In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
VMBO (door Hanja Streefkerk)
Les 3: Camera acteren
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
hoihoi
Vraag
Informatie
Opdracht
Kijk
Luister
Tip
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Filmpje Robert Nikita
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Camera acteren
Camera acteren is anders dan acteren op een toneel. Op het toneel moet de acteur ervoor zorgen ook de mensen op de achterste rij van de zaal te bereiken, bij film hoeft dat niet en is het spel minder 'overdreven', de camera ziet àlles. Bij het acteren kijkt de acteur nooit in de camera
Slide 4 - Tekstslide
Extra uitleg
De acteur probeert zo geloofwaardig mogelijk te spelen. Zo geloven de kijkers het personage, leven ze mee en geloven ze het verhaal
Wat maakt spel niet geloofwaardig? let op! Dit wijzigen naar een speloefening
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat maakt spel wel of niet geloofwaardig?
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Acteren
In de volgende slide vinden jullie een dialoog, schrijf deze over en verdeel de rollen.
Leer de tekst uit je hoofd en maak daarna 2 filmpjes.
Filmpje 1: Speel de tekst geloofwaardig!
Filmpje 2: Speel de tekst niet geloofwaardig!
Succes, jullie hebben 15 minuten de tijd!
Slide 7 - Tekstslide
Laat de leerlingen in de twee filmpjes echt de grenzen opzoeken. Zo kunnen ze echt het verschil ervaren tussen geloofwaardig en ongeloofwaardig spel.
Tekst
A: Ik moet je iets vertellen.
B: Pas je op!
A: Het is echt heel belangrijk, ik trek het niet meer.
B: Moet het echt op dit moment, kan het niet op een ander moment?
A: Als ik het niet nu deel dan weet ik niet hoe het verder moet.
B: Gaat het wel?
A: Nou nee, ik kan er niet langer alleen mee blijven zitten, ik.... (vul zelf in).
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht acteren en filmen
Verdeel de klas in groepjes van drie
De leerlingen leren het korte dialoogje (werkblad filmdialoog) en filmen de tekst vervolgens een aantal keren. Ze proberen het verschil uit tussen geloofwaardig acteren en overdreven acteren. Het gaat om de ervaring. De derde persoon filmt. De leerlingen kunnen afwisselen. De leerlingen kunnen de filmpjes zelf terugkijken, maar hoeven niet klassikaal worden bekeken
Personages
Jullie hebben zojuist geoefend met geloofwaardig acteren en minder geloofwaardig acteren. Een koningin speelt heel anders op een geloofwaardige manier dan een crimineel. Het is belangrijk dat de acteur helemaal in de situatie stapt en reageert en beweegt als het personage (evt kort filmvoorbeeld?)
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een personage spelen
Voor deze oefening wordt de filmdialoog gebruikt
Stap 1: Kies een personage. Bijvoorbeeld een koningin, crimineel of bejaarde
Stap 2: Ga als het personage zitten of staan.
Stap 3: Neem een filmpje op waarin je als je personage de tekst speelt, doe dit zo geloofwaardig mogelijk
Slide 10 - Tekstslide
Tip
Laat de leerlingen een eigenschap en een handeling verzinnen bij het gezozen personage.
Voorbeeld:
Koningin - geduldig - gezicht poederen
Crimineel - luidruchtig - wapen poetsen
Bejaarde - zenuwachtig - breien
Vind je het lastig om te veranderen (transformeren) in je personage? De volgende dingen kunnen al helpen:
> Leef je in in de situatie
> Zoek een geschikt kostuum voor je personage
> Neem een andere houding aan
> Verzin een duidelijke basiseigenschap
> Verzin een terugkerende handeling
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Volgende week
In de volgende les gaan we verder met het scenario, tot dan!
Slide 12 - Tekstslide
Vinden de leerlingen het lastig om te veranderen in het personage? Bespreek dan de tips op de volgende slide!