NN6 HV2 - Herhalen

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:
  • Ik kan een onderscheid maken tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde.
  • Ik weet het verschil tussen hoofdzinnen en bijzinnen.
  • Ik kan onderscheid maken tussen zinsdelen en zinsdeelzinnen.
  • Ik kan zinsdeelzinnen herkennen en benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
Dinsdag 29 november:
Zinsdelen H5: opdr. 1 t/m 4
Zinsdelen H6: opdr. 1 t/m 5

Dinsdag 6 december:
Toets Gram. Zinsdelen H2, H3, H5, H6




Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhalen H2, H3, H5, H6
  • Extra oefenbladen
  • Zelf aan de slag!

Slide 4 - Tekstslide

Zinsdelen
  • persoonsvorm (pv)
     tijdproef, getalproef (vraagzin)

  • onderwerp (ow)
      Wie/(wat) + pv?

  • werkwoordelijk gezegde (wg)
     zegt wat het onderwerp (iets of              iemand) doet

  • lijdend voorwerp (lv)
     Wat/Wie + wg + ow ?




  • naamwoordelijk gezegde (ng)
     zegt wat het onderwerp (iets of iemand) is
        - werkwoordelijk deel: 9       
           koppelwerkwoorden
        - naamwoordelijk deel: zet je tussen haken

  • meewerkend voorwerp (mv)
     Aan/Voor wie + wg + ow + lv?

  • bijwoordelijke bepaling (bwb)
     Overige ww in de zin. Geeft antwoord op       
     vragen als: Waar?, Wanneer?, Hoe?. enz. 

Slide 5 - Tekstslide

H5: Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker. 


Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes. 

Slide 6 - Tekstslide

Samengevat
Hoofdzin:
Pv en ow naast elkaar
Pv staat vooraan

Bijzin:
Pv en ow niet naast elkaar
Pv staat achteraan.

Slide 7 - Tekstslide

H6: Zinsdeelzinnen
Als een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin (HZ) en een bijzin (BZ), is de bijzin een onderdeel (een zinsdeel) van de hoofdzin. Je zet dan strepen om de bijzin. Dit is één zinsdeel.

Een zinsdeel is een zinsdeelzin als er een persoonsvorm in staat.

Slide 8 - Tekstslide

H6: Zinsdeelzinnen
De meest voorkomende zinsdeelzinnen zijn:
  • onderwerpszin (ow-zin)
  • lijdendvoorwerpszin (lv-zin)
  • meewerkendvoorwerpszin (mv-zin)
  • bijwoordelijke bepalingszin (bwb-zin), 'bijwoordelijke bijzin'

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen!
Maak de twee oefenbladen. Over 10 minuten gaan we de zinnen bespreken. 
Klaar? Maak een samenvatting of leren. 
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Leer zelfstandig H2, H3, H5, H6
Maak een samenvatting, oefen de overige opdrachten 
via NN Online.

Klaar? 
Lees uit je leesboek.
timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Dinsdag 6 december:
Toets Gram. Zinsdelen H2, H3, H5, H6





Slide 12 - Tekstslide