In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
We are going to
Morning
Read
vocabulary
Afternoon
Grammar
vocabulary
Slide 2 - Tekstslide
sitting chart
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Reading
Lees text A, B & C op blz 50 & 51
Opdracht 5 & 6
Als je eerder klaar bent laat me weten.
timer
15:00
Slide 6 - Tekstslide
Extra exercise
Vocabulary
Maak Engelse zinnen met de woordjes van vocabulary 5.1 op blz 139.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
We are going to
Afternoon
Exercise check
Grammar
vocabulary
Slide 10 - Tekstslide
Exercise check
Slide 11 - Tekstslide
Correct ex. 5 on pg 52
A) True: make new friends.
True: mixed competition, fast action
True: Tuesday & Thursday
B) true: two teams of 7 players
false: there is no referee in Ultimate
C) false: football wasn't really my game.
true: we did win in the end!
Slide 12 - Tekstslide
Correct ex. 6 on pg 53
1) Er was een taartenwinkel in Bridgeport, Connecticut. Hun beste klanten waren studenten. Nadat ze klaar waren met het eten van hun taarten, zouden ze gooien met de metalen blikken. Zo is het spel ontstaan.
2) Die is makkelijker om te vangen.
Slide 13 - Tekstslide
Correct ex. 6 on pg 53
3) Een speler moet de frisbee vangen in de eindzone.
4) - Je mag niet rennen met de frisbee.
- Spelers passeren de frisbee naar de eindzone.
- Als je de frisbee laat vallen, kan het andere team hem pakken.
Slide 14 - Tekstslide
How do you want to learn the grammar?
Watch a video
work with the teacher
Slide 15 - Poll
Past Simple (To be)
Als je de kennis klip gaat kijken dan moet je daarna de volgende 3 dia's maken.
Als je klaar bent werk je verder aan opdracht 10, 11 & 12 op blz 54, 55 & 56
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
I
He/She/It
You
We
They
was
Were
Slide 18 - Sleepvraag
Maak 2 ontkennende zinnen. (- negative) I _______ (to be) late. They_______(to be) late.
Slide 19 - Open vraag
Maak een vragende zin met de past simple to be. (to be) _______ you tired? (to be) _____ she tired?
Slide 20 - Open vraag
Past Simple (To be)
Als je de kennis klip hebt bekijken en de 3 dia's over de grammatica hebt gemaakt. Dan werk je verder aan opdracht 10, 11 & 12 op blz 54, 55 & 56 Als je eerder klaar bent maak je opdracht 7, 8 en 9 op blz 53 & 54.
Slide 21 - Tekstslide
work with the teacher
Go to OneNote
Make ex. 10, 11 & 12 on pg. 54, 55 & 56
Slide 22 - Tekstslide
I hope you had fun bye bye
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Words 6punten
walgelijk
recept
main course
bowl
anyway
bird
Slide 25 - Tekstslide
Grammar (me,you,him)
them
me
it
him
4Punten
that
these
those
this
4Punten
some
any
any
some
some
5Punten
Slide 26 - Tekstslide
Grammar (wel doen/niet doen)5p
Don't eat too much before you do sports.
Don't askme. I know nothing about cricket!
Please, help met to open the windows.
Send us an email with the details tomorrow.
Don't jump off that wall. You could break something.
Slide 27 - Tekstslide
Grammar (present simple)4p
Does Sandy love peanut butter?(vraag zin)
Do insects taste very nice?(vraag zin
Sandy doesn't love peanut butter.(- ontkennende)
Insects don't taste very nice. (- ontkennende)
Slide 28 - Tekstslide
Total points
score
cijfer
28
10
27
9.4
26
8.7
25
8.1
24
7.7
23
7.4
score
cijfer
22
7.1
21
6.8
20
6.4
19
6.1
18
5.8
17
5.5
score
cijfer
16
5.1
15
4.8
14
4.5
13
4.2
12
3.9
11
3.5
score
cijfer
10
3.2
9
2.9
8
2.6
7
2.3
6
2
5
1.8
score
cijfer
4
1.6
3
1.5
2
1.3
1
1.2
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
You choose
Afternoon
Extra explanation / Kahoot
Slide 32 - Tekstslide
lijdend voorwerp blz131
He likes me (mij)
He likes you (jou)
She likes him (hem)
He likes her (haar)
He likes it (het)
She likes us (ons)
He likes them (hen)
Slide 33 - Tekstslide
Aanwijswoorden
That= verweg & enkelvoud
This= dichtbij & enkelvoud
These= dichtbij & meervoud
Those= verweg & meervoud
Slide 34 - Tekstslide
Explanation
Some gebruiken we in bevestigende zinnen (+).
Any gebruiken we in vragende (?) & ontkennende zinnen (-).
Slide 35 - Tekstslide
Explanation (wel doen/ niet doen)
Als je het wel moet doen blijft de werkwoord hetzelfde. Je moet niets toevoegen!
Als je het niet moet doen moet je (do not/don't) toevoegen.