H4 herhaling / afronding en H5

H4 TRIAS POLITICA
SCHEIDING EN EVENWICHT VAN MACHTEN
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4 TRIAS POLITICA
SCHEIDING EN EVENWICHT VAN MACHTEN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem de 3 machten binnen
de trias politica.

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 mechanismen zijn belangrijk als het gaat om de 3 machten?
A
machtenscheiding en machtensamenwerking
B
machtensamenwerking en checks and balances
C
machtenscheiding en checks and balances

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?

1) Machtenscheiding voorkomt dat er binnen 1 macht machtsmisbruik kan ontstaan
2) Trias Politica is 1 van de 4 fundamentele kenmerken van de rechtsstaat
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke 2 instituties is de machtenscheiding NIET 100% doorgevoerd?
A
Regering en Openbaar Ministerie
B
Parlement en Regering
C
Parlement en Openbaar Ministerie
D
Openbaar Ministerie en Hoge Raad

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?

1) Rechters mogen wetten die in het parlement worden vastgesteld toetsen aan internationale wetgeving
2) Rechters mogen deze wetten toetsen aan de grondwet
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke organisatie mag/moet wél de nieuw voorgestelde wetten toetsen aan de grondwet?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

WAT? 
ZIE PAGINA 116

* Recht van motie
* Vragenrecht
* Recht van interpellatie
* Recht van enquête

1e Kamer: toetsen aan regels en grondwet

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT?
* Bij conflicten tussen burger en overheid oordeelt de rechter over rechtmatigheid van overheids-optreden

* waren ambtenaren bevoegd? 
* waren maatregelen in strijd met de wet?
* is er sprake van willekeur?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT?
* Hoger beroep (Gerechtshof)

* in Cassatie (Hoge Raad)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias politica
Scheiding der machten
Checks and balances
Interne controle

Slide 11 - Tekstslide

Het feit dat burgers parlementen kunnen kiezen is ook een soort controle. Immers als ze niet functioneren kun je iemand anders stemmen
Wat is het verschil tussen
'Cassatie' en 'Hoger Beroep'?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ÉN
  1. Rechterlijke macht controleert wetgevende macht: toetsen van wetten aan internationale verdragen en grondrechten die daarin zijn opgenomen
  2. Rechterlijke macht mag regelgeving van provincie en overheid toetsen aan de grondwet
  3. Parlement toetsen zelf wetgeving aan de grondwet (Eerste Kamer)
  4. Wetgevende macht kan ook rechterlijke macht controleren door wetten te wijzigen
DOOR ELKAAR TE CONTROLEREN HOUDEN ZE ELKAAR IN BALANS

Slide 13 - Tekstslide

Er gaan stemmen op (Pieter Omtzigt) om zoals in o.a. Duitsland een apart Constitutioneel Hof alle wetten te laten toetsen aan de grondwet
H5 RECHTSGEBIEDEN
SCHEIDING EN EVENWICHT VAN MACHTEN

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de ontbrekende woorden in:
RECHTSSTAAT =
een staat waarin burgers met .......... worden beschermd tegen ................... en .................. van de overheid

Slide 15 - Tekstslide

een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid
Welke woorden misten in de definitie van de rechtsstaat?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de 4 fundamentele kenmerken van de rechtsstaat

Slide 17 - Open vraag

 4 FUNDAMENTELE KENMERKEN:

* GRONDRECHTEN / GRONDWET
* LEGALITEITSBEGINSEL
* ONAFHANKELIJKE RECHTSPRAAK
* TRIAS POLITICA = SCHEIDING DER MACHTEN
H2
H4
H3
H5, 6, 7

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zaken van de rijdende rechter vallen onder
A
Publiek Recht
B
Privaat Recht

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat weet je over een dagvaarding?

Slide 23 - Woordweb

wordt door de deurwaarder namens de eiser aan de gedaagde gestuurd waarin staat dat hij/zij voor de rechter moet verschijnen
Welke van de volgende zaken vallen NIET onder het Burgerrecht?
A
Als een gedupeerde de belastingdienst wil aanklagen
B
Als een echtpaar wil scheiden
C
Als je een BV wilt oprichten
D
Als je een erfenis wilt aanvechten

Slide 24 - Quizvraag

het gaat om rechtspersonen hoeven niet altijd alleen mensen van vlees en bloed te zijn

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke mogelijkheden heeft een rechter NIET in het Civiel Recht om de verliezende partij de veroordelen?
A
Een schadevergoeding laten betalen
B
Een dwangsom opleggen als gedaagde weer 'in de fout gaat'
C
De deurwaarder in actie laten komen als gedaagde niet kan/wil betalen
D
Een gevangenisstraf opleggen

Slide 26 - Quizvraag

De rechter zal altijd eerst proberen of er onderling niet tot een oplossing kan worden gekomen
https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/R023-Mediation-naast-civiele-en-kantonzaken.pdf

WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?

1) Dat de overheid is aan allerlei regels moet houden is een onderdeel van het legaliteitsbeginsel
2) Het legaliteitsbeginsel moet voorkomen dat burgers worden blootgesteld aan willekeur van de overheid
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

H6  H7

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BESTUURSZAKEN

Vooral terug te zien  in situaties waar we als burger direct met de overheid te maken hebben 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke nieuwe dingen heb je geleerd?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je bepaalde onderdelen nog niet goed hebt begrepen schrijf ze dan hier op

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies