Samengestelde zinnen
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar herken je een samengestelde zin aan?
A
Heeft 1 pv
B
Heeft meerdere pv's
C
Staat in de tegenwoordige tijd
D
Staat altijd een voegwoord in
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Enkelvoudige of samengestelde zin?
'Ik ben moe en ik heb geen zin om te gaan trainen.'
'Ik ben moe en ik heb geen zin om te gaan trainen.'
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld
Slide 3 - Quizvraag
Verander tijd: 'Ik was moe en had geen zin om te gaan trainen'.
'Ben' en 'heb' veranderen, dus 2 persoonsvormen, dus samengestelde zin.
Merk op dat in allebei de zinnen het onderwerp naast de persoonsvorm staat. Het zijn dus allebei hoofdzinnen.
Wat is het voegwoord?
Ik kon je niet ophalen, want ik moest overwerken.
Ik kon je niet ophalen, want ik moest overwerken.
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het voegwoord?
Toen ik naar school fietste, kreeg ik een lekke band.
Toen ik naar school fietste, kreeg ik een lekke band.
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het voegwoord?
Ik wil vanavond friet of pizza eten.
Ik wil vanavond friet of pizza eten.
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de twee persoonsvormen?
Doordat het gestormd had, was de weg bezaaid met takken.
Doordat het gestormd had, was de weg bezaaid met takken.
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de twee persoonsvormen?
Ik ben lid van een boekenclub en ik lees elke dag.
Ik ben lid van een boekenclub en ik lees elke dag.
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Is het een samengestelde zin?
Ons hele gezin gaat elk jaar naar een pretpark.
Ons hele gezin gaat elk jaar naar een pretpark.
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is het een samengestelde zin?
Als je samen deze taalopdracht maakt, ben je eerder klaar.
Als je samen deze taalopdracht maakt, ben je eerder klaar.
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is het een samengestelde zin?
Heb jij weleens een pepermunt in een fles cola gedaan?
Heb jij weleens een pepermunt in een fles cola gedaan?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is het een samengestelde zin?
Zie je wel dat ik goed kan dansen?
Zie je wel dat ik goed kan dansen?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
