
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

An die Arbeit
Wähle eine der folgenden Aufgaben:
- Referat: du arbeitest mit deinem Partner weiter.
- Schreibaufgabe.

Stelle Fragen an deine Dozentin in Chat!
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Gibt es Fragen zu den Hausaufgaben?

Slide 26 - Tekstslide

Hausaufgaben:
Nächstes Mal:
  • Schreibaufabe (heute noch), Referat (nach den Ferien + Video)


Slide 27 - Tekstslide