H2 Di: les 1
Ziel: die Basisverben wiederholen und die Zahlen schreiben lernen.
1. Klassendeutsch
2. Regelmatig werkwoord (machen) + stam op s-klank (heißen)
3. Getallen 1 t/m 20
4. Test huiswerk
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerroute 2Leerjaar 3
In deze les zitten 8 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Ziel: die Basisverben wiederholen und die Zahlen schreiben lernen.
1. Klassendeutsch
2. Regelmatig werkwoord (machen) + stam op s-klank (heißen)
3. Getallen 1 t/m 20
4. Test huiswerk
Slide 1 - Tekstslide
Klassendeutsch
1. Darf ich auf die Toilette gehen?
2. Ich habe meine Hausaufgaben vergessen.
3. Ich habe mein Buch/Heft vergessen.
4. Ich weiß nicht was ich bei dieser Übung machen muss.
5. Wann bekommen wir die Noten?
6. Wie schreibt man das?
7. Darf ich das Fenster schließen?
Slide 2 - Tekstslide
Regelmatig werkwoord +
werkwoord met stam eindigend op een s-klank
machen = maken heißen Voltooide tijd zwak werkwoord
Ich mach e heiß e Ge + stam + t = ge mach t
du mach st heiß t gemacht
er,sie,es mach t heiß t
man, wer mach t heiß t Voltooide tijd sterk werkwoord
wir mach en heiß en
ihr mach t heiß t Ge + stam + en = ge hieß en
sie, Sie mach en heiß en gewesen (sein)
Slide 3 - Tekstslide
Aufgabe haben/sein/machen/heißen
1. Mein Bruder .............. immer seine Hausaufgaben. (maken)
2. Du ........... doch Peter? (heten)
3. Ich .......... sehr krank und gehe nicht in die Schule. (sein)
4. Meine Mutter ............ morgen Geburtstag. (hebben)
5. Lena und Janna ........... zu spät. (sein)
6. Ich bin in Frankreich ......... (sein voltooide tijd)
Slide 4 - Tekstslide
Die Zahlen
1. 12.
2. 13.
3. 14.
4. 15.
5. 16.
6. 17.
7. 18.
8. 19.
9. 20.
10.
11.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Test Hausaufgaben
2. Leerwerk: haben, sein, w-vragen, Klassendeutsch (4 zinnen)
3. Leerwerk: Basiswoordenschat 1 t/m 13 lernen!
3. Rollenspiel präsentieren
Slide 7 - Tekstslide
Hausaufgaben Dienstag 21-09
1. Controle schrift
2. Klassendeutsch (alle 7 opgegeven zinnen)
2. haben, sein, machen, heißen + voltooide tijd
3. Basiswoordenlijst 1 t/m 30
