2.2 - Voedingsstoffen

Startopdracht
Schrijf in je schrift de blauwe woorden op van 2.2
Schrijf daarachter de betekenis
timer
10:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Schrijf in je schrift de blauwe woorden op van 2.2
Schrijf daarachter de betekenis
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Thema 2: Voeding en vertering
Basisstof 2: Voedingsstoffen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel: Voedingsstoffen
BK: (zie blz 124 van je boek) / KGT: (zie blz 150 van je boek)
  • Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 3 - Tekstslide

4 functies van voedingsstoffen

Slide 4 - Woordweb

Soorten voedingsstoffen
4 functies:
  • Bouwstof: voor groei, herstel, vervanging, wonden.
  • Brandstof: Om te verbranden en energie op te wekken.
  • Reservestof: Om op te slaan voor later
  • Beschermende stof: Om je lichaam te beschermen tegen ziekten en andere factoren (kou/druk) van buitenaf.

Slide 5 - Tekstslide

groei
ontwikkeling
herstel
nieuwe cellen/ weefsels maken
 voor verbranding
dit levert energie 
voor beweging, lichaamstemperatuur,groei, ontwikkeling, herstel
zorgen dat je niet ziek wordt
niet meteen nodig
Later te gebruiken 
als bouwstof of brandstof

Slide 6 - Tekstslide

6 voedingsstoffen
  1. Eiwitten
  2. Koolhydraten
  3. Vetten
  4. Water
  5. Mineralen
  6. Vitaminen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Eiwitten
Belangrijke bouwstof
  • Vorming van celplasma
  • Opbouw van spieren

Te veel eiwitten > brandstof of omzetten in reservestof

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Koolhydraten
Belangrijke brandstof (en bouwstof)
Suikers, zetmeel en glycogeen

Te veel koolhydraten > omgezet in vet

Slide 11 - Tekstslide

Vetten
Vooral brandstof
Ook bouwstof en reservestof

Te veel vet wordt opgeslagen onder de huid. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Water
Lichaam 60% water
Bouwstof

Nodig voor vervoer van stoffen in het lichaam

Slide 14 - Tekstslide

Mineralen
Worden ook wel zouten genoemd

Calcium, natrium, magnesium en ijzer.
Bouwstof en beschermende stof

Slide 15 - Tekstslide

Vitaminen
Bouwstof en beschermende stof
Te weinig vitaminen > ziek
Te veel vitaminen > ziek

Vitamine A, B, C, D en K

Slide 16 - Tekstslide

Zout
Zout wordt heel vaak toegevoegd door fabrikanten

Ook in brood en b.v. mosterd

niet meer dan 6 gram per dag nodig

Slide 17 - Tekstslide

Voedingsvezels



- geen voedingsstof

- Stimuleert de darmen

- Voorkomt opstipatie ( verstopping)

- Zorgen voor een verzadigd gevoel

- in plantaardige voedingsmiddelen

- voedingsvezels worden zelf niet verteerd

Slide 18 - Tekstslide

Maken 2.2 Voedingsstoffen
Opdracht 1, 2, 4, 5, 6 en 7

Slide 19 - Tekstslide