1v1-wo-spellingh5

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

[ 1v1 ]
Woensdag 18 mei

Ga rustig zitten​
Telefoon in de (telefoon)tas​
Chromebooks op tafel
Chromebooks blijven aan het begin van de les dicht​

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Terugblik H5
Uitleg spelling WW H5
Werken aan de weektaak
Rond 09:45 5 min pauze

Slide 3 - Tekstslide

Welke uitspraak is waar?
A
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord heeft vaak maar één vorm
B
Bij de lange vorm van het bijv. nmw hoef je alleen -e erachter te plakken
C
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt altijd op -en

Slide 4 - Quizvraag

Patricia kan lang niet zo hard rennen als/dan hem/hij
A
als hem
B
dan hij
C
dan hem
D
als hij

Slide 5 - Quizvraag

Noteer de voorzetsels/ het voorzetsel:
Vanwege de file kwam ik te laat aan op school

Slide 6 - Open vraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
De winkelier stond voor zijn toonbank een cadeautje in te pakken
A
De winkelier
B
Een cadeautje
C
Voor zijn toonbank
D
Er zit geen MV in deze zin

Slide 7 - Quizvraag

Spelling WW H5: deelwoorden als bijv. nwm
Van voltooide en onvoltooide deelwoorden kan je een bijvoeglijk naamwoord maken.

1. Wat zijn voltooide en onvoltooide deelwoorden ook al weer?
2. Kan je een voorbeeld noemen van een deelwoord als bijv. nwm?

Slide 8 - Tekstslide

Waar moet je op letten:
1. Soms moet je –e achter het woord zetten.
2. Soms moet je voor de uitspraak –tt- of –dd- schrijven.
3. Spel het bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk.

Voltooid deelwoorden al op –en eindigen, veranderen niet als je ze als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. De –n blijft dus staan

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De weektaak
Week 20
Spelling ww H5
Maak opdracht 1 t/m 6

Werken aan de fictieopdracht

Lezen H6
Maak opdracht 1 en 2

Slide 12 - Tekstslide