G1HVa - Formuleren - les 33 - 10-1-2024 §3 Verwijzen met deze - die - dit -dat

Welkom bij Nederlands
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen
  • Bespreken huiswerk bespreken (cursus 4) Taal §3 Taalverandering: opdrachten 2 en 3.
  • Uitleg Cursus 

Slide 2 - Tekstslide



Na het maken van §3 (blz. 234) kan/weet ik:
  • op de juiste manier met deze, die, dit en dat verwijzen naar mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.
Doel

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Taal §3 Taalverandering: opdrachten 2 en 3.

Volgende slide bij opdracht 2, vraag 2

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Taal - §3 - Taalverandering (blz. 94)
Opdracht 4
Engels
Frans
kers
markt
tafel
villa
vork
wijn

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg verwijzen met deze, die, dit, dat  
(Formuleren - §3 - blz. 234)
Zelfstandig naamwoord => de-woord of het-woord
de-woorden => mannelijk (m) of vrouwelijk (v) => vind je in het woordenboek
het-woorden => onzijdig (o) (geld ook voor alle verkleinwoorden)

Verwijzen
de-woorden => de, deze of die
het-woorden => het, dit of dat

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg verwijzen met deze, die, dit, dat  
(Formuleren - §3 - blz. 234)
zelfstandig naamwoord
verwijswoord
voorbeeld
enkelvoud mannelijk
deze, die
Als je geodriehoek kapot is, kun je deze wel gebruiken.
Jan houdt veel van zijn opa, die naast hem woont.
enkelvoud vrouwelijk
deze, die
In de apotheek werkt Irma, die in Hoogeveen woont.
Irma werkt in de apotheek, deze staat in de Hoofdstraat
enkelvoud onzijdig
dit, dat
Het nieuwe theater is geopend. Dit is mooi geworden.
Het mes dat jij gebruikt, is erg scherp.
in het meervoud
deze, die
Zoek jij nieuwe schriften? Deze zijn in de aanbieding.
Van de leerlingen die fraudeerden, kregen 6 straf.  

Slide 8 - Tekstslide

Wat:
Ga verder met opdracht 1. Je werkt nu online

Hoe:
Je mag samenwerken met je buurman of buurvrouw als je naast  iemand zit. 

Klaar:
Ga verder met opdrachten 2 t/m 4.






Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Voor deze opdracht overleg je zachtjes met je buurman of buurvrouw.
groen:  fluisterniveau 
Kom je er zelf echt niet uit overleg dan met je buurman/buurvrouw of vraag het de docent .


Aan het werk!
timer
30:00

Slide 9 - Tekstslide





Na het maken van §3 (blz. 234) kan/weet ik:
  • op de juiste manier met deze, die, dit en dat verwijzen naar mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.

Doel

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 13 januari
Maken:
Formuleren §3 (blz. 234 in het boek): opdrachten 1 t/m 4. Deze opdrachten mag je online maken. Opdracht 4 moet online gemaakt worden. 











Slide 11 - Tekstslide