Oppervlakte parallellogram + driehoek + cirkel

In deze parallellogram ...
(kies het beste antwoord)
A
... zijn zijden AD en BC even lang.
B
... lopen zijden AD en BC evenwijdig.
C
...zijn de zijden 2 aan 2 even lang en evenwijdig
D
zijn de hoeken geen 90 graden
1 / 39
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

In deze parallellogram ...
(kies het beste antwoord)
A
... zijn zijden AD en BC even lang.
B
... lopen zijden AD en BC evenwijdig.
C
...zijn de zijden 2 aan 2 even lang en evenwijdig
D
zijn de hoeken geen 90 graden

Slide 1 - Quizvraag

Lengte x breedte = oppervlakte
Zijde x bijbehorende hoogte = oppervlakte 
Lengte x breedte : 2 = oppervlakte

Slide 2 - Sleepvraag

Hoelang is de hoogtelijn?
A
12 cm.
B
14 cm.
C
18 cm.
D
6 cm.

Slide 3 - Quizvraag

Een hoogtelijn maakt altijd een:
A
rechte hoek met de tegenoverliggende zijde
B
staat er voor de lol
C
geeft de diepte van de driehoek aan
D
zorgt ervoor dat je een goede driehoek kan tekenen

Slide 4 - Quizvraag


Wat is de hoogtelijn van AC?   
A
AC
B
AF
C
BE
D
CD

Slide 5 - Quizvraag

Welke zijde
hoort bij hoogte GJ
A
GH
B
HI
C
JI
D
GI

Slide 6 - Quizvraag

Welke zijde hoort bij hoogte AE?

Slide 7 - Open vraag

Welke zijde hoort bij hoogte TU?

Slide 8 - Open vraag

Een rechthoek heeft de maten van 5 bij 8 cm. Hoeveel is de oppervlakte?
A
5+ 5 + 8 +8= 26 cm
B
5 + 8= 13 cm
C
5 x 8 = 40 cm
D
5 x 8 = 40 cm²

Slide 9 - Quizvraag

Oppervlakte?

A
42 x 33 = 1 386
B
42 x 40 = 1 680
C
42 x 33 : 2 = 693
D
33 x 40 = 1 320

Slide 10 - Quizvraag

Oppervlakte in cm2?

A
17 x 11 = 187
B
15 x 17 : 2 = 127,5
C
17 x 15 = 255
D
17 x 11 : 2 = 93,5

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte
van dit parallellogram?
A
18 * 20 = 360
B
18 * 16 = 288
C
20 * 16 = 320
D
18 * 16 : 2 =144

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van deze parallellogram?
A
15cm2
B
7cm2
C
12cm2
D
10cm2

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van driehoek KLM?
A
336
B
240
C
272
D
Het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is oppervlakte van deze driehoek?
A
540
B
0,5x360x15
C
0,5x39x15
D
270

Slide 15 - Quizvraag

WAT IS DE OPPERVLAKTE
VAN DE Groene DRIEHOEK
A
3 cm + 5 cm = 8 cm
B
3 cm + 5 cm + 3 cm + 5 cm = 16 cm
C
3 cm x 5 cm = 15 cm²
D
0,5 x 3 cm x 5 cm = 7,5 cm²

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de
oppervlakte van
deze driehoek?
A
126 cm2
B
96 cm2
C
252 cm2
D
30 cm2

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de
Oppervlakte van
de driehoek?
A
33 x 20 = 660
B
29 x 20 : 2 = 290
C
29 x 33 : 2 = 478, 5
D
33 x 20 : 2 = 330

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van de vlieger ?
A
1/2 x 6 x 2 = 6
B
2 x 1/2 x 6 x 2 = 12
C
2 x 6 X 2 = 24

Slide 19 - Quizvraag

De oppervlakte van een vierkante tuin is 225m2
Wat zijn de maten van deze tuin?
A
16m x 16m
B
15m x 15m
C
10m x 10m
D
14m x 14m

Slide 20 - Quizvraag

Dus als je van hm2 naar m2 moet omrekenen, dan doe je .....
A
x 10000
B
x100 x100
C
: 10000
D
x 100

Slide 21 - Quizvraag

Omrekenen

200mm2=.....cm2
A
20
B
2000
C
20000
D
2

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van deze ruit?
A
48
B
40
C
24
D
32

Slide 23 - Quizvraag

7,3 km² = ...... are
(1 are= 1 dam²)
A
7300
B
0,00073
C
73000
D
0,073

Slide 24 - Quizvraag

1 are =
A
1 m2
B
1 dam2
C
1 dm2
D
1km2

Slide 25 - Quizvraag

2450 m²=...are
A
245 are
B
24.500 are
C
245.000are
D
24,5 are

Slide 26 - Quizvraag

1,75 ha =.... are
A
0,0175 are
B
17,5 are
C
175 are
D
0,175 are

Slide 27 - Quizvraag

Welke oppervlakte maat is het grootst?
A
Vierkante decameter
B
Vierkante meter
C
Vierkante centimeter
D
Vierkante decimeter

Slide 28 - Quizvraag



Wat is het teken van pi? 
A
B
~
C
π
D
%

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de naam van de
blauw lijn?
A
straal
B
diameter
C
omtrek
D
oppervlaktelijn

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de diameter?
A
20m
B
40m
C
20cm
D
40cm

Slide 31 - Quizvraag

De diameter is..
A
Hetzelfde als de straal
B
2 keer de straal

Slide 32 - Quizvraag

De diameter is ...
A
2,5 cm
B
5 cm
C
10 cm

Slide 33 - Quizvraag



Welke formule gebruik je om de omtrek 
van een cirkel te berekenen?
A
πstraal2
B
πdiameter2
C
πstraal
D
πdiameter

Slide 34 - Quizvraag



Welke formule gebruik je om de oppervlakte 
van een cirkel te berekenen?
A
πstraal2
B
πdiameter2
C
πstraal
D
πdiameter

Slide 35 - Quizvraag

Bereken de omtrek.
Rond af op één decimaal.
A
88,9 cm
B
89,0 cm
C
89,1 cm
D
89,2 cm

Slide 36 - Quizvraag

Van een cirkel is de straal 4 cm. Hoeveel cm is de diameter?

Slide 37 - Open vraag

Bereken de omtrek
van de cirkel in meters.
A
62,831...
B
256,637...
C
125,663...
D
5026,548...

Slide 38 - Quizvraag



Bereken de oppervlakte van de cirkel

A
314 cm
B
78,5 cm
C
15,7 cm
D
31,4 cm

Slide 39 - Quizvraag