Thema ontdekken ICT Taak 2

ICT-opdracht bespreken
1) Je hebt een opzoekvraag bedacht en genoteerd.
2) Je hebt op drie verschillende websites naar het antwoord gezocht.
3) Je hebt een conclusie kunnen trekken.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

ICT-opdracht bespreken
1) Je hebt een opzoekvraag bedacht en genoteerd.
2) Je hebt op drie verschillende websites naar het antwoord gezocht.
3) Je hebt een conclusie kunnen trekken.

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je geleerd van de opdracht?
Wat denk je dat het doel was van deze opdracht?

Slide 2 - Open vraag

Beantwoord de volgende vragen.
→ Waar of niet waar: het schilderij ‘De Kantwerkster’ van Jan Vermeer hangt in het Louvre.
→ Welke bezienswaardigheden zijn er te zien in Sint-Petersburg, in Rusland?
→ Waar of niet waar: ontplofte het eiland Krakatau door een vulkaanuitbarsting op 29 september 1884?
→ Wie zei: “I’ve had a perfectly wonderful evening. 
But this wasn’t it”?
timer
6:00

Slide 3 - Tekstslide

Het schilderij ‘De Kantwerkster’ van Jan Vermeer hangt in het Louvre.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Welke bezienswaardigheden zijn er te zien in Sint-Petersburg, in Rusland?

Slide 5 - Open vraag

Ontplofte het eiland Krakatau door een vulkaanuitbarsting op 29 september 1884?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wie zei: “I’ve had a perfectly wonderful evening. But this wasn’t it”?
A
Ivo van Meurs
B
Johan Cruijff
C
Groucho Marx
D
Angelina Jolie

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht 1
Ga staan als je bruine ogen hebt.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 2
Ga staan als je bruine ogen hebt AND in FT 1 zit.

Slide 9 - Tekstslide

Op welke manier is het resultaat door het gebruik van de booleaanse operator AND beïnvloed?

Slide 10 - Open vraag

Opdracht 3
Ga staan als je bruine ogen hebt OR in FT 1 zit.

Slide 11 - Tekstslide

Op welke manier beïnvloedde de operator OR het resultaat?
A
Het aantal kinderen steeg.
B
Het aantal kinderen bleef gelijk.
C
Het aantal kinderen daalde.
D
Goh, wat is er gebeurd?

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht 4
Ga staan als je bruine ogen hebt NOT de jongens.

Slide 13 - Tekstslide

Booleaanse operatoren
Deze termen worden gebruikt om een zoekresultaat uit te breiden of juist kleiner te maken.

Slide 14 - Tekstslide

Proef op de som...
We gaan de Booleaanse operator even toepassen op Bing.com
Even twee woorden kiezen die we gaan gebruiken!
..........AND..........
..........OR..........
..........NOT..........
(Google werkt niet met deze operatoren, daar gebruik je bijvoorbeeld het - teken!)

Slide 15 - Tekstslide

Drie mensen (Dik, Dun en Sloom) gaan een taartje eten.
1) Aardbeientaart met slagroom
2) Chocola éclairs
3) Aardbeientaart met een chocola
4) Fruittaart met bosbessen en bramen
5) Bananen-pruimen taart met chocola
6) Appeltaart met slagroom.

Dik is erg precies en lust alleen taart waar aardbeien in zitten en waar slagroom op zit.
Dun is een veelvraat die alles lust waar appel of aardbeien of chocola in zit en Sloom
lust geen chocola en geen slagroom.
Hoe bestel je Booleaans? En wat krijgt iedereen?

Slide 16 - Tekstslide

Wie eet wat?

Slide 17 - Open vraag

Opdracht
Wat heb je geleerd? 

Bedenk een goede manier om datgene wat je geleerd hebt duidelijk te maken. 
Ideetjes: Mindmap, samenvatting, woordweb, tekening....

Slide 18 - Tekstslide