In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
B5 Houding en beweging
Slide 1 - Tekstslide
Houding en beweging
Leerdoelen:
de vorm van de wervelkolom kennen en het voordeel kunnen uitleggen
kunnen uitleggen waar klachten ontstaan als je geen goede houding hebt van je wervelkolom
kunnen uitleggen hoe je goed moet tillen en waarom
het belang van een goede conditie kunnen uitleggen
Slide 2 - Tekstslide
Wervelkolom
Dubbele S
Tussenwervelschijven
Slide 3 - Tekstslide
De wervelkolom
De vorm van de wervelkolom lijkt op 2 keer de letter S, vandaar de dubbele S-vorm.
Deze vorm zorgt (samen met de tussenwervelschijven) voor veerkracht.
De rugspieren houden deze vorm in stand.
Slide 4 - Tekstslide
Houding
Bij een verkeerde houding kan de wervelkolom scheef gaan staan. Dit
zorgt voor een verkeerde belasting van de rugspieren. De rugspieren kunnen overbelast raken.
Een goede lichaamshouding houdt de wervelkolom in de dubbele S-vorm en kan klachten voorkomen.
Slide 5 - Tekstslide
Zithouding
Slide 6 - Tekstslide
Hier zie je
A
geen goede lichaamshouding
B
een goede lichaamshouding
Slide 7 - Quizvraag
Wat kun je zeggen over de wervelkolom van deze jongen
A
Deze heeft een dubbele S-vorm
B
Deze heeft GEEN dubbele S-vorm
C
Deze heeft een S-vorm
D
Deze heeft GEEN
S-vorm
Slide 8 - Quizvraag
Sleep de persoon naar het vakje waar hij bij hoort.
Goede houding
Slechte houding
Slide 9 - Sleepvraag
Goed tillen
Bij het tillen is het ook belangrijk dat de wervelkolom de dubbele S-vorm behoudt.
Tillen vanuit je benen
Houd het voorwerp dicht bij je
Til niet te zwaar
Til niet te lang
Houd je rug recht
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Waarom mag je bij het tillen je wervelkolom niet helemaal buigen?
A
Dan verschuiven de wervels
B
Dan verschuiven de kraakbeenschijven
C
Dan worden de wervels aan 1 kant helemaal platgedrukt
D
Dan worden de kraakbeenschijven aan 1 kant platgedrukt
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Rughernia
Slide 14 - Tekstslide
Scoliose
Scoliose: vergroeiing van de wervelkolom (zenuwen raken bekneld en spieren worden verkeerd belast). Je moet dan een brace dragen en oefeningen doen om erger te voorkomen. Soms moet je geopereerd worden.
Slide 15 - Tekstslide
En nu?
10-25 graden - (fysio)therapie
25-45 graden - brace
45+ graden - operatie
Slide 16 - Tekstslide
Opdrachten
Lees en markeer B5
Maak de opdrachten 24, 26, 27 en 28
Slide 17 - Tekstslide
welke soorten wervels heb je en hoeveel van dat soort
Slide 18 - Open vraag
Wat zijn de functies van de tussenwervelschijven?
A
het beschermt je ruggenmerg
B
hierdoor kan je je rug een beetje bewegen
C
ze vangen schokken op
D
hierdoor wordt je rug een beetje langer
Slide 19 - Quizvraag
Tillen doe je vooral met je ...?
A
armspieren
B
rugspieren
C
beenspieren
D
buikspieren
Slide 20 - Quizvraag
Je wervelkolom bestaat uit verschillende onderdelen. Welke zijn dit?
A
wervels, tussenwervelschijven, spieren en zenuwen
B
wervels
C
wervels, tussenwervelschijven en spieren
D
wervels en tussenwervelschijven
Slide 21 - Quizvraag
Wat voor speciale vorm heeft de wervelkolom?
A
s-vorm
B
dubbele s-vorm
C
o-vorm
D
dubbele o-vorm
Slide 22 - Quizvraag
Tussen de wervels zitten:
A
kraakbeenschijven
B
schokwervels
C
beenschijven
D
wervelschijven
Slide 23 - Quizvraag
het ruggenmerg bestaat uit
A
bloedvaten
B
zenuwcellen
C
kraakbeen
D
beenmerg
Slide 24 - Quizvraag
Als je met gebogen rug tilt
A
slijten je wervels
B
komen de bloedvaten klem te zitten
C
kunnen de kraakbeenschijven beschadigen en tussen de wervels uitpuilen
D
raakt je ruggenmerg beschadigd
Slide 25 - Quizvraag
Een hernia is
A
zenuwen die klem komen te zitten
B
bloedvaten die klem komen te zitten
C
Spieren die klem komen te zitten
D
Wervels die kapot zijn
Slide 26 - Quizvraag
Scoliose is
A
Vergroeiing van de wervelkolom
B
Slijtage van de tussenwervelsschijven
C
Verslapping van de spieren
D
zenuw die in de knel zit
Slide 27 - Quizvraag
Elke wervel bestaat uit:
A
wervellichaam, wervelgat, kraakbeenschijf
B
wervelgat, uitsteeksels, zenuwen
C
wervellichaam, wervelgat, uitsteeksels
D
wervellichaam, wervelgat, bloedvaten
Slide 28 - Quizvraag
Bij welke plaatje heeft de volwassen persoon een goede houding?