Les 42 - Spelling §2 Bijvoeglijk naamwoord

Les 42 - Spelling §2 Bijvoeglijk naamwoord
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 42 - Spelling §2 Bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Hallo 1va
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
  • Wat gaan we doen vandaag?
  • Lezen (10 min)
  • Wat weet je nog?
  • Nakijken §1 
  • Uitleg §2
  • Opdrachten maken §2
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Hallo 1vhtb
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
  • Wat gaan we doen vandaag?
  • Lezen (10 min)
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg §2
  • Opdrachten maken §2
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Hallo 1vhtb
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
  • Wat gaan we doen vandaag?
  • Lezen (10 min)
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg §1 hoofdletters en leestekens
  • Opdrachten maken §1
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
timer
0:30

Slide 5 - Tekstslide

LESDOELEN:

Ik kan/weet...

- de korte en lange vorm van bijvoeglijke naamwoorden spellen
- stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden spellen

Slide 6 - Tekstslide


Wat is een bijvoeglijk naamwoord?



Spelling - bijvoeglijk naamwoord
  • Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord (zn).

  • 7B is een leuke klas.
  • Die grappige Jonathan weet het altijd beter.
  • Ons vakantiehuis is prachtig.

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf in 1 minuut zoveel mogelijk bijvoeglijke naamwoorden op. GO!!!
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide


Hoe schrijf je een bijvoeglijk naamwoord?



Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Vaak komt er een -e achter het woord (verbogen vorm), maar niet altijd (onverbogen vorm).

  • Een leuke klas / De klas is leuk.
  • De grappige jongen / De jongen is grappig.
  • Het prachtige vakantiehuis / Een prachtig vakantiehuis.

Slide 9 - Tekstslide


Wanneer onverbogen? Wanneer verbogen (met -e)?








Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Een mooi meisje                      Een mooie jongen

Een groot huis                          Een grote flat

Waarom is dat?

Slide 10 - Tekstslide

Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Onverbogen:
  • Na het lidwoord ‘een’ als het woord onzijdig is (een het-woord is)
     Een groot vakantiehuis // Een mooi gerecht
  • Als het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord staat.
     Die scholier is fantastisch. // Het huis is schitterend.

Verbogen (met -e):
  • Na het lidwoord ‘de’ en ‘het’.
     De grote jongen // Het mooie gerecht
  • Na het lidwoord ‘een’ als het woord mannelijk of vrouwelijk is (een de-woord is).
     Een leuke vriendin // Een fantastische show
  • Als er geen lidwoord voor een woord in het meervoud staat.
     Slimme leerlingen // Grote groepen

Slide 11 - Tekstslide


Hoe schrijf je de verbogen vorm?



Spelling - bijvoeglijk naamwoord
De verbogen vorm:
  • Zet een -e achter het woord: mooi, mooie / fijn, fijne

Afwijkende spelling:
  • Verdubbel de laatste letter en zet een -e achter het woord: fris, frisse / glad, gladde / wit, witte
  • Haal een a, e, o of u weg en zet een -e achter het woord: traag, trage / leeg, lege / dood, dode / zuur, zure.​
  • Verander een -f in een -v- of een -s in een -z- en zet een -e achter het woord: lief, lieve / naïef, naïeve / grijs, grijze / vlekkeloos, vlekkeloze

Slide 12 - Tekstslide


Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord



Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Is het bijvoeglijk naamwoord een materiaal (stof), dan schrijf je het bijna altijd met -en.

  • De gouden beker
  • De papieren versie
  • Het katoenen shirtje
  • De wollen sjaal

Let op: bij stoffen met een naam geleend uit een andere taal is er vaak geen uitgang met -en.

  • De plastic stoel
  • De suède jas
  • De corduroy broek

Slide 13 - Tekstslide

Zelf oefenen 1va
Cursus 7 Spelling §2 bijvoeglijk naamwoord
Wat:  Maak van §2 opdracht 1 t/m 4 p. 246-247.
Hoe:  Individueel 
Hulp: Nieuw Nederlands, buur, docent.
Tijd:  15 min.
Uitkomst: Geoefend met spellingswijze van lange en korte vorm van bijvoeglijk naamwoord.
Klaar?
Ben je klaar lezen in je leesboek of huiswerk 
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Zelf oefenen 1vhtb
Cursus 7 Spelling §2 bijvoeglijk naamwoord
Wat:  Maak van §2 opdracht 1-2 en 4-5 p. 246-247.
Hoe:  Individueel 
Hulp: Nieuw Nederlands, buur, docent.
Tijd:  15 min.
Uitkomst: Geoefend met spellingswijze van lange en korte vorm van bijvoeglijk naamwoord.
Klaar?
Ben je klaar lezen in je leesboek of huiswerk 
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

LESDOELEN:

Ik kan/weet...

- de korte en lange vorm van bijvoeglijke naamwoorden spellen
- stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden spellen

Slide 16 - Tekstslide

Fijne dag!
Ruim rustig op en blijf rustig zitten tot de bel gaat.

Slide 17 - Tekstslide