Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
atoombinding en molecuulbinding v4 herhal
Metalen zijn stoffen die zijn opgebouwd uit
A
alleen niet-metaal atomen
B
alleen metaalatomen
C
een combinatie van metaalatomen en niet-metaalatomen
D
een combinatie van metaalionen en niet-metaalionen
1 / 36
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
36 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Metalen zijn stoffen die zijn opgebouwd uit
A
alleen niet-metaal atomen
B
alleen metaalatomen
C
een combinatie van metaalatomen en niet-metaalatomen
D
een combinatie van metaalionen en niet-metaalionen
Slide 1 - Quizvraag
Tot welke soort stoffen behoren de volgende twee stoffen: Ag en
B
r
2
A
Ag is een metaal en broom een moleculaire stof
B
Broom is een metaal en Ag een moleculaire stof
C
Broom is een metaal en Ag een zout
D
Broom is een zout en Ag een metaal
Slide 2 - Quizvraag
Moleculaire stoffen kunnen:
A
In vaste en vloeibare fase NIET geleiden
B
In vaste fase en in vloeibare fase WEL geleiden
C
In vaste fase WEL geleiden in vloeibare fase NIET
D
In vaste fase NIET geleiden, in vloeibare fase WEL
Slide 3 - Quizvraag
Zouten zijn moleculaire stoffen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Twee formules van stoffen
a) H₂O₂
b) NaOH
Wat voor soort stoffen zijn dit?
A
a = zout b = moleculaire stof
B
a = zout b = metaal
C
a = metaal b = zout
D
a = moleculaire stof b = zout
Slide 5 - Quizvraag
Moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit:
A
metalen én niet-metalen
B
ionen
C
niet-metalen
D
metalen
Slide 6 - Quizvraag
Welke van deze stoffen is een zout?
A
Hg
B
HgS
C
O2
D
SO2
Slide 7 - Quizvraag
Leg uit wat een moleculaire stof is
Slide 8 - Open vraag
Het aantal bindingen dat een atoomsoort kan aangaan heet:
A
Valentie-elektronen
B
Covalentie
C
Bindingstypen
Slide 9 - Quizvraag
De onderlinge aantrekkingskracht tussen moleculen heet:
A
Molecuulbinding
B
Vanderwaalsbinding
C
Atoombinding
D
Covalente binding
Slide 10 - Quizvraag
In welke fase zijn de molecuulbindingen het grootst?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
Slide 11 - Quizvraag
Geef de naam van P2O3
Slide 12 - Open vraag
Geef de formule van ammoniak
Slide 13 - Open vraag
Geef de naam van H2O2
Slide 14 - Open vraag
Geef de formule van distikstoftetraoxide
Slide 15 - Open vraag
Wat is de molecuulformule die hoort bij deze structuurformule?
A
2C5HNO
B
C2HN5O
C
C2H6NO
D
C2H5NO
Slide 16 - Quizvraag
Bij een scheidingsmethode worden atoombindingen verbroken
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een atoombinding?
A
Het streepje tussen de atomen.
B
Covalentie
C
Een aan elkaar gebonden atomenpaar.
D
Een gedeeld elektronenpaar
Slide 18 - Quizvraag
wat is de structuurformule van HCOOH?
A
B
C
D
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de structuurformule van CO₂?
A
B
C
D
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de covalentie van silicium?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de covalentie van stikstof?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 22 - Quizvraag
Om de structuur van een molecuul te kunnen tekenen moet je weten wat de covalentie van de atomen is. Wat is covalentie?
A
De lading als het atoom een ion wordt
B
Het aantal elektronen in de buitenste schil
C
Het aantal bindingen dat een atoom kan aangaan
D
Het aantal elektronen dat mist in de buitenste schil
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een andere naam voor atoombinding?
A
Molecuulbinding
B
Ionbinding
C
Metaalbinding
D
Covalante binding
Slide 24 - Quizvraag
Hoe ontstaat een atoombinding
A
Door het delen van neutronen
B
Door kernfusie
C
door het delen van protonen
D
Door het delen van electronen
Slide 25 - Quizvraag
De atoombinding tussen koolstof en waterstof ( C-H) is...
A
...apoliar
B
...polair
C
...dipolair
D
...bipolair
Slide 26 - Quizvraag
Bij een chemische reactie worden atoombindingen verbroken
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quizvraag
De atoombinding tussen zuurstof en waterstof ( O-H) is...
A
...apolair
B
...polair
C
...dipolair
D
...bipolair
Slide 28 - Quizvraag
Is de atoombinding tussen C en C polair of apolair?
A
polair
B
apolair
Slide 29 - Quizvraag
Welk verschil in elektronegativiteit hoort bij een apolaire atoombinding?
A
0.0 t/m 0.4
B
0.4 t/m 1.7
C
>1.7
D
Geen idee
Slide 30 - Quizvraag
Moleculen bestaan uit atomen.
Maar wat zorgt ervoor dat die atomen bij elkaar blijven?
A
Lijm
B
Van der Waals krachten
C
Atoombindingen
D
Ionbindingen
Slide 31 - Quizvraag
Which substance has the strongest Van der Waals bonding?
A
left
B
middle
C
right
D
I don't know
Slide 32 - Quizvraag
Wanneer water van de vloeibare fase naar de gasfase gaat, welke binding gaat er dan verloren?
A
Atoombinding
B
Moleculaire binding
C
Van der Waals binding
D
Covalente binding
Slide 33 - Quizvraag
Hiernaast zie de structuur van methaanamine. Welke bindingstypen zijn aanwezig tussen de moleculen
A
Alleen vd Waalsbindingen
B
Atoombinding en vd Waalsbindingen
C
vd Waals en waterstofbruggen
D
Atoombindingen en waterstofbruggen
Slide 34 - Quizvraag
Teken de structuurformule van fluor en maak een foto
Slide 35 - Open vraag
Teken de structuurformule ammoniak, maak er een foto van.
Slide 36 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
chemische binding
December 2022
- Les met
33 slides
Scheikunde
MBO
Studiejaar 1
1.4 moleculaire stoffen
September 2022
- Les met
36 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
1.3 Moleculaire stoffen
September 2022
- Les met
21 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
H3.3 Moleculaire stoffen
Oktober 2024
- Les met
25 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
1.3 Moleculaire stoffen
Augustus 2022
- Les met
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Les 7 H3.3 Moleculaire stoffen
Juni 2022
- Les met
25 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
§3.3 - Moleculaire stoffen
November 2023
- Les met
40 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2.1 Atoombinding
Oktober 2023
- Les met
39 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4