TOA Oefentoets VT Communicatie

TOA 25 juni 2024
 Oefenvragen VT Communicatie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

TOA 25 juni 2024
 Oefenvragen VT Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de vier stappen van het 4G-model voor feedback?

A
Analyse, Actie, Aanpassing, Acceptatie
B
Observeren, Oordelen, Overleggen, Optimaliseren
C
Gedrag, Gevoel, Gevolg, Gewenst
D
Doen, Denken, Durven, Doorzetten

Slide 2 - Quizvraag

Wat is subassertiviteit?




A
Alleen maar denken aan jezelf en wat jij wilt/ belangrijk vindt​ & geen rekening houden met de ander.
B
Opkomen voor jezelf en je mening op een respectvolle manier​ & denken aan de ander.
C
Niet opkomen voor jezelf en je mening & teveel rekening houden met de ander.

Slide 3 - Quizvraag

Meerkeuze toets vraag communicatie . Onderwerp: soorten vragen

Wat is geen open vraag?


A
Wanneer gebeurde dat?
B
Voel je je niet zo lekker vandaag?
C
Kun je mij daar nog wat meer over vertellen?
D
Hoe bedoel je dat precies?

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer we de volgende uitspraak :

''waardoor ik nu niet meer op schema loop''

betrekken op de 4 G's (m.b.t. Feedback geven),
dan hebben we het over :
A
Gedrag
B
Gevolgen
C
Gevoel
D
Gewenst gedrag

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent subassertief?


A
Alleen maar denken aan jezelf en wat jij wilt/belangrijk vindt
B
Niet opkomen voor jezelf en je mening, teveel rekening houden met de ander.
C
Opkomen voor jezelf en je mening op een respectvolle manier, denken aan de ander

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn manieren van coderen?
A
Een boodschap overbrengen door middel van taal
B
Een boodschap overbrengen door middel van zweten
C
Een boodschap overbrengen door middel van een schilderij
D
Alle bovengenoemde antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quizvraag

Welke aspecten mbt communicatie worden afgekort tot IERA?

A
inhoudelijke/expressieve/relationele/appellerende aspecten
B
introverte/expressieve/relationele/appellerende aspecten
C
inhoudelijke/extraverte/relationele/appellerende aspecten
D
inhoudelijke/expressieve/relationele/assertieve aspecten

Slide 8 - Quizvraag

Welke fase van een gesprek omvat het bespreken van de belangrijkste onderwerpen en het oplossen van problemen?

A
Inleiding
B
Kern
C
Afronding

Slide 9 - Quizvraag

Wat is onjuist wat betreft waarnemen?

A
Je neemt waar met je zintuigen
B
Waarnemingen worden beïnvloed door je ervaringen
C
Waarneming is wat je denkt dat je ziet
D
Waarneming is wat je echt ziet

Slide 10 - Quizvraag

Hoe voeren we het beste een gesprek met de gesprekfases?
A
Inleiding, social talk, kern, afsluiting
B
Kern, inleiding, social talk, afsluiting
C
Social talk, inleiding, kern, afsluiting
D
Social talk, kern, inleiding, afsluiting

Slide 11 - Quizvraag



Een vrouw zegt tegen haar man: ga eerst maar meer met je huidige hobby doen, voor je nieuwe spullen gaat kopen.
Als de vrouw reageert vanuit het expressieve aspect wat is dan haar boodschap aan haar man?
A
Meer doen met de hobby
B
De vrouw vindt dat de man te weinig met zijn hobby doet om er nog meer geld aan uit te geven
C
De vrouw kent de man voldoende om te weten dat er weinig met de nieuwe gekochte spullen gedaan gaat worden
D
De man geeft veel geld uit aan zijn hobby

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van lichaamstaal?
A
Het gebruik van verbale communicatie.
B
Een Whatsapp-gesprek.
C
Spreken met je lichaam zonder iets te zeggen.
D
Een brief schrijven.

Slide 13 - Quizvraag

In communicatie naar elkaar spreek je van verschillende zones, waarin we communiceren. Bij welke zone hoort de volgende omschrijving?

De afstand is ongeveer 45 centimeter van elkaar, je ziet elkaar als goede vriend en je vertrouwt elkaar. Je kan elkaar goed in de ogen kijken.
A
Persoonlijke zone
B
Intieme zone
C
Sociale zone
D
Publieke zone

Slide 14 - Quizvraag

Bij een empathisch luisterniveau, luister je …?


A
Binnen je eigen kader en uit contact
B
Binnen je eigen kader en in contact
C
Binnen andermans kader en uit contact
D
Binnen andermans kader en in contact

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van een gesprekstechniek?
A
OMA
B
HELD
C
OEN
D
DUN

Slide 16 - Quizvraag