Keuzedeel diergedrag

1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is gedrag?
A
Alleen een reactie op een interne prikkel
B
Alleen een reactie op een externe prikkel
C
Een reactie op een interne en externe prikkel
D
bewegen van een dier.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het doel van gedrag?
A
Het overleven van het individu
B
Het overleven van de groep
C
Het overleven van de soort.
D
alle drie

Slide 3 - Quizvraag

Wat weten jullie van Klassieke conditionering?

Slide 4 - Woordweb

Voorbeelden van klassieke conditionering

Slide 5 - Woordweb

Sleep de juiste leertheorie naar de etholoog (gedragsonderzoeker).
Ivan Pavlov
Burrhus Skinner
Edward thorndike
Klassieke conditionering
Operante conditionering
Operante conditionering

Slide 6 - Sleepvraag

Habituatie?

Slide 7 - Woordweb

Generalisatie
- Generalisatie is het proces, waarbij een dier bepaald gedrag dat hij in de ene situatie heeft geleerd, ook in een andere, vergelijkbare situatie gaat vertonen. 

Slide 8 - Tekstslide

Leren
Blijvende verandering in waarneembaar gedrag

Leren heeft meer effect in bepaalde leeftijdsfase --> succesvolle conditionering
Lastig af te leren omdat leren een hersen verandering geven die niet altijd om omkeerbaar is

Slide 9 - Tekstslide

Wat is latent leren?
A
dier wordt gevoelig gemaakt voor een prikkel
B
Dier went geleidelijk aan een prikkel.
C
Leren gebeurt ongemerkt.
D
leren door observeren en nadoen van gedrag.

Slide 10 - Quizvraag

Latent leren
- Latent= onopgemerkt

- dier leert ongemerkt van zijn omgeving. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is sensitisatie?
A
dier wordt gevoelig gemaakt voor een prikkel
B
Dier went geleidelijk aan een prikkel.
C
Leren gebeurt ongemerkt.
D
leren door observeren en nadoen van gedrag.

Slide 12 - Quizvraag

Sensitisatie
(engels) Sens= Gevoel
- gevoeliger maken van een dier voor een prikkel.
- omgekeerde van habituatie.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe heet het als een dier leert door verbanden te leggen tussen bepaalde prikkels
A
Habituatie
B
Latent Leren
C
Associatief leren
D
imitatieleren

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet het als je een dier laat wennen aan bepaalde prikkels.
A
Operante conditionering
B
Habituatiie
C
sensitisatie
D
Imitatieleren

Slide 15 - Quizvraag

Reinforcers zijn?
A
Regenwouden
B
Straffen
C
Water
D
Beloningen

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

De hond bedelt om voedsel. Als reactie hierop geeft de eigenaar het dier voedsel. Het dier leert op deze manier dat bedelen om voedsel hem succes oplevert en zal dit vaker gaan doen
A
Positieve bekrachtiger
B
Positieve straf/ correctie
C
Negatieve bekrachtiger
D
Negatieve straf/correctie

Slide 18 - Quizvraag

De hond steelt eten van tafel. Vervolgens wordt de eigenaar heel erg boos en gooit een kussen richting de hond. De hond laat in het vervolg dit gedrag niet meer zien.
A
Positieve bekrachtiger
B
Positieve straf/ correctie
C
Negatieve bekrachtiger
D
Negatieve straf/correctie

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Praktijk
We gaan een dier habitueren
1. Door gewenning
2. Door Beloning

Kies een dier en plaats een voorwerp in het verblijf en observeer.
Hoe ging dat ook alweer observeren? (ethogram)





Slide 21 - Tekstslide

Dier krijgt een koekje omdat het netjes zit
Dier loopt niet tegen schrikdraad aan om een schok te vermijden.
Positieve beloning
Negatieve beloning

Slide 22 - Sleepvraag

ambivalent gedrag
oversprong-
gedrag
Omgericht gedrag
Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
Je hebt net je rijexamen afgelegd, waarvoor je heel zenuwachtig was. Je krijgt je resultaat terug en je bent geslaagd. Je huilt van blijdschap.
Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Ongewenst gedrag
Ongewenst gedrag is gedrag wat wij als eigenaar niet willen zien bij ons dier. Als het gedrag als een probleem word ervaren noemen we het probleemgedrag. Het verschild per eigenaar of iets ongewenst- of probleemgedrag is.

Slide 29 - Tekstslide

Wat is “flight distance”?

Slide 30 - Open vraag

Trainingsmethoden?

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Wat weten jullie van de trainingstechniek: Scanning

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Zoek een plaatje waarop de trainingstechniek modelling duidelijk wordt

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Bridgen
Het is soms moeilijk om een dier uit te leggen voor welk gedrag hij beloont word; het markeren van het gedrag vraagt om een bridge!'
  • bridgen in de diertraining is letterlijk overbruggen.
  • Een mens kun je vertellen wat hij goed (“je huiswerk helemaal af? Goed bezig! Ga maar lekker spelen dan”) en fout deed, en dus waarvoor hij beloont wordt. 

Slide 42 - Tekstslide

Bridgen
Het aanleren van een brug  is simpelweg het aanleren van een assosiatie van "een vast iets" met een beloning.
  • Het vaste "iets" is vaak een fluitje of een klikker.
  • Bij het Dolfinarium schreeuwen ze bijvoorbeeld altijd heel hard “okay!” wanneer een dolfijn iets goed doet, een clicker zou hier niet echt helpen want een dolfijn maakt zelf ook clickgeluidjes.

Slide 43 - Tekstslide

Wat is husbandry training
A
Stapsgewijs leren
B
trainen voor gezondheidsonderzoek
C
trial and error
D
target training

Slide 44 - Quizvraag

Begrippen kennis
(Genetische) predispositie
Aanleg of geschiktheid
- Aangeboren geschiktheid
-Opvoeding is ook van invloed


-

Slide 45 - Tekstslide

Begrippenkennis
Ontogenie
De manier van groei en ontwikkeling va een individu tot volwassenheid

Wisselwerking tussen aanleg vs. omgeving

Slide 46 - Tekstslide

Begrippenkennis
Angstinhibitie
Mate onderdrukking van de angst (terughoudendheid) ontstaat na de ontdekkingsfase

Slide 47 - Tekstslide

Begrippenkennis
Coping Ability
Kunnen omgaan met....

Slide 48 - Tekstslide

Begrippenkennis
Affect Heuristiek

Mentale shortcut snel een keuze 
emotie kan beïnvloeden
Kan gevaarlijk zijn

Komt nu een test....

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Jong dier trainen

Slide 52 - Woordweb

Toon een foto wat voor jou diertraining is en we bespreken dit mondeling

Slide 53 - Open vraag

Wat vinden jullie van deze les?

Slide 54 - Open vraag