5.7 woordsoorten Deel B (NOG NIET AF)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

5.7 woordsoorten deel A

Mavo 3

In deze les leer je het aanwijzend, vragend en wederkerend voornaamwoord gebruiken.

Ben jij je bewust van het probleem?
Wat is 'je'?

1. psv (o)
2. psv (v)
3. bzv
4. wkv

Kun je mij even helpen met dit probleem?
Wat is 'mij'?

1. psv (o)
2. psv (v)
3. bzv
4. wkv

Wij geven haar een cadeautje.
Wat is 'wij'?

1. psv (o)
2. psv (v)
3. bzv
4. wkv

Wij geven Suus een cadeautje voor haar verjaardag
Wat is 'haar'?

1. psv (o)
2. psv (v)
3. bzv
4. wkv

Ben jij je bewust van het probleem?
Wat is 'jij'?

1. psv (o)
2. psv (v)
3. bzv
4. wkv

Hun huis is gezellig ingericht.
Wat is 'Hun'?

1. psv (o)
2. psv (v)
3. bzv
4. wkv

Hij meldt zich bij de conciërge.
Wat is 'zich'?

1. psv (o)
2. psv (v)
3. bzv
4. wkv

Paragraaf 5.7 blz. 227

Huiswerk was maken opgave 3

Leertekst: het vragend voornaamwoord blz. 230

Iets of iemand

Wie heeft mijn pen gepakt?
Is 'wie' een vragend voornaamwoord?

1. ja
2. nee

Hoe kom jij op school?
Is 'hoe' een vragend voornaamwoord?

1. ja
2. nee

Welke film wil je vanavond zien?
Is 'Welke' een vragend voornaamwoord?

1. ja
2. nee

Wat is jouw lievelingseten?
Is 'Wat' een vragend voornaamwoord?

1. ja
2. nee

Waar heb je mijn boek gelaten?
Is 'Waar' een vragend voornaamwoord?

1. ja
2. nee

Aan de slag:

Maak opdracht 6, 7, 8