6.2 in de ban van Hitler

1 / 12
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

leerdoel: ik kan uitleggen hoe Hitler aan de macht kwam in Duitsland.

Slide 2 - Tekstslide

fasces symbool fascisme Italië
swastika symbool nationaal-socialisme Duitsland

Slide 3 - Tekstslide

Fascisme en nationaal-socialisme
overeenkomsten en het verschil.

  1. Verheerlijken geweld, tegenstanders verwijderen.
  2. Geen vrijheid van meningsuiting, wel censuur en propaganda
  3. Voor nationalisme, anti/tegen democratie, communisme, socialisme.
  4. Totalitaire dictatuur met 1 leider:=>dui. Führer, It. El Duce met persoonsverheerlijking.
  • Verschil: nationaal-socialisten zijn racistisch en antisemitisch (jodenhaat).

Slide 4 - Tekstslide

Rassentheorie Nazi Duitsland
  • Arische ras beste/superieure ras=> übermenschen. (Noord-west Europa)
  • Zuid-Europese landen (fra, it, spa, griek,por)
  • De üntermenschen/minderwaardige mensen.
  1. Slavische volken (Polen, Rusland, baltische staten)
  2. Zigeuners, donkergekleurde mensen, vooral Joden, bedreigden de eenheid van de volksgemeenschap. (iedereen in het volk is homogeen, komen op voor land)

Slide 5 - Tekstslide

Hitler aan de macht
  • Tijdens de wereldcrisis Hitlers partij grootste in het parlement. 
  • Joseph Goebbels manipuleerde de bevolking via propaganda met nazidenkbeelden. Hitler zelf inspireerde mensen op massabijeenkomsten. 
  • 1933 Hitler Rijkskanselier, andere partijen dachten hem onder de duim te kunnen houden met maar 3 ministerposten.
  • 27 februari 1933 Rijksdag in brand, Ned. communist van der Lubbe de schuld.

Slide 6 - Tekstslide

gevolgen rijksdagbrand
  1. Nazi's geven de communisten de schuld=>noodtoestand uitgeroepen.
  2. Geen grondwet meer.
  3. Terreur door de Sturmabteilung (SA) en de Schutzstaffel (SS). Socialisten, communisten en Joden werden in elkaar geslagen of gearresteerd en naar kampen.
  4. Alle  partijen behalve NSDAP verboden.
  5. Rijksdag gaf Hitler een machtigingswet=> hij kon voor 4 jaar zonder parlement gaan regeren. 

Slide 7 - Tekstslide

Maatregelen Hitler
  • Leger werd herbewapend. 
  • 30 juli 1934: nacht van de lange messen=> leiders SA vermoord, generaals blij want zij bleven nu het enige leger. 
  • Duitsland veranderde in een totalitaire dictatuur:
  1. Journalisten schreven wat Goebbels dicteerde en radio en film werden ingezet als massacommunicatiemiddelen.
  2. Schoolboeken werden herschreven. 

Slide 8 - Tekstslide

maatregelen van de totalitaire dictatuur
  • Jongens moesten in de Hitlerjugend, meisjes bij de Bund Deutscher Mädel
  • Deutsche Arbeitsfront voor werknemers én werkgevers, samenwerkten en zo de economie beheersen door nazi's.
  • Rechters spraken recht zoals de nazi’s dat wilden. 
  • Entartete Kunst (ontaarde kunst) van joden en abstracte kunst verboden. 
  • Jazzmuziek verboden, alleen volkseigene Musik toegestaan.

Slide 9 - Tekstslide

aanloop naar de holocaust
  • De Sicherheitsdienst (SD) en de Geheime Staatspolizei (Gestapo) vermoordden politieke tegenstanders of ze gingen naar concentratiekampen.
  • Euthenasie programma voor psychiatrische patiënten, verstandelijk gehandicapten. Deze mensen werden vermoord. Die waren een 'smet' op het arische raszuiver ras.
  • Joden werden als 2e rangsburgers, gepest en vervolgd. Wie kon, vluchtte. 

Slide 10 - Tekstslide

9/10 november 1938 Kristallnacht (sneuvelen van veel ruiten)
  • Joodse winkels verwoest en geplunderd, synagogen in brand gestoken, honderden Joden werden vermoord of in concentratiekamp Dachau opgesloten. 
  • Weinig of geen verzet bevolking Duitsland. 
  • Het was een wraakactie voor de aanslag door een Poolse Jood op de Duitse ambassadeur in Parijs. 
  • Doel kristallnacht: Joden uit Duitsland te verjagen. Velen vertrokken.


Slide 11 - Tekstslide

Economische successen Hitler
  • Werkloosheid daalde door: het aanleggen van autowegen, wapenfabrieken voor vliegtuigen, tanks en kanonnen, leger vergroten.
  • Bevolking tevreden houden door ze spullen te geven zoals een goedkope Volkswagen, Volksempfanger (radio), Volkskühlschrank (ijskast) en Volksfernseher (televisie). 
  • Buitenlandse politiek: alles ter voorbereiding van een oorlog.

Slide 12 - Tekstslide