Zorg ervoor dat je telefoon uitstaat én in je tas zit.
Pak je spullen er alvast bij:
leerboeken, chromebook,
schrift, etui en je leesboek.
Welke stijlfiguur herken je hiernaast?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Ga op je eigen plek zitten.
Zorg ervoor dat je telefoon uitstaat én in je tas zit.
Pak je spullen er alvast bij:
leerboeken, chromebook,
schrift, etui en je leesboek.
Welke stijlfiguur herken je hiernaast?
Slide 1 - Tekstslide
lesdoelen
afmaken en nakijken opdrachten
bespreken toets Leesvaardigheid
checken lesdoelen
Wat gaan we doen?
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les heb je gecontroleerd hoe het nu gaat met het herkennen van de verschillende stijlfiguren.
Aan het einde van deze les weet je wat er goed en minder goed is gegaan bij het maken van de toets Leesvaardigheid zodat je weet wat een volgende keer beter moet.
Slide 3 - Tekstslide
H7.3 Stijlfiguren
Afmaken opdracht 42 t/m 44, vanaf blz. 41.
Klaar?
Kom je werk even laten zien.
timer
20:00
Slide 4 - Tekstslide
H1.4, 4.3 en 7.3 Stijlfiguren
1. Herhaling 2. Opsomming
3. Tegenstelling 4. Overdrijving
5. Ironie
6. Sarcasme
7. Eufemisme Zij zit tussen twee banen in.
8. Understatement De Duitsers waren in 1940 niet welkom.
9. Pleonasme Prachtig, die witte sneeuw.
10. Tautologie Ik voelde me echt eenzaam en alleen.
11. Retorische vraag Wil je een draai om je oren?
12. Paradox De scheiding houdt ons bij elkaar. Schrijven is schrappen.
Slide 5 - Tekstslide
De toets Leesvaardigheid
A1/B12 Informeren
A2/B11 Er zitten veel leerlingen in de klas van wie Nederlands niet de moedertaal is. Ook goed: Meertalige kinderen leren beter wanneer ze als ze op school in contact komen met hun moedertaal.
A3/B13 Meertalige kinderen voelen zich minder thuis op school / slechtere leerprestaties / taalachterstand.
A4/B16 Redengevend (signaalwoord: om die reden)
Slide 6 - Tekstslide
A5/B15 Het doel is om meertalige kinderen betere laten leren/Meertaligheid te ondersteunen en bevorderen (alinea 5, zie het verband tussen alinea 5 en 6) óf het einddoel uit alinea 12: om niet alleen het klaslokaal een inclusievere plek te maken, maar op lange termijn ook de stad.
A6/B14 TaalBAD-benadering! Dat betekent: onderdompelen. Bij deze benadering wordt alleen de 'nieuwe taal' behandeld. Bij de nieuwe manier is er ook ruimte voor de thuistaal.
A7/B18 Zie alinea 7: Meertaligheid helpt kinderen beter nieuwe talen te leren/ bevordert de ontwikkeling van hun brein/zorgt ervoor dat kinderen zich meer veilig voelen.
Slide 7 - Tekstslide
A8/B17 Zie alinea 10. Als kinderen boeken in hun thuistaal lezen, kunnen ze zich beter uitdrukken in hoe ze zich voelen en wat ze denken, wat de ouder-kindrelatie versterkt / Het helpt ook ouders die zelf het Nederlands niet goed beheersen om beter contact te maken met hun kind.
A9/B19 Een verdeelde stad.
A10/B20 Probleem-en-oplossingstructuur
A11/B1 Betogende tekst
A12/B2 Meer dan duizend kinderen van nieuwkomers in Nederland krijgen op dit moment geen onderwijs.
Slide 8 - Tekstslide
A13/B4 Zie alinea 4, r. 27. Daarna: minder lesuren, grotere klassen, minder leraren en onbevoegde leraren.
A14/B3 a. alinea 3 = toelichting b. alinea 5 = constatering
A16/B7 Verschillende mogelijkheden: je wordt vaak slecht betaald, je valt vaak niet onder een cao waardoor je wordt gedwongen als zzp'er te werken met alle bijbehorende nadelen en risico's, er is geen ondersteuning voor omscholing.
A17/B6 Overheidsinvestering in NT2-onderwijs, in wetten en onderwijsbeleid.
Slide 9 - Tekstslide
A18/B9 De asielcrisis. Zie regel 65.
A19/B8 Een inhoudelijk argument is nodig voor een punt.
A20/B10 Het NT2-onderwijs in Nederland kampt met structurele problemen, voornamelijk veroorzaakt door overheidsbeleid, en er is een duurzame oplossing nodig om migranten volwaardig te laten deelnemen aan de samenleving.
Totaal: 25 punten 2,7 fout is een punt eraf
Totaal stofverkorters: 20 punten 2,2 fout is een punt eraf