4H Economie par. 7.3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Checklist par. 7.1 vraag 10 en 11

Nadeel voor de overheid is ... (1)
Nadeel voor de werknemer is ... (2)

1. 1 meer onderzoek 2 lager inkomen
2. 1 meer onderzoek 2 niet verzekerd
3. 1 inkomensverlies 2 lager inkomen
4. 1 inkomensverlies 2 niet verzekerd

secundair

primair

tertiair

quartair

Checklist par. 7.2 Vraag 17

ministerie

aardappelboer

ICT bedrijf

chocoladefabriek

Arbeidsproductiviteit

Redenen hogere arbeidsproductiviteit:

- Arbeidsverdeling / Specialisatie

- Mechanisatie / Automatisering / Robotisering

- Scholing

- Arbeidsomstandigheden

Streven naar efficientere productie door bijv. investeren in meer en/of betere machines

Breedte investering <-------------> Diepte investering

Breedte investering

Aanschaf extra soortgelijke machines: zie blz 179

- Verhouding arbeid/kapitaal verandert niet

- kapitaalintensiteit blijft gelijk

- arbeidsintensiteit blijft gelijk

- arbeidsproductiviteit blijft gelijk

Diepte investering

Aanschaf technisch verbeterde machines: zie blz 179

- Verhouding arbeid/kapitaal daalt

- kapitaalintensiteit stijgt

- arbeidsintensiteit daalt

- arbeidsproductiviteit stijgt

Diepte investering

diepte investering ---> verhouding arbeid/kapitaal daalt -->

--> arbeidsproductiviteit stijgt --> loonkosten per product dalen

--> lagere prijs --> meer klanten

--> zelfde prijs --> hogere winstmarges

--> hogere winst

Bedrijven streven naar innovatie

Productinnovatie: nieuwe verbeterde producten

Procesinnovatie: nieuwe verbeterde productiemethoden

Opdracht Arbeidsproductiviteit

Opdracht Arbeidsproductiviteit

1> 40.000 / 80 = 500

2> 25.000 / 500 = 50

3> 55.000 / 100 = 550

( 550 - 500 ) / 500 x 100 = 10%

4> mechanisatie

scholing

betere arbeidsverdeling

Opdracht Arbeidsproductiviteit

5> Arbeidsproductiviteit + 10%, gunstig

Loonkosten + 8%, ongunstig

10% > 8%, dus winst per saldo gestegen

6> 1,08 x 25.000 = 27.000

27.000 / 550 = 49,09

( 49,09 - 50 ) / 50 x 100 = - 1,82%

Hw.

Checklist par. 7.3 en 7.4 t/m vraag 39