Werkt dat zo?

Hoofdstuk 4: Werkt dat zo?
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Werkt dat zo?
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1

Slide 1 - Tekstslide

4.1 Voor wie werk je?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen: check?
Leerdoelen:
  • Wat het verschil is tussen werken in loondienst en als zelfstandige
  • Welke arbeidsvoorwaarden er zijn
  • Wat vaste en flexibele arbeid is

Slide 3 - Tekstslide

Loon of winst
zelfstandige of ZZP'er
- de "baas"
- verdient geld door winst te maken


Werknemer
- je doet betaald werk in dienst voor een "baas"

Slide 4 - Tekstslide

Arbeidsovereenkomst
Overeenkomst tussen werknemer en werkgever waarin onder andere je salaris, werktijden en tot wanneer je in dienst bent in staat.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

 CAO


CAO = 
collectieve arbeidsovereenkomst

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 10 - Quizvraag

Vast of flexibel
Vaste baan
Tijdelijke baan
Flexibele baan
Onbepaalde tijd
Bepaalde tijd
Oproep baan
Uitzend baan

Slide 11 - Tekstslide

Wit werk

Betaald werk, waarover belasting en sociale premies wordt betaald.
Grijs / zwart werk

- grijs werk: onbetaald werk


- zwart werk: betaald werk, zonder belasting en sociale premies te betalen.
Dit is strafbaar!

Slide 12 - Tekstslide

4.2 Hoe werkt de arbeidsmarkt?

Slide 13 - Tekstslide

Paragraaf 4.2: sta je sterk in je werk?
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen: check?
Leerdoelen:
  • Waarom goede arbeidsomstandigheden belangrijk zijn
  • Wat voor regels de werknemers beschermen
  • Welke zekerheden je hebt op het gebied van werk en inkomen

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg arbeidstijdenwet

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video







Arbowet

Slide 18 - Tekstslide

Arbowet
In de Arbowet staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden

Slide 19 - Tekstslide

Algemene wet gelijke behandeling
Het is niet voor iedereen even gemakkelijk om een baan te zoeken. In de Algemene Wet Gelijke Behandeling staat dat er geen onderscheid gemaakt mag worden op basis van bijvoorbeeld:
  1. Geslacht
  2. Afkomst
  3. Leeftijd

Slide 20 - Tekstslide

Wet aanpassing arbeidsduur
Dit is het recht op deeltijdarbeid. Een baan van minder dan 36 uur is een deeltijdbaan.

Slide 21 - Tekstslide

Wet flexibel werken
Deze wet maakt thuiswerken mogelijk.

Slide 22 - Tekstslide

Kinderopvangtoeslag
Daarmee kunnen werkende ouders de kosten van kinderopvang voor een deel betalen.

Slide 23 - Tekstslide

Welke wet maakt deeltijdarbeid mogelijk
A
Wet flexibel werken
B
Wet aanpassing arbeidsduur

Slide 24 - Quizvraag

WIA: Wet Inkomen naar Arbeidsvermogen
WW
Werkloosheidswet
Werknemersverzekeringen: alleen voor mensen die werken in loondienst

Slide 25 - Tekstslide

Wat als je ziek wordt (ziektewet)



  • Werkgever is verplicht twee jaar minimaal 70% van het salaris door te betalen. 

Slide 26 - Tekstslide

4.3 Hoe werkt de arbeidsmarkt?

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen: check?
Leerdoelen:
  • Hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit
  • Wanneer er werkgelegenheid is
  • Waardoor de werkloosheid ontstaat

Slide 28 - Tekstslide

ARBEIDSMARKT

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt

Slide 31 - Tekstslide

4.4 Als er geen werk is

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen: check?
Leerdoelen:
  • Wat de gevolgen van werkloosheid zijn
  • Welke soorten werkloosheid er zijn
  • Hoe de werkloosheid kan worden bestreden

Slide 33 - Tekstslide

Werkloosheid
Als het aanbod van arbeid groter is dan de vraag naar arbeid dan is er werkloosheid.

Slide 34 - Tekstslide

Werkloosheid
  • Geregistreerde werkloosheid (alle mensen die ingeschreven staan bij het UWV)
  • Verborgen werkloosheid (mensen die op zoek zijn naar een baan maar zich niet inschrijven bij het UWV)

Slide 35 - Tekstslide

Soorten werkloosheid 
(boek blz 118 en 119)

1. Conjuncturele werkloosheid 
2. Structurele werkloosheid.
3. Seizoenwerkloosheid.
4. Regionale werkloosheid.
5. Frictiewerkloosheid.

Slide 36 - Tekstslide

CONCURRENTIEPOSITIE
Kun je verbeteren door goedkoper te produceren of nieuwe producten op de markt te brengen.

Slide 37 - Tekstslide

Arbeidstijdverkorting
dit betekent dat :
Alle werknemers een paar uur minder werken per week. Hierdoor zijn er meer uren beschikbaar en kunnen er meer werknemers worden aangenomen.

Slide 38 - Tekstslide

Vragen?
vragen?

Slide 39 - Tekstslide