Samengestelde zinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Samengestelde zinnen

Je weet wat enkelvoudige en samengestelde zinnen zijn.

Je weet wat voegwoorden zijn en je kan ze herkennen. 

Je kan de persoonsvormen uit de samengestelde zinnen halen.

Bij elke persoonsvorm kun je het onderwerp van de zin vinden.

Wat zijn enkelvoudige zinnen?

Wat is een samengestelde zin?

1. Een zin met maar één persoonsvorm
2. Een zin met twee persoonsvormen
3. Een zin met twee persoonsvormen of meer.
4. Deze zin heeft geen persoonsvorm

Dit zijn voorbeelden van voegwoorden.

1. De, het, een
2. ik, jij, hij enz.
3. en, maar, of, want enz
4. voeg, voegt, voegen

Wat is/ wat zijn de persoonsvormen in deze zin? Ons hele gezin gaat elk jaar naar een pretpark.

Wat is/ wat zijn de persoonsvormen in deze zin? Als je samen deze taalopdracht maakt, ben je eerder klaar met je huiswerk.

Wat is/ wat zijn de persoonsvormen in deze zin? Zie je wel dat ik kan dansen?

Wat is/ wat zijn de persoonsvormen in deze zin? Heb jij wel eens pepermunt in een fles cola gedaan?

Noteer de twee enkelvoudige zinnen waaruit de zinnen zijn samengesteld: In Artis is een tijger te zien, tenzij hij ontsnapt is.

Noteer de twee enkelvoudige zinnen waaruit de zinnen zijn samengesteld: Karst in lid van een boksclub en traint tweemaal per week.

Noteer de twee onderwerpen van deze zin: Hoofdluizen zijn veelgeziene gasten op de basisschool, maar je komt ze ook steeds vaker tegen op de middelbare school.