Communicatie/Zes interactievaardigheden

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Communicatie week 5

Zes interactievaardigheden  

Verhaal

''Ruby zet haar verdriet om in het maken van een mooie tekening'' 

Waarom gaan we het hebben over 6 interactievaardigheden? 

Wat betekent interactie voor jou?

Lesdoel:
De leerling kan de zes interactievaardigheden van de pedagogische medewerker toepassen in de interactie met het kind. 

Subdoelen: 

1. De leerling kan het belang van de zes interactievaardigheden toelichten.

2. De leerling benoemt de definitie van de zes verschillende interactievaardigheden.

3. De leerling kan toelichten hoe de zes interactievaardigheden: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, structureren & grenzen stellen, praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering, begeleiden van onderlinge interacties, toegepast moet worden door de pedagogisch Medewerker in de interactie met het kind.

4. De leerling evalueert welke interactievaardigheden hij/zij meeneemt als toekomstige pedagogisch medewerker.

Programma 

1. Theorie/videofragment (5 min)

2. Verwerkingsopdracht: zelfstandig (20 min)

3. Poster maken en casus bedenken: groepjes (30 min)
4. Casus uitspelen en poster presenteren (30 min)
5. Afsluiting (5 min).  

Waarom is het belangrijk om als Pm-er de zes interactievaardigheden toe te passen? 

• Het helpt om op een goede manier te reageren op boodschappen van           de kinderen
• Kinderen voelen zich gezien en gehoord
• Kinderen voelen zich veilig binnen de groep
• Kinderen weten wat er van hen verwacht wordt. 

Basis houding van de Pm-er

Kinderen het gevoel geven van veiligheid waardoor ze zich optimaal kunnen ontwikkelen.  

Vanaf 6.30 tot 9.20 min. 

Opdracht 

Zelfstandig (20 minuten):
 

Beschrijf de theorie van de zes verschillende interactievaardigheden. Gebruik je boek voor de theorie bladzijde 175- 187. 
 

 1. Wat houdt de definitie in?

2. Noteer van de zes interactievaardigheden minimaal 5 acties/gedrag die jij kunt inzetten als Pedagogische medewerker.

Groepsopdracht 

Ieder team krijgt 1 interactievaardigheid  toegewezen. Op papier staat welke interactievaardigheid het team krijgt. We houden het verborgen en zeggen het niet tegen de andere groep. Waarom? Dat zal ik nu uitleggen. 

Groepsopdracht 

1. Wat is de definitie van jullie interactievaardigheid?

2. Waarom moet een pedagogische medewerker deze interactievaardigheid toepassen?

3. Beschrijf  bij jullie interactievaardigheid, minimaal 5 acties die je kunt inzetten als pedagogisch medewerker.

(maak gebruik van je verwerkingsopdracht/boek).

4. Hoe kunnen jullie als toekomstige PM’ers, deze interactievaardigheid toepassen? Bedenk met je groepje een casus en oefen de casus met elkaar uit. Bespreek met elkaar wie de pedagogische medewerker wordt en wie de kinderen.

Let op: de casus zullen jullie aan het einde van de les voor de klas uitbeelden, maximaal een minuut.

Zijn jullie als groep klaar?
Steek je vinger op, zodat de docent langs komt om afspraken te maken.

30 minuten

Team 1: Imre, Lieke en Sisi

Team 2: Nadia, Lisa en Nihad

Team 3: Rosa, Anouk en Denise

Team 4: Eliza, Imane en Miryam

Team 5: Yndi, Ilham en Nina

Team 6: Heleen, Salma & Michelle 

Acteren en presenteren  

Welk team wil als eerst starten? 

Team 1:

Team 2

Team 3

Team 4
 

Team 5

Team 6

Keurig gedaan!

Tot volgende week! 

Afsluiting:  
1.Welk interactievaardigheid neem jij mee om in de aankomende tijd ermee te werken? Waarom?
 

2. Welk cijfer geef jij de les vandaag?