Over taal blok 5

Over taal blok 5
Leerjaar 2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Over taal blok 5
Leerjaar 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Uitleg theorie
- Werken aan de opdrachten 

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg theorie:
Talen
Nederlands is de officiële taal van Nederland. Nederland heeft meer officiële talen: het Fries (in Friesland) en het Engels en Papiamento (op de Nederlandse Antillen). Voor veel mensen in Nederland is het Nederlands niet hun eerste taal.

Moedertaal: de taal die je van je ouders hebt geleerd. Nederlands natuurlijk, of Marokkaans, Chinees, Turks, Spaans, Engels ... Of een dialect zoals Drents of Zeeuws. Dit is dus je eerste taal.




Slide 3 - Tekstslide

Groepstaal: de taal die een groep mensen spreekt. Bijvoorbeeld jongerentaal of vaktaal. Vaktaal hoort bij een bepaald vak of beroep, bijvoorbeeld bij automonteurs of bij Zorg en welzijn.

Chattaal: de taal waarin je sms’t, twittert of WhatsAppt.

Slide 4 - Tekstslide

Het Nederlands en Fries zijn de officiële talen van Nederland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Moedertaal is de taal die je van je ouders hebt geleerd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Signaalwoorden:
Woorden als maar, toch en daarom zijn signaalwoorden. Een schrijver gebruikt signaalwoorden om het verband te laten zien tussen alinea’s, zinnen en zinsdelen. Signaalwoorden geven bijvoorbeeld aan dat er een reden komt of een tegenstelling. Zo helpen signaalwoorden je om de tekst beter te begrijpen.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld:
Joey houdt van timmeren. Daarom heeft hij gekozen voor de opleiding Meubelmaken. Hij vindt het leuk om meubels te maken, maar hij maakt ook graag deuren en kozijnen.


Slide 8 - Tekstslide

Welke signaalwoorden staan in dit voorbeeld?:
Joey houdt van timmeren. Daarom heeft hij gekozen voor de opleiding Meubelmaken. Hij vindt het leuk om meubels te maken, maar hij maakt ook graag deuren en kozijnen.

Slide 9 - Open vraag

Opsomming:

Slide 10 - Tekstslide

Tegenstelling:

Slide 11 - Tekstslide

Reden:

Slide 12 - Tekstslide

Wat geeft "ten eerste, ten tweede, etc" aan?
A
Opsomming
B
Reden
C
Tegenstelling

Slide 13 - Quizvraag

Wat geven "maar" en "echter" aan?
A
Opsomming
B
Reden
C
Tegenstelling

Slide 14 - Quizvraag

Wat geven "want" en "omdat" aan?
A
Opsomming
B
Reden
C
Tegenstelling

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag!
Wat?: Over taal blok 5 Hoe?: zelfstandig, dus in STILTE!

Hulp?: de docent

Tijd?: de rest van de les 

Uitkomst?: over taal blok 5 is af!

Klaar?; spelling blok 5, spelling blok 6 of over taal blok 6 maken

Slide 16 - Tekstslide