les 3 H11.3 Atoomeconomie, rendement, E-factor

atoomeconomie,rendement,E-factor


Hoe bereken je welk proces "groener" is?
5HAVO NOVA H11.3
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

atoomeconomie,rendement,E-factor


Hoe bereken je welk proces "groener" is?
5HAVO NOVA H11.3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. je kunt van een proces het rendement berekenen
  2. je kunt van een proces de atoomeconomie berekenen
  3. je kunt van een proces de E-factor berekenen

Slide 2 - Tekstslide

BINAS tabel 37H
De formules om
 het rendement,
 de atoomeconomie en
 de E-factor
 te berekenen vind je in
 Binas tabel 37 H

Slide 3 - Tekstslide

Rendement
Bij een reactie wordt niet altijd 100% van de beginstof omgezet in reactieproduct. Dit kan verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld:
  • er stelt zich een evenwicht in
  • er zijn ongewenste nevenreacties
  • de beginstof is niet zuiver

Slide 4 - Tekstslide

Rendement berekenen
rendement =  werkelijke opbrengst          x 100%
     theoretische opbrengst

Deze formule om het rendement te berekenen vind je in
Binas 37H en op blz 211 in je boek

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan - rendement berekenen
  1. Geef de reactievergelijking
  2. Bereken met de gegeven hoeveelheid beginstof hoeveel reactieproduct hiermee maximaal (= theoretisch)
    kan ontstaan (dit is rekenen met r.v.         )
  3. Kijk in de opgave hoeveel reactieproduct er
     werkelijk is ontstaan (dit is ALTIJD gegeven!
  4. Bereken het rendement 

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Bij de additie van water aan 1,0 kg propeen ontstaat 0,80 kg propaan-1-ol.
Bereken het rendement
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg
1.  C3H6 + H2O --> C3H7OH
2. 1,0 kg = 1000 gram
     1000 g / M = 23,8 mol propeen (Mpropeen = 42,08 g/mol)
     molverhouding 1:1, dus ook 23,8 mol propaan-1-ol
     23,8 x M = 1430 g propaan-1-ol (Mpropaan-1-ol = 60,09 g/mol)
3. gegeven: er ontstaat 0,80 kg propaan-1-ol
4. rendement = 0,80 kg / 1,430 kg x 100% = 56 % 

Slide 8 - Tekstslide

Meer uitleg nodig?
Bekijk dan thuis nog eens rustig het volgende filmpje.

TIP: zet het filmpje af en toe stil, zodat je mee kunt schrijven

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Atoomeconomie
Bij een chemische reactie hergroeperen de atomen tot moleculen van nieuwe stoffen.
Voor een duurzaam proces is het de bedoeling dat:
  •  zoveel mogelijk atomen van de beginstoffen gebruikt worden voor het gewenste reactieproduct
  • zo min mogelijk atomen "verloren" gaan aan restproducten (afval).

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
glucose    -->    melkzuur
C6H12O6  --> 2 C3H6O3

  • Bij deze reactie worden alle atomen van de beginstof gebruikt voor het reactieproduct. 
  • De atoomeconomie is 100%. 

Slide 12 - Tekstslide

Atoomeconomie berekenen


Deze formule om de atoomeconomie te berekenen vind je in 
Binas 37H en op blz 212 in je boek

Op de volgende dia's wordt met een voorbeeldopgave en in een filmpje uitgelegd hoe je de atoomeconomie berekend.

Slide 13 - Tekstslide

Atoomeconomie berekenen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat is juist over de atoomeconomie van ijzerchloride in de volgende reactie
2Fe+3Cl22FeCl3
A
groter dan 100%
B
gelijk aan 100%
C
kleiner dan 100%

Slide 16 - Quizvraag

Wat is juist over de atoomeconomie van alcohol in de volgende reactie
C6H12O62C2H6O+2CO2
C2H6O
Alcohol = 
A
groter dan 100%
B
gelijk aan 100%
C
kleiner dan 100%

Slide 17 - Quizvraag

Bereken atoomeconomie voor chloor in de volgende reactie:

2AgClCl2+2Ag
A
50%
B
te weinig tijd
C
24,7%
D
Ik weet niet hoe

Slide 18 - Quizvraag

E-factor
E-factor = Environmental factor = maat voor hoeveelheid afval
                                                                       die bij een proces ontstaat
--> geschikt om te vergelijken hoe "groen" processen zijn
De hoeveelheid afval is afhankelijk van:
1. hoeveel atomen uit de beginstof terechtkomen in het
    reactieproduct (--> atoomeconomie)
2. hoe efficiënt het proces verloopt (--> rendement)

Slide 19 - Tekstslide

Atoomeconomie berekenen

Slide 20 - Tekstslide

Rendement berekenen
Berekening:
  • gegeven: 1000 ton cyclopentanon
  • theoretische opbrengst: 1143 ton ethyleencyclopentaan
  • praktische opbrengst: 892 ton ethyleencyclopentaan
    (dus de opbrengst die in de fabriek wordt verkregen)
Klik hier voor berekening van de theoretische opbrengst

Slide 21 - Tekstslide

E-factor berekenen
In Binas 37H vind je de formule om de E-factor te berekenen:



In deze berekening worden atoomeconomie én rendement gecombineerd.
Op de volgende dia's wordt de berekening voorgedaan.
Daarna volgt een filmpje waarin wordt uitgelegd hoe je de E-factor kunt uitrekenen met deze formule.

Slide 22 - Tekstslide

E-factor berekenen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Oefenopgave
Bereken de E-factor voor de productie van ijzer volgens deze reactie:

Het rendement van deze reactie is 81%
Vul je antwoord in op de volgende dia.
Fe2O3+3CO>2Fe+3CO2
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

E-factor
  • massa beginstoffen = massa (Fe2O3+3CO): 243,72
  •  massa gewenst product = 2x massa Fe: 111,7
  • werkelijke massa gewenst product: 0,81x111,7 = 90,477
  • E-factor = (243,72 - 90,477) / 90,477 = 1,7
                                                                                       (2 significante cijfers)                                                                               

Slide 26 - Tekstslide

E-factor en afval
  • E-factor: bepalen hoeveel niet-nuttig product er ontstaat. Voor het gemak wordt dit "afval" genoemd.
  • Proces met een hoge E-factor is niet altijd slecht voor het milieu. Bijv. bij de vorming van esters is het niet-nuttige product water. Water is niet milieu-belastend, maar draagt wel bij aan de E-factor.
  • Groener proces: kijken naar hoogte E-factor en soort afval

Slide 27 - Tekstslide

Voorbereiden PO Groene Chemie
  • Maken + nakijken opgaven 18, 19, 20, 22 en 24b

maak de berekeningen op papier/in je schrift en
kijk je antwoord na!


Slide 28 - Tekstslide