3.2 arbeidsmarkt

Thema 3
WERKEND NEDERLAND
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 3
WERKEND NEDERLAND

Slide 1 - Tekstslide

ARBEIDSMARKT

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • bespreken opdrachten levensloop
  • uitleg arbeidsmarkt
  • uitleg werkgelegenheid
  • maken opdrachten 
  • korte quiz

Slide 3 - Tekstslide

opdrachten bespreken

Slide 4 - Tekstslide

Vraag naar arbeid

Aanbod van arbeid 
Arbeidsmarkt

Slide 5 - Tekstslide

Aanbod van arbeid
Beroepsbevolking zijn alle werkenden en werkzoekenden van Nederland


Slide 6 - Tekstslide

Krappe en ruime arbeidsmarkt
Krappe arbeidsmarkt (tekort) = meer vraag (door werkgevers)dan aanbod (van werknemers)

Ruime arbeidsmarkt (overschot) = meer aanbod (van werknemers) dan vraag (door werkgevers)


Slide 7 - Tekstslide

Krappe arbeidsmarkt
(veel werk - weinig aanbod)
Ruime arbeidsmarkt
Weinig werk - veel aanbod)

Slide 8 - Tekstslide

WERKGELEGENHEID

Slide 9 - Tekstslide

Vraag naar arbeid

Aanbod van arbeid 
Arbeidsmarkt

Slide 10 - Tekstslide

Vraag naar arbeid

Slide 11 - Tekstslide

vraag naar arbeid

de totale vraag naar arbeid

(door bedrijven en overheid).

Slide 12 - Tekstslide

beroepsbevolking

BEROEPSBEVOLKING = AANBOD VAN ARBEID


Beroepsbevolking = iedereen van 15 tot 67 die werken of werk zoeken voor tenminste 12 uur in de week.


Hoort een huismoeder bij beroepsbevolking?


Slide 13 - Tekstslide

Hieronder zie je de gegevens over de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid in Nederland in een bepaald jaar.

 Aantal personen van 16-67 jaar 12.768.000  

Aantal personen met een baan 8.403.000  

Aantal vacatures 156.000  

Aantal werkzoekenden zonder baan 538.000  

Wat is de totale vraag en totale aanbod naar arbeid? 


  • 8.403.000 + 156.000 = 8.569.000 vraag naar arbeid
  • 8.403.000 + 538.000 = 8.941.000 aanbod van arbeid

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten maken
1 t/m 3 van Arbeidsmarkt (p. 7)
1 t/m 8 van Werkgelegenheid (p. 10 en 11)

10 minuten in stilte
Daarna zachtjes overleggen
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

werknemer
werkgever
aanbod van arbeid
vraag naar arbeid

Slide 16 - Sleepvraag

De arbeidsmarkt is:
A
Al het aanbod en vraag van arbeid
B
Al het aanbod van arbeid
C
Alle vraag naar arbeid

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een ruime arbeidsmarkt?
A
Aanbod van arbeid is groter dan de vraag naar arbeid
B
Vraag naar arbeid is groter dan het aanbod van arbeid

Slide 18 - Quizvraag

Is hier een krappe of ruime arbeidsmarkt?
A
Ruime arbeidsmarkt
B
Krappe arbeidsmarkt

Slide 19 - Quizvraag

De vraag naar arbeid is groter dan aanbod van arbeid --> "Krappe arbeidsmarkt"
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt
Veel vraag en weinig aanbod van arbeid
Hoge werkloosheid
Hoge lonen
Moeilijk een baan te vinden
Weinig vraag en veel aanbod van arbeid
Goede arbeidsvoorwaarden

Slide 21 - Sleepvraag

er is veel werkloosheid bij
A
krappe arbeidsmarkt
B
ruime arbeidsmarkt

Slide 22 - Quizvraag

Bij een ... arbeidsmarkt stijgen vaak de lonen.
A
Ruime
B
Krappe

Slide 23 - Quizvraag