FE Vervolgtraining Bèta

Vervolgtraining 
Formatieve Evaluatie 
Bèta-cluster JPT
Copyright VDE Education
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalHBOStudiejaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vervolgtraining 
Formatieve Evaluatie 
Bèta-cluster JPT
Copyright VDE Education

Slide 1 - Tekstslide

Wie ben ik?

  • Sølvi van den Ende
  • Noorwegen
  • Engelse Taal & Letterkunde UvA
  • 24 jaar Docente Engels en IB JPT
  • 2012 Van den Ende Education
  • 2021 docente HvA Lerarenopleiding Engels
Copyright VDE Education

Slide 2 - Tekstslide

Vraag voordat we beginnen:
Welke gedachte geeft het beste weer hoe jij op dit moment over de training Formatieve Evaluatie denkt?
Ik kan niet wachten om te beginnen!
Ik zit hier alleen omdat het moet.
Ik weet het nog niet. Even afwachten

Slide 3 - Poll

Doel van vandaag
Aan het einde van deze training kunnen deelnemers de 5 fases van de FE cyclus van Gulikers en Baartman in een les en/of lessenserie succesvol uitvoeren.

SC: Deelnemers kunnen SMART doelen en SC formuleren.
SC: Deelnemers kunnen informele en formele C4Us inzetten in hun lessen.
SC: Deelnemers kunnen verzamelde data over het leerproces analyseren en 
       interpreteren.
SC: Deelnemers kunnen effectieve feedback formuleren en effectieve zelfevaluatie- 
       en peer feedback formulieren maken.
SC: Deelnemers kunnen hun lesgeven aanpassen naar aanleiding van de analyse en 
       gegeven feedback zodat alle leerlingen verder komen in het leerproces.


Copyright VDE Education

Slide 4 - Tekstslide

Gulikers & Baartman
Copyright VDE Education

Slide 5 - Tekstslide

Ik kan de definitie geven van elke letter in het acroniem SMART.
JA
NOG NIET

Slide 6 - Poll

Ik kan SMART doelen en Succes Criteria (SC) formuleren voor mijn lessen.
JA
NOG NIET

Slide 7 - Poll

In tweetallen: formuleer een SMART doel met 2-3 SC
voor jouw vak voor de eerste of tweede klas of voor
de bovenbouw. Zet de klas bovenaan in je post.
timer
10:00

Slide 8 - Open vraag

Noem 2 informele en 2 formele C4Us die je kan inzetten om het leerproces te monitoren.

Slide 9 - Open vraag

             Fase 3: Verzamelde bewijs van leren analyseren     en     en interpreteren
ALTIJD op basis van de geformuleerde SC

  • Zelfevaluatie formulieren 
  • Peer feedback formulieren
  • Excel of ander schema/diagram
  • Online tool (bv LessonUp reports)
Copyright VDE Education

Slide 10 - Tekstslide

Welke optie geeft de beste beschrijving van fase 3 weer?
A
De docent kijkt of de leerling het doel heeft behaald.
B
De docent, leerling of medeleerling evalueert aan de hand van SC wat goed ging en wat beter kan in het leerproces.
C
De docent of de leerlingen zelf kijken het werk na en verbeteren de fouten.
D
De docent en leerlingen geven feedback over wat goed ging en wat beter kan in het leerproces.

Slide 11 - Quizvraag

Zelfevaluatie en peer feedback
geen checklist met vragen als: is de berekening/eerste stap correct uitgevoerd?

Alleen effectief en betrouwbaar wanneer de evaluatie is
  • gebaseerd op de geformuleerde SC
  • voor iedere leerling haalbaar is om in te vullen

Copyright VDE Education

Slide 12 - Tekstslide

Zelfevaluatie en peer feedback
Voorbeeld effectieve zelfevaluatie of peer feedback voor wiskunde: Proces goed uitgevoerd voor het correct oplossen van een vergelijking met 1 variabele. 5x-2=2x+7

Doel: Aan het einde van de les kunnen leerlingen vergelijkingen met één variabele oplossen.

SC: Leerlingen kunnen de termen met één variabele naar het linkerlid krijgen 
en de termen zonder een variabele naar het rechterlid krijgen.

SC: Leerlingen kunnen het getal van de variabele wegwerken 





Copyright VDE Education

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Copyright VDE Education
Wat is het verschil met deze zelf evaluatie/peer feedback? Waarom is deze niet effectief?

Slide 15 - Tekstslide

Zelfevaluatie en peer feedback
Voorbeeld effectieve zelfevaluatie of peer feedback voor het vak Biologie:

Doel: Aan het einde van de les kunnen leerlingen het verschil tussen ribademhaling en middenrifademhaling uitleggen zoals op de toets wordt verwacht. 

SC: Leerlingen kunnen nauwkeurig uitleggen hoe de tussenribspieren en het middenrif werken.

SC: Leerlingen kunnen uitleggen wanneer ribademhaling plaats vindt en wanneer middenrifademhaling plaats vindt. 
Copyright VDE Education

Slide 16 - Tekstslide

Ribademhaling is een oppervlakkige ademhalingstechniek waarbij de belangrijkste ademhalingsspieren de tussenribspieren zijn. Bij ribademhaling worden de ribben omhoog en naar buiten bewogen bij het inademen, en naar beneden en naar binnen bij het uitademen. Dit leidt tot een uitzetting van de borstkas tijdens het inademen en een samentrekking tijdens het uitademen. Ribademhaling wordt vaak gebruikt wanneer we oppervlakkig ademen, zoals bij stress.
Middenrifademhaling is een diepere en efficiëntere manier van ademhalen. Het belangrijkste ademhalingsspier is het middenrif. Bij middenrifademhaling trekt het middenrif omlaag bij het inademen, waardoor de longen meer ruimte krijgen om lucht in te nemen. Bij het uitademen ontspant het middenrif en gaat het terug omhoog. Middenrifademhaling maakt gebruik van de volledige capaciteit van de longen en zorgt voor een diepere en efficiëntere luchtuitwisseling. Middenrifademhaling wordt vaak aanbevolen voor ontspanning, stressvermindering en efficiëntere zuurstofopname.

Ribademhaling is een oppervlakkige ademhalingstechniek waarbij de belangrijkste ademhalingsspieren de tussenribspieren zijn. Bij ribademhaling worden de ribben omhoog en naar buiten bewogen bij het inademen, en naar beneden en naar binnen bij het uitademen. Dit leidt tot een uitzetting van de borstkas tijdens het inademen en een samentrekking tijdens het uitademen. Ribademhaling wordt vaak gebruikt wanneer we oppervlakkig ademen, zoals bij stress.

Middenrifademhaling is een diepere en efficiëntere manier van ademhalen. Het belangrijkste ademhalingsspier is het middenrif. Bij middenrifademhaling trekt het middenrif omlaag bij het inademen, waardoor de longen meer ruimte krijgen om lucht in te nemen. Bij het uitademen ontspant het middenrif en gaat het terug omhoog. Middenrifademhaling maakt gebruik van de volledige capaciteit van de longen en zorgt voor een diepere en efficiëntere luchtuitwisseling. Middenrifademhaling wordt vaak aanbevolen voor ontspanning, stressvermindering en efficiëntere zuurstofopname.

Slide 17 - Tekstslide

voorbeeld 

Slide 18 - Tekstslide

    Analyse en interpretatie
Copyright VDE Education

Slide 19 - Tekstslide

Zelf aan de slag
  • Kies één van je lessen uit voor morgen.
  • Kies één SC uit.
  • Maak een effectieve zelfevaluatie of peer feedback formulier voor het SC.

Slide 20 - Tekstslide

    Analyse en interpretatie
Copyright VDE Education

Slide 21 - Tekstslide

      Fase 4: Effectieve feedback
Hoe en wanneer communiceer je de uitkomst van je analyse met leerlingen?      

  • klassikaal ?                     
  • in groepjes ?
  • individueel ?
  • verbaal ?
  • schriftelijk ?
Copyright VDE Education

Alléén gericht 
op de SC!

Slide 22 - Tekstslide

      Fase 4: Effectieve feedback




Feedback                    feed-forward                        feed-up
(waar ben je)          (hoe moet je verder)      (waarnaar toe)
Copyright VDE Education

Slide 23 - Tekstslide

(Queen’s University Ontario)
TIJDGEBONDEN
Op het juiste moment gegeven.
Simpele opdrachten en vroeg in het leerproces --> directe feedback
Grotere opdrachten --> uitgestelde feedback

DOELGERICHT 
Linkt specifiek naar aim en SC.
Waar ben je nu? Waar werk je naar toe? Hoe kom je daar?
Moedigt EIGENAARSCHAP van het leerproces aan.
Nodigt uit tot vragen als 'Wat beheers ik nu?' 'Hoe kom ik verder?' 'Wat is mijn volgende stap?'
BESCHRIJVEND
Beschrijft hoe de leerling het werk moet aanpassen om het doel te behalen. Linkt terug naar het 'wat' en het 'waarom'. 
VOORTDUREND
Feedback is een continue proces. C4Us worden voortdurend toegepast en leerlingen ontvangen directe feedback of uitgebreide feedback om hen op weg te helpen naar het behalen van het leerdoel.
SAMENWERKEND
Zorgt ervoor dat leerlingen in gesprek blijven met hun medeleerlingen, docenten en zichzelf over het leerproces en hun vorderingen.

Slide 24 - Tekstslide

Welke feedback is effectief?
A
Geweldig gedaan. Ik ben super trots op je! Je antwoord was het beste van de klas!
B
'27' is helaas fout. Het moet '28' zijn. Bijna goed, dus wel goed geprobeerd!
C
Je antwoord is nog niet helemaal goed. Je hebt een fout gemaakt in stap 2 van de berekening. Bekijk het voorbeeld op blz. 78.
D
Je hebt veel fouten gemaakt in je berekening. Zoek de regels op zodat je het volgende keer beter kan doen.

Slide 25 - Quizvraag

Effectieve feedback
Benoemt wat WEL goed gaat EN wat nog beter moet en hoe.

NIET: 'Goed gedaan!'         WEL: 'Je hebt de juiste termen gebruikt en een volledige 
                                                           beschrijving gegeven.'

NIET: 'Fouten in                   WEL: 'Je hebt de juiste manier van uitrekenen gebruikt,      
           de berekening                     maar een paar rekenfouten gemaakt in stap 2.
                                                            Wat gebeurt er met de variabele als je die van 
                                                            rechts naar links verplaatst in een vergelijking?
Copyright VDE Education

Slide 26 - Tekstslide

    Wanneer geef je feedback?
Directe feedback is het meest effectief bij makkelijke opdrachten en vroeg in het leerproces. Door fouten vroeg te corrigeren verbetert en versnelt het leerproces. (Hattie and Timperley, 2007)

Uitgestelde feedback: Bij grotere opdrachten en aan het einde van een leertraject.


Copyright VDE Education

Slide 27 - Tekstslide

Wanneer geef je geen feedback?
- Als de leerlingen niet genoeg kennis hebben over het 
  geleerde of als de taak te moeilijk voor ze is.
- Als de taak de leerling zelf voorziet van feedback.
- Als de taak te makkelijk is voor leerlingen.
- Als de leerlingen nog niet hun best hebben gedaan.

Copyright VDE Education

Slide 28 - Tekstslide

Als een vuistregel stop je de klas als je door het geven van individuele feedback ziet dat meer dan .......?....... leerlingen met hetzelfde probleem kampen.
Fletcher-Wood, H. (2017, October 22) The evidence on feedback: A decision tree. Improving Teaching. https://improvingteaching.co.uk/2017/10/22/the-evidence-on-feedback-a-decision-tree/
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 29 - Quizvraag

30 leerlingen in 3H voor jouw vak. In fase 3 heb je gezien dat 1/3 van de leerlingen moeite heeft met 1 SC, terwijl 3 leerlingen het uitstekend beheersen. De rest maakt een paar fouten. Hoe pak je fase 4 aan? Welke effectieve feedback geef je?

Slide 30 - Open vraag

      Fase 5: Onderwijs & leren aanpassen
In fase 5 
  • past de docent het lesgeven aan zodat leerlingen verder komen in het leerproces richting het leerdoel.
  • gaan de leerlingen aan de slag met de feedback.
  • wordt gewerkt aan de SC die de leerlingen nog niet beheersen.
  • worden leerlingen uitgedaagd die het doel wel hebben behaald.
Copyright VDE Education

Slide 31 - Tekstslide

Hoe zou fase 5 eruit kunnen zien voor het SC dat je als basis gebruikte voor je zelfevaluatie/peer feedback formulier? Stel dat 50% van je leerlingen het niet beheersten en 50% wel.

Slide 32 - Open vraag

Heb je het doel van vandaag behaald?
Ik kan (morgen) de volledige FE cyclus van 5 fasen inzetten in mijn lessen.
JA
NOG NIET

Slide 33 - Poll

Dit heb ik nodig om het doel van vandaag te bereiken:

Slide 34 - Open vraag