In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoe voer je een succesvol debat?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je een debat houden en argumenten verzinnen en weerleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Leg uit dat het doel van de les is om de leerlingen te leren hoe ze hun argumenten goed kunnen presenteren en hoe ze kunnen reageren op de argumenten van anderen.
Wat weet jij al over het voeren van een debat?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een debat?
Een debat is een discussie tussen twee of meer partijen waarbij elke partij een standpunt inneemt en argumenten gebruikt om zijn of haar standpunt te verdedigen.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat een debat is en waarom het belangrijk kan zijn om een goed debat te kunnen houden. Bespreek voorbeelden van debatten in het nieuws of in de politiek.
Een stelling kiezen
Kies een stelling waarover je wilt debatteren en schrijf deze op het bord.
Slide 5 - Tekstslide
Kies een stelling die past bij het niveau en de interesses van de leerlingen. Leg uit dat de stelling de basis zal vormen voor het debat dat ze later zullen voeren.
Argumenten verzinnen
Schrijf argumenten op die je kunt gebruiken om je standpunt te verdedigen.
Slide 6 - Tekstslide
Moedig de leerlingen aan om na te denken over verschillende argumenten die ze kunnen gebruiken om hun standpunt te verdedigen. Leg uit dat sterke argumenten gebaseerd zijn op feiten en logica.
Argumenten weerleggen
Schrijf tegenargumenten op die tegenstanders kunnen gebruiken en bedenk manieren om deze te weerleggen.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit dat het belangrijk is om te anticiperen op de argumenten van de tegenstander en manieren te bedenken om deze te weerleggen. Dit is een belangrijke vaardigheid om te leren bij het voeren van een debat.
Opening statement
Schrijf een korte openingsverklaring op die je kunt gebruiken om je standpunt te introduceren.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit dat een openingsverklaring de eerste indruk is die je maakt op het publiek en de tegenstander. Het moet kort en krachtig zijn en de belangrijkste punten van je argument bevatten.
Tegenargumenten weerleggen
Schrijf manieren op om tegenargumenten te weerleggen en oefen het gebruik van deze tegenargumenten.
Slide 9 - Tekstslide
Laat de leerlingen oefenen met het weerleggen van tegenargumenten. Hierbij kunnen ze bijvoorbeeld in tweetallen argumenten tegen elkaar gebruiken en deze weerleggen.
Afsluiting
Schrijf een korte afsluiting op waarin je de belangrijkste punten van je argument samenvat.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit dat de afsluiting de laatste indruk is die je maakt op het publiek en de tegenstander. Het moet kort en krachtig zijn en de belangrijkste punten van je argumenten samenvatten. Laat de leerlingen oefenen met het maken van een goede afsluiting.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.