1.4 Schrijven en formuleren

Welkom!

Neem rustig plaats en leg je boeken alvast op tafel
Nederlands
Maris College - Klas 3 - Kader 
Schrijven
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Neem rustig plaats en leg je boeken alvast op tafel
Nederlands
Maris College - Klas 3 - Kader 
Schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag!
  • Klassenregels 
  • Verwachtingen
  • Lesdoelen
  • Verwijswoorden
  • Mini opdracht
  • Zakelijke brief
  • Aan de slag!
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je

  • verwijswoorden gebruiken (die, dat, wat)
  • eenvoudige zakelijke brieven produceren en schriftelijke verzoeken opstellen
  • je woordgebruik en toon aan het publiek aanpassen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden
  • Verwijswoorden zijn woorden die kunnen terugwijzen naar een woord, een groepje woorden of een hele zin

  • Voorbeelden?
  • Dat, dit, die, deze, het, zijn, hij, hem, zijn, zij/ze, haar, hen, hun en wat

  • Als je verwijswoorden gebruikt wordt het lezen van een tekst afwisselender en prettiger om te lezen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden
Verwijswoord
Verwijst naar:
Voorbeeld
Dat
het-woorden
In de bijlage vind je het inschrijfforrmulier. Dat kun je mailen naar de decaan
Die
de-woorden (enkelvoud en meervoud)
Stuur ons een e-mail met je motivatie. Je kunt die richten aan info@zomerland.nl

Alle leerlingen hebben veiligheidsschoenen nodig. Kunnen we die bij u bestellen
Wat
- een hele zin
- iets onbepaalds
- een overtreffende trap
Ik ga op een camping werken, wat ik erg leuk vind

Iets wat ik niet begrijp

Wat is het leuktste wat je ooit gedaan hebt in een vakantiebaantje?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat:
De docent leest een zin voor en jullie hebben 30 seconden om te bepalen wat het juiste verwijswoord is dat in de zin moet komen te staan.

Hoe:
Je krijgt drie kaartjes met verwijswoorden (dat, die, wat)
Hulp:
Je brein
Tijd:
30 seconden





  1. Het boek _______ ik gisteren heb gelezen, is erg spannend.
  2. De leraar _______ het lokaal binnenkwam, gaf ons een compliment.
  3. Alles _______ je doet, heeft gevolgen.
  4. De film _______ we gisteren hebben gekeken, duurde twee uur.
  5. Het verhaal _______ hij vertelde, was erg grappig.



  6. De hond _______ in de tuin ligt, blaft de hele dag.
  7. Dit is het mooiste cadeau _______ ik ooit heb gekregen.
  8. Het schilderij _______ aan de muur hangt, is erg oud.
  9. Het huis _______ ik wil kopen, staat in een rustige buurt.
  10. De muziek _______ je hoort, komt uit mijn kamer.
timer
0:30

Slide 6 - Tekstslide

dat
die
wat
die
dat
die
wat
dat
dat
die
Zakelijke brief
  • Zakelijke brief
  • Sollicitatiebrief
  • Klachtenbrief

Denk aan de volgende punten:
  • Formeel
  • Doelgroep
  • Duidelijkheid
  • Aantrekkelijk
  • Correctheid -- GEEN spelfouten!!!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat:
Je gaat nu oefenen met het schrijven van een zakelijke brief. 

Hoe:
Op papier of laptop

Hulp: Je brein

Tijd:
25 minuten

Klaar? 
Lever het in via SomToday/bij je docent
timer
25:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
  • Over welke verwijswoorden hebben we het vandaag gehad?
  • Wanneer gebruik je die?
  • Wanneer gebruik je dat?
  • Wanneer gebruik je wat?

  • Hoe ziet de indeling van een zakelijke brief eruit?
  • Wat zijn voorbeelden van zakelijke brieven?

  • Waar moet je op letten als je een zakelijke brief schrijft?


Huiswerk:
Zakelijke brief (opdracht 1) afmaken en inleveren EINDE van deze week!


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies