MC T3A All Right hh 3.2, new 3.3 & grammar 3.4

English M3: Unit 3.2 & 3.3 & 3.4
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

English M3: Unit 3.2 & 3.3 & 3.4

Slide 1 - Tekstslide

This class:
- Looking back at Unit 3.2: do you know the words and grammar?

- 3.3 Leerdoel: Je weet de betekenis van Engelse woorden rondom het thema 'health’ en kunt ze gebruiken. 

- 3.3 Leerdoel: Je kent de zinnen (expressions) van Unit 3.3 en kunt ze gebruiken.

- Homework for next week: Unit 3.3 opdr. 1 t/m 10. Leer woordjes & grammar & irr. verbs

Slide 2 - Tekstslide

Words Lesson 2 E-N
- Leerdoel: Je weet de betekenis van Engelse woorden rondom het thema ‘education’ en kunt ze gebruiken. 


Answer the following questions about the words from Lesson 2

Slide 3 - Tekstslide

to revise for
A
schorsen; van school sturen
B
een oogje dichtknijpen
C
moeten nablijven
D
studeren; herhalen

Slide 4 - Quizvraag

compulsory
A
gemiddeld
B
verplicht
C
onvoldoende; niet genoeg
D
uit het hoofd

Slide 5 - Quizvraag

insufficient
A
gemiddeld
B
verplicht
C
onvoldoende; niet genoeg
D
uit het hoofd

Slide 6 - Quizvraag

tuition
A
schoolhoofd; rector
B
kans
C
schoolgeld
D
spiekbriefje

Slide 7 - Quizvraag

It's your own RESPONSIBILITY to study at this private school.

Slide 8 - Open vraag

In an INTERNSHIP you can practise your future profession.

Slide 9 - Open vraag

A test score of 300 points is AVERAGE.

Slide 10 - Open vraag

Looking back;
I already know a lot of the English-Dutch words from Lesson 2. (fill in the 'leerdoelenkaart')
A
Yes, I do
B
Yes, I'm starting to learn them
C
No, I still don't know a lot of them
D
No, I still don't know any of them

Slide 11 - Quizvraag

'Will/Shall' of 'to be going to'
Do you still know when to use 
'will' and when to use 'to be going to'?



Slide 12 - Tekstslide

The traffic is really bad.
We ... our flight. (miss)
A
will miss
B
are going to

Slide 13 - Quizvraag

I promise I ... you a letter soon. (write)
A
will write
B
am going to write

Slide 14 - Quizvraag

Toekomende tijd:
We ...... our holiday in Spain. (spend)
A
go to spend
B
are going to spend
C
are spent
D
go spending

Slide 15 - Quizvraag

You must be hungry.
I ... you a sandwich. (make)
A
am going to
B
make
C
will making
D
will make

Slide 16 - Quizvraag

Donna doesn't like her new job at all.
She ... tomorrow. (quit)
A
is going to
B
will go quit
C
is going to quit
D
is quitting

Slide 17 - Quizvraag

I promise I (not / to tell) your secret to anyone.

Slide 18 - Open vraag

What (wear / you) at the party tonight?

Slide 19 - Open vraag

I think I (to find) something nice in my mum's wardrobe.

Slide 20 - Open vraag

Looking back;
I understand the grammar about 'the future' and can use it in an exercise. (Fill in the 'leerdoelenkaart')
A
Yes, I understand and can use the future
B
Yes, I'm starting to understand but I still need more practise
C
No, I still think it's difficult, but I will practise and learn.
D
No, I don't think I'll ever understand

Slide 21 - Quizvraag

2. Words Lesson 2 E-N
Leerdoel: Je weet de betekenis van Engelse woorden rondom het thema ‘health’ en kunt ze gebruiken. 

Lees de woordjes door van Unit 3, Lesson 3 (blz. 172)
Daarna kijken we of je al wat woordjes herkent. 
Maak opdr. 2, 4, 5, 6 & 9. 
Of: inzien schrijftoets

Slide 22 - Tekstslide

This class:

- 3.3 Leerdoel: Je begrijpt wanneer je 'some...' of 'any...' moet gebruiken

- Homework for next week: 
Unit 3.3: maak opdr.  2, 4, 5, 6 & 9. Leer woordjes & grammar & irr. verbs
Unit 3.4: maak opdr. 5
Work on Book Poster

Slide 23 - Tekstslide

SOME & ANY
Betekenis: een paar, een beetje, wat, enkele
Maar wanneer gebruik je some en wanneer gebruik je any?

Slide 24 - Tekstslide

SOME



ANY 
Gebruik je bij: 

- (+) Bevestigende zinnen;

- (?) Vragen waarbij je verwacht dat het antwoord "ja" is (een verzoek, aanbod, voorstel)

Would you like some coffee? 
I'd love some coffee.




Gebruik je bij: 

- (-) Ontkennende zinnen;

- (?) Vragen waarbij je het antwoord niet weet of verwacht dat het "nee" is.

There aren't any cookies left.
Are there any cookies left?

Slide 25 - Tekstslide

SOME / ANY

They didn't make ... mistakes
A
some
B
any

Slide 26 - Quizvraag

SOME / ANY

I am going to buy ... flowers.
A
some
B
any

Slide 27 - Quizvraag

SOME / ANY

Those apples look nice! Shall we get ...?
A
some
B
any

Slide 28 - Quizvraag

iemand
ergens
iets
een beetje / wat
some
somewhere
anywhere
someone / somebody
anyone / anybody
anything
something

any

Slide 29 - Sleepvraag

I've got __________ in my eye.
A
something
B
anything

Slide 30 - Quizvraag

There is ____ at the door.

A
someone
B
anyone
C
somebody
D
anybody

Slide 31 - Quizvraag

We haven’t heard ____ from Peter, is he ill?

A
something
B
anything

Slide 32 - Quizvraag

Can I have _________ to drink?
A
something
B
anything

Slide 33 - Quizvraag

Homework Monday 10 February
Homework:
- Finish Unit 3.3 ex. 2, 4, 5, 6 & 10 
& Unit 3.4 ex. 5
- learn words and expressions Unit 3 Lesson 3 (p. 172-173)
- learn the irregular verbs p. 190-191

Work on your Book Poster


Slide 34 - Tekstslide