hoofdstuk 5. Vergelijkingen en ongelijkheden. 6. Rekenen met parameters. Deel 1

§3-2 Kwadraat afsplitsen
§5-6 Werken met parameters
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§3-2 Kwadraat afsplitsen
§5-6 Werken met parameters

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Formatieve evaluatie H5 afspreken
  • Uitleg §5-6 
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel

"Na deze les kan ik uitleggen wat het begrip
 'parameter' inhoudt."

Slide 3 - Tekstslide

Parameters
  • In een vergelijking zoals y=ax+b worden a en b de parameters genoemd. Het zijn dus constanten die variabel zijn.
  • Het heeft niets te maken met 'meters'

Slide 4 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=6. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 6.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 5 - Open vraag

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=6. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 6.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 6 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=6. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 6.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 7 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=6. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 6.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 8 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=6. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 6.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 9 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=6. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 6.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 10 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=6. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 6.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 11 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=-3. Je krijgt f(x)=x^2 +4x -3.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 12 - Open vraag

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=-3. Je krijgt f(x)=x^2 +4x -3.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 13 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=-3. Je krijgt f(x)=x^2 +4x -3.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 14 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=-3. Je krijgt f(x)=x^2 +4x -3.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 15 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=-3. Je krijgt f(x)=x^2 +4x -3.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 16 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=-3. Je krijgt f(x)=x^2 +4x -3.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 17 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=-3. Je krijgt f(x)=x^2 +4x -3.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 18 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=4. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 4.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 19 - Open vraag

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=4. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 4.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 20 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=4. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 4.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 21 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=4. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 4.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 22 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=4. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 4.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 23 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=4. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 4.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 24 - Tekstslide

Gegeven is f(x)=x^2 +4x +p.
Neem p=4. Je krijgt f(x)=x^2 +4x + 4.
Schets de ligging van de grafiek t.o.v. de x-as.

Slide 25 - Tekstslide

Waar had de parameter 'p' in de functie f(x)=x^2 +4x +p invloed op?

Slide 26 - Open vraag

Opdracht 66
  • Wat?
    - Maak opdracht 66 (onderdeel weektaak)
  • Hoe?
    - Zelfstandig, in je schrift
  • Vragen?
    - Typen in de vergaderchat of microfoon aandoen
  • Klaar? 
    - Nakijken, daarna verder met de weektaak

Slide 27 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Wat?
    - werken aan de weektaak (zie SOM)
  • Hoe?
    - zelfstandig, in je schrift
  • Vragen?
    - typen in de vergaderchat of microfoon aandoen
  • Klaar?
    - nakijken! daarna verder met nieuwe weektaak

Slide 28 - Tekstslide

Afsluiten
- Check goed de weektaak
- Vragen stellen kan via Teams!

Slide 29 - Tekstslide