In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat weten we nog van de vorige keer?
Slide 1 - Tekstslide
KERNCONCEPT Sociale ongelijkheid (2)
Een situatie waarin (1) tussen mensen in al dan niet (2), consequenties hebben voor hun (3) en leiden tot een (4) van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.
Slide 2 - Open vraag
Noem de 3 soorten van sociale ongelijkheid.
Slide 3 - Open vraag
Wat willen we vandaag bereiken?
- Kennismaken met het kernconcept macht.
- Je weet het verschil tussen macht op microniveau, mesoniveau en macroniveau.
- Je weet het verschil tussen formele en informele macht.
- Je kent de 4 soorten machtsbronnen: economische, cognitief, affectief en politiek.
Slide 4 - Tekstslide
KERNCONCEPT Macht (1)
Het vermogen om in te zetten om bepaalde te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te of te .
hulpbronnen
doelstellingen
vergroten
beperken
Slide 5 - Sleepvraag
Soorten macht
Economisch Schaarse goederen
Cognitief Waardevolle kennis
Politiek
Middelen om legitieme dwang uit te oefenen
( overheid, wetten, regels, boetes)
Affectief
Vermogen om anderen emotioneel te binden
Slide 6 - Tekstslide
4 filmpjes met steeds dezelfde vragen
Speelt deze situatie of microniveau, mesoniveau of macroniveau? ( uitleg nivea's)
Gaat het in deze situatie om economische, cognitieve, affectieve of politieke macht?
Welke hulpbron herken je in deze situatie?
Welke doelstelling wil men bereiken in deze situatie?
Hoe worden de handelingsmogelijkheden van anderen beperkt of vergroot?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Op welk niveau speelt deze machtssituatie van de ME en hooligans?
A
Macro
B
Meso
C
Micro
Slide 9 - Quizvraag
Op welk machtsbron is de macht van de ME gebaseerd?
A
Economisch
B
Politiek
C
Cognitief
D
Affectief
Slide 10 - Quizvraag
1) Welke hulpbron herken je in de situatie van de ME? 2) Welke doelstelling wil de ME bereiken in deze situatie? 3) Hoe worden de handelingsmogelijkheden van anderen beperkt of vergroot door de ME?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Video
Op welk niveau speelt deze machtssituatie in de Titanic?
A
Macro
B
Meso
C
Micro
Slide 13 - Quizvraag
Op welk machtsbron is de macht van Rose (het meisje) gebaseerd?
A
Economisch
B
Politiek
C
Cognitief
D
Affectief
Slide 14 - Quizvraag
1) Welke hulpbron herken je in de situatie van Rose (het meisje) in de Titanic? 2) Welke doelstelling wil Rose bereiken in deze situatie? 3) Hoe worden de handelingsmogelijkheden van anderen beperkt of vergroot door Rose?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Video
Op welk niveau speelt deze machtssituatie van Assange?
A
Macro
B
Meso
C
Micro
Slide 17 - Quizvraag
Op welk machtsbron is de macht van Assange gebaseerd?
A
Economisch
B
Politiek
C
Cognitief
D
Affectief
Slide 18 - Quizvraag
1) Welke hulpbron herken je in de situatie van Assange? 2) Welke doelstelling wil Assange bereiken in deze situatie? 3) Hoe worden de handelingsmogelijkheden van anderen beperkt of vergroot door Assange?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Video
Op welk niveau speelt deze machtssituatie in de oliepassage?
A
Macro
B
Meso
C
Micro
Slide 21 - Quizvraag
Op welk machtsbron is de macht in de oliestaat gebaseerd?
A
Economisch
B
Politiek
C
Cognitief
D
Affectief
Slide 22 - Quizvraag
1) Welke hulpbron herken je in de situatie van de oliepassage in Iran? 2) Welke doelstelling wil Iran bereiken in deze situatie? 3) Hoe worden de handelingsmogelijkheden van anderen beperkt of vergroot door Iran?
Slide 23 - Open vraag
KERNCONCEPT Macht (2)
Het (1) om hulpbronnen in te zetten om bepaalde (2) te bereiken en de (3) van anderen te beperken of te vergroten.
Slide 24 - Open vraag
KERNCONCEPT Sociale ongelijkheid (3)
Een situatie waarin (1) in al dan niet (2), consequenties hebben voor hun (3) en leiden tot een (4).