5.3 Krachten meten - deel 2

Krachten meten 
Hoofdstuk 5
Paragraaf 3
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Krachten meten 
Hoofdstuk 5
Paragraaf 3

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Leerdoelen
Uitleg paragraaf 3
Oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert hoe je krachten meet;
Je leert welke verschillende krachtmeters er zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Kracht meten
Krachtmeter of veerunster. 

Verschillend meetbereik


De eenheid van kracht: 
newton (N)

Slide 4 - Tekstslide

Eenheid
De eenheid van kracht is newton (N).

Voor grote krachten is dit kilonewton (kN).

             x 1000
kN                              N
            : 1000


Slide 5 - Tekstslide

Reken 19 kN om naar N.

Slide 6 - Open vraag

Reken 19 kN om naar N
19 kN x 1000 = 19000 N



             x 1000
kN                              N
            : 1000


Slide 7 - Tekstslide

Reken 1890 N om naar kN.

Slide 8 - Open vraag

Reken 1890 N om naar kN
1890 N : 1000 = 1,89 kN



             x 1000
kN                              N
            : 1000


Slide 9 - Tekstslide

Lengte pijl
Hoe bepalen we hoe lang we de lengte van de pijl maken?




Zie scherm docent

Slide 10 - Tekstslide

Maken
Hoofdstuk 5
Paragraaf 3

Opgaven: 37 + 39

Slide 11 - Tekstslide

Zwaartekracht
De aantrekkingskracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. 

Hierdoor vallen voorwerpen naar beneden. 


De eenheid voor kracht is newton (N). 

Slide 12 - Tekstslide

Zwaartepunt
Het zwaartepunt ligt in het midden. 

Het zwaartepunt geef je aan met de letter Z. 

Maken opgave 56

Slide 13 - Tekstslide