MBO Rijnland Actief Feedback les 5
6 oktober
1 / 51
Onderdelen in deze les
6 oktober
Slide 1 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Creëer een goede sfeer: patient aankijken, aandacht op de ander richten, vriendelijk en belangstellend zijn
Slide 9 - Tekstslide
Niet exact hetzelfde zeggen -> papegaai
Dwingt je om goed te luisteren
Controle voor jezelf
Brengt orde aan
Kan tot nieuwe inzichten leiden
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Gesloten vraag van verkoper
Slide 13 - Open vraag
Kan ik u helpen? Ja/Nee
Open vraag van verkoper
Slide 14 - Open vraag
Waar kan ik u mee helpen?
Waarom open vragen stellen?
noem 2 redenen:
noem 2 redenen:
Slide 15 - Open vraag
1) informeel; houdt het gesprek op gang
2) je krijgt meer informatie van de klant
Waarmee begint een gesloten vraag?
Slide 16 - Open vraag
met een werkwoord
Waarmee begint een open vraag?
Slide 17 - Open vraag
Met een vraagwoord
Wat is een ezelsbruggetje?
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Tekst
We geven kritiek aan andere mensen omdat:
Slide 21 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
We geven kritiek omdat we verandering willen of om iets onder aandacht te brengen
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De volgende 4 stappen worden genoemd:
Slide 27 - Open vraag
1. wat je hebt gezien
2. wat je gevoel daarbij was
3. wat het gevolg daarvan is
4. wat het gewenste vervolg/verbetering is
Hoe praten de twee dames over Sandra?
Slide 28 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat vind jij ervan dat de kapster op het einde toch even apart ging zitten met haar collega?
Slide 29 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
De volgende 4 reacties op kritiek worden genoemd:
Slide 30 - Open vraag
- Kritiek vermijden, negeren, van onderwerp veranderen
- Probleem ontkennen / je bent je er niet van bewust
- Verontschuldigen; verklaren, daarna geen waarde aan hechten
- Kritiek terugkaatsen om de aandacht te verleggen
De goede reacties op kritiek zijn:
Slide 31 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
In welke drie stappen kan je kritiek het best geven?
A
Benoem: duidelijk wat de ander doet, vertel wat jij ervan vindt en het effect van de actie
B
Benoem: wat jij hoorde over de ander, vertel waarom die ander dat zei en het effect van de actie
C
Benoem: duidelijk wat de ander doet, vertel wat jij er van vindt en waarom het slecht is
D
Benoem: waarom jij vind dat jij altijd kritiek mag geven
Slide 32 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom durven mensen soms geen kritiek te geven?
Slide 33 - Woordweb
KRITIEK
Opbouwen of afbrekend
Als je kritiek geeft vind je dat iemand iets anders moet doen of moet vinden. Je kunt je kritiek op twee manieren uiten: opbouwend of afbrekend.
Bij opbouwende kritiek vertel jij de andere op een normale manier wat jij graag anders wilt en waarom.
TekstvakBij afbrekende kritiek zeg je alleen wat een ander verkeerd doet, maar je legt niet uit waarom en wat de ander anders kan doen. Je bent dan kortaf en vaak onvriendelijk.
Voorbeeld: je vind dat iemand een te lange broek aan heeft.
Afbrekend: ‘dat is geen gezicht die te lange broek van jou.’
Opbouwend: ‘Het lijkt mij mooier als je die broek wat korter maakt.’
Opdracht 1:
Verander de afbrekende uitspraken hieronder naar opbouwend.
Tekstvak‘Je loopt voor gek met die sokken.’
Tekstvak‘Hoe is het mogelijk dat jij wéér te laat bent.’
Tekstvak‘Waar bemoei jij je nou weer mee, vriend.’
Tekstvak‘Je denkt de hele dag alleen maar aan jezelf.’
Tekstvak‘je ruikt naar zweet’
Opdracht 2:
TekstvakVraag aan de student naast je om een afbrekende kritiek op te schrijven.
TekstvakMaak deze afbrekende kritiek opbouwend.
Opbouwen of afbrekend
Als je kritiek geeft vind je dat iemand iets anders moet doen of moet vinden. Je kunt je kritiek op twee manieren uiten: opbouwend of afbrekend.
Bij opbouwende kritiek vertel jij de andere op een normale manier wat jij graag anders wilt en waarom.
TekstvakBij afbrekende kritiek zeg je alleen wat een ander verkeerd doet, maar je legt niet uit waarom en wat de ander anders kan doen. Je bent dan kortaf en vaak onvriendelijk.
Voorbeeld: je vind dat iemand een te lange broek aan heeft.
Afbrekend: ‘dat is geen gezicht die te lange broek van jou.’
Opbouwend: ‘Het lijkt mij mooier als je die broek wat korter maakt.’
Opdracht 1:
Verander de afbrekende uitspraken hieronder naar opbouwend.
Tekstvak‘Je loopt voor gek met die sokken.’
Tekstvak‘Hoe is het mogelijk dat jij wéér te laat bent.’
Tekstvak‘Waar bemoei jij je nou weer mee, vriend.’
Tekstvak‘Je denkt de hele dag alleen maar aan jezelf.’
Tekstvak‘je ruikt naar zweet’
Opdracht 2:
TekstvakVraag aan de student naast je om een afbrekende kritiek op te schrijven.
TekstvakMaak deze afbrekende kritiek opbouwend.
Slide 34 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 35 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 36 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
0
Slide 37 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Hoe reageert Rutte op de kritiek?
Slide 38 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 39 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Staat de man open voor reacties van de vrouw?
Slide 40 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat de vrouw open voor feedback van de man?
Slide 41 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe reageert de vrouw op de feedback?
Slide 42 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Op wat voor gedrag van de vrouw geeft de man nu feedback?
Slide 43 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe probeert de man te reageren?
Slide 44 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het verschil tussen kritiek en feedback?
Slide 45 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 46 - Tekstslide
KRITIEK
Opbouwen of afbrekend
Als je kritiek geeft vind je dat iemand iets anders moet doen of moet vinden. Je kunt je kritiek op twee manieren uiten: opbouwend of afbrekend.
Bij opbouwende kritiek vertel jij de andere op een normale manier wat jij graag anders wilt en waarom.
TekstvakBij afbrekende kritiek zeg je alleen wat een ander verkeerd doet, maar je legt niet uit waarom en wat de ander anders kan doen. Je bent dan kortaf en vaak onvriendelijk.
Voorbeeld: je vind dat iemand een te lange broek aan heeft.
Afbrekend: ‘dat is geen gezicht die te lange broek van jou.’
Opbouwend: ‘Het lijkt mij mooier als je die broek wat korter maakt.’
Opdracht 1:
Verander de afbrekende uitspraken hieronder naar opbouwend.
Tekstvak‘Je loopt voor gek met die sokken.’
Tekstvak‘Hoe is het mogelijk dat jij wéér te laat bent.’
Tekstvak‘Waar bemoei jij je nou weer mee, vriend.’
Tekstvak‘Je denkt de hele dag alleen maar aan jezelf.’
Tekstvak‘je ruikt naar zweet’
Opdracht 2:
TekstvakVraag aan de student naast je om een afbrekende kritiek op te schrijven.
TekstvakMaak deze afbrekende kritiek opbouwend.
Opbouwen of afbrekend
Als je kritiek geeft vind je dat iemand iets anders moet doen of moet vinden. Je kunt je kritiek op twee manieren uiten: opbouwend of afbrekend.
Bij opbouwende kritiek vertel jij de andere op een normale manier wat jij graag anders wilt en waarom.
TekstvakBij afbrekende kritiek zeg je alleen wat een ander verkeerd doet, maar je legt niet uit waarom en wat de ander anders kan doen. Je bent dan kortaf en vaak onvriendelijk.
Voorbeeld: je vind dat iemand een te lange broek aan heeft.
Afbrekend: ‘dat is geen gezicht die te lange broek van jou.’
Opbouwend: ‘Het lijkt mij mooier als je die broek wat korter maakt.’
Opdracht 1:
Verander de afbrekende uitspraken hieronder naar opbouwend.
Tekstvak‘Je loopt voor gek met die sokken.’
Tekstvak‘Hoe is het mogelijk dat jij wéér te laat bent.’
Tekstvak‘Waar bemoei jij je nou weer mee, vriend.’
Tekstvak‘Je denkt de hele dag alleen maar aan jezelf.’
Tekstvak‘je ruikt naar zweet’
Opdracht 2:
TekstvakVraag aan de student naast je om een afbrekende kritiek op te schrijven.
TekstvakMaak deze afbrekende kritiek opbouwend.
Slide 47 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 48 - Tekstslide
https://www.nporadio1.nl/fragmenten/blok-toine/fe6ed014-8ffa-481d-bf8e-03346225e799/2021-09-28-solliciteren-met-een-video-in-plaats-van-een-brief-moet-mboers-aan-stage-helpen
Noem de voordelen van videosolliciteren
Slide 49 - Open vraag
gelijk een eerste indruk
niet afvallen ogv je naam
passend bij deze doelgroep
niet afvallen op basis van brief
Slide 50 - Tekstslide
https://mborijnland.sharepoint.com/sites/Indemedia/SitePages/Veel-media-aandacht-voor-start-videosolliciteren-studenten-Start-Up.aspx
Slide 51 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
