Workshop Psychiatrie a.d.h.v. leervragen

Workshop; Psychiatrie a.d.h.v. leervragen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Workshop; Psychiatrie a.d.h.v. leervragen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leervragen
eerder;
Afbouwen antipsychotica
hypochonder
psychose
waanideeën
borderline 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe wordt dit ''vastgesteld''?

Slide 4 - Tekstslide

Zie vragenlijst als voorbeeld 
Wat is de DSM 5?
De DSM 5 staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Het is het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen. Het wordt door psychologen en psychiaters gebruikt als classificatiesysteem. Maar de DSM wordt ook gebruikt door zorgverzekeraars. Ze gebruiken dit om te bepalen of een behandeling wel of niet vergoed kan worden.
Classificatie
  • stemmingsstoornissen
  • persoonlijkheidsstoornissen>Borderline
  • ontwikkelingsstoornis
  • psychotische stoornis> psychose en waanideeën
  • verslavingsproblematiek
  • angststoornissen>hypochonder
  • Somatische symptoomstoornissen>conversiestoornis

Slide 5 - Tekstslide

Stemmingsstoornissen: • Volgens DSM IV: depressieve stoornissen, bipolaire stoornissen, 
ontwikkelingsstoornis; Zwakzinnigheid, ADD, ADHD, dyslexie
persoonlijkheidsstoornis
Borderline 
psychotische stoornis• Schizofrenie
 Optreden van psychoses, ernstige verstoring van contact met realiteit. 
somatisatiestoornis; Conversiestoornis 


een persoonlijkheidsstoornis

Slide 6 - Tekstslide

Bij een persoonlijkheidsstoornis is er sprake van langdurig starre manieren van denken en gedragingen die in contact met de omgeving steeds problemen geven
De cliënt is niet in staat zich aan te passen aan wisselende omstandigheden en vragen van de buitenwereld.
Hij ervaart dat de problemen veroorzaakt worden door de buitenwereld.
De cliënt kan niet reflecteren op zijn eigen rol in situaties.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

hooghartige heren en drammende dames

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

https://youtu.be/58Op4iiICQ8

Mensen met borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) hebben een extreme angst om verlaten te worden en hebben emotieregulatie problemen. Dit zorgt erg vaak voor instabiel en impulsief gedrag, heftige stemmingswisselingen, turbulente relaties en een laag zelfbeeld.
Dit kan ertoe leiden dat iemand met BPS destructief gedrag vertoont, zoals zelfmoordpogingen of automutilatie (snijden in zichzelf).

Slide 11 - Tekstslide

Functionele afstand
Geen vertrouwelijkheden uitwisselen
Voorzichtig zijn met adviezen
Vriendelijke, correcte maar ook duidelijke benadering
Alleen afspraken maken die waargemaakt kunnen worden
Zorg dat jouw grenzen absoluut gerespecteerd worden. Duld geen enkele dreiging.
Consequent aan regels en afspraken houden
Zorg dat je niet opgebrand raakt. Deze mensen zijn kampioen in het zichzelf -vaak definitief- eruit te laten gooien. Wel mee-leven maar niet mee-lijden.
In team lucht geven aan frustraties en irritaties

somatisatiestoornis
• Somatische symptoomstoornis is een psychiatrische diagnose die wordt gekenmerkt door somatische (lichamelijke) symptomen die ofwel zeer schrijnend zijn of een significante verstoring van het normale functioneren veroorzaken.
• Symptomen zijn gewoonlijk pijn, vermoeidheid, zwakte en kortademigheid.. Bij sommige mensen kunnen de symptomen worden herleid tot een andere medische aandoening.
• Het belangrijkste kenmerk van SSD zijn buitensporige en onevenredige gedachten, gevoelens en gedragingen die verband houden met de symptomen of de gezondheid. Om de diagnose SSD te krijgen, moeten aanhoudende symptomen zijn die minstens 6 maanden aanhouden.
• Zoals bij de meeste psychiatrische aandoeningen, is er geen duidelijke oorzaak van somatische symptoomstoornis.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Conversiestoornis (CD), ook wel functionele neurologische symptoomstoornis genoemd, wordt gekenmerkt door het optreden van neurologische symptomen (zoals verlamming, toevallen, blindheid of doofheid) zonder organische of biochemische oorzaken. In vroegere tijdperken werd naar dergelijke gebeurtenissen vaak verwezen als ' hysterische blindheid 'of' hysterische verlamming '.

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psycho-educatie
Ziekte inzicht
Werking en bijwerking medicijnen
Herkenning van symptomen die aanleiding vormen tot een ernstige ontregeling
Tijdig hulp zoeken/actie ondernemen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Therapieën
  • Cognitieve gedragstherapie (CGT)
  • Farmacologische therapie 
  • Psychotherapie
  • Electroconvulsietherapie (ECT)
  • Zorg op afstand

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

5.1.1 Kenmerken, symptomen en verschijnselen
Bij een psychotische stoornis heeft de patiënt altijd 1 of meer psychotische symptomen (symptoomgroep 1) en daarnaast kan sprake zijn van symptomen uit 3 andere symptoomclusters:
psychotische symptomen - wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak, gedesorganiseerd gedrag of catatonie;
negatieve symptomen - spraakarmoede, motivatieproblemen, initiatiefverlies, vervlakking van het gevoelsleven;
cognitieve symptomen - onder andere stoornissen in informatieverwerking, concentratie, (werk)geheugen, planning en probleemoplossend vermogen;
affectieve symptomen - angst, somberheid, manie.
Niet iedereen met een psychotische stoornis heeft al deze symptomen, ze komen in elke combinatie voor. Psychotische en affectieve symptomen reageren meestal goed op behandeling en wijken relatief snel, negatieve en cognitieve symptomen zijn moeilijker te beïnvloeden. Daarnaast verschillen herstel van symptomen en de gevoeligheid voor het opnieuw krijgen van een psychose per persoon. Dit is afhankelijk van genetische aanleg, sociale omstandigheden, levensgebeurtenissen, hoe iemand omgaat met stress en draagkracht en draaglast in balans weet te brengen.
Niet altijd vinden patiënten met een psychose dat zij behandeling nodig hebben, soms zelfs niet als zij ernstig lijden onder hun klachten, gevaar lopen en sociaal-maatschappelijk ten onder dreigen te gaan. Dit kan leiden tot langdurig mijden van behandeling, waardoor soms (ambulante) bemoeizorg nodig is of er verplichte zorg moet worden ingezet. Gebruik van tabak, alcohol en cannabis en in mindere mate van andere psychoactieve middelen, komt veel voor bij patiënten met een psychotische stoornis, o.a. als ‘zelfmedicatie’ om rustig te worden of juist energieker.

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Definitie
  • Iemand is het normale contact met de realiteit kwijt
  • Ernstige verstoring van informatieverwerking
  • Samenhang tussen gedachten, gevoelens en verlangens gaat verloren
  • Binnen en buitenwereld lopen in elkaar over, men verkiest de grip

  • Dit heeft ingrijpende gevolgen voor persoon en omgeving


Op de volgende dia wordt dit uitgelegd in een filmpje






Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschijnselen
  • Hallucinaties


  • Zintuigelijke prikkels waarnemen die er niet zijn


  • Wanen


  • Ideeën en overtuigingen die niet in overeenstemming zijn met die van anderen die op dat betrokken zijn


  • Verwardheid


  • Desorganisatie van het denken, denken gaat te langzaam, te snel of chaotisch. Moeite met begrijpen en concentratie


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere verschijnselen
  • Onverklaarbare verandering in sociaal functioneren met bijvoorbeeld terugtrekking uit sociale leven


Veranderingen in persoonlijkheid, die nog niet als psychotisch kunnen worden aangemerkt, zoals:
  • achterdocht
  • vreemde ideeën
  • snel geïrriteerd zijn
  • twijfels over geloof en zingeving
  • het gevoel dat er “iets” staat te gebeuren

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling psychosen
  • Antipsychotica onderdrukken wanen en hallucinaties
  • Voldoende rust nemen en stress vermijden
  • Psycho-educatie
  • Cognitieve gedragstherapie (coping aanleren)
  • Systeem betrekken bij behandeling
  • (Kortdurende)opname in psychiatrisch ziekenhuis
  • Praktische ondersteuning in dagelijks leven

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan psychosen
  • Vaak in de adolescentie of vroeg volwassenheid
In samenhang met psychiatrisch ziektebeeld


  • Langdurige/ernstige stress
  • Traumatische gebeurtenissen
  • Infecties in de baarmoeder, trauma’s rond geboorte
  • Psychose = erfelijke genetische factoren én persoonlijke omstandigheden



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende vormen
  • Bij schizofrenie
  • Bij bipolaire stoornis
  • Door drugsgebruik
  • Kortdurende, reactieve psychotische stoornissen (bijv. na een bevalling)
  • Door somatische aandoening (bijv. MS of hersentumor)
  • Folie à Deux (gedeelde psychotische stoornis)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wist je dat...
  • Ieder jaar krijgt een à twee op de tienduizend Nederlanders voor het eerst een psychose.

  • De eerste psychose treedt meestal op tussen het 16de en 25de levensjaar.

  • Mannen krijgen vaker (en op jongere leeftijd) last van een psychose dan vrouwen.

  • Als iemand een psychose heeft doorgemaakt, is de kans om nog eens een psychose te krijgen erg groot. Zonder een goede behandeling is die 85 procent



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
  •  begrip; Maar vertel haar ook dat jij zelf niet ziet wat zij ziet en niet hoort wat zij hoort. 
  • Ga niet in discussie.
  • Blijf rustig en stel gerust. 
  • Soms helpt het om mee te gaan in de belevingswereld 
  • Luister goed naar wat wordt beschrijven. Is er wellicht sprake van een taalprobleem? 
  • Probeer  af te leiden met een spelletje of een gesprek over iets vrolijks.
  • Probeer geen achterdocht te wekken (niet fluisteren) en neem wantrouwen weg.
  • Zorg voor goed licht in huis. Schaduwen en donkere plekken verhogen de kans op een onjuiste inschatting of beoordelingsfout.
  • Houd in de gaten of het gehoor en gezichtsvermogen achteruitgaan. 









Slide 30 - Tekstslide

Als je vermoedt dat je naaste hallucinaties heeft, laat dan blijken dat je haar begrijpt en met haar meevoelt. Maar vertel haar ook dat jij zelf niet ziet wat zij ziet en niet hoort wat zij hoort. Ga niet in discussie.
Blijf rustig en stel je naaste gerust. Houd bijvoorbeeld haar hand vast, draai rustgevende muziek of maak een warm bad klaar.
Soms helpt het om mee te gaan in de belevingswereld van je naaste. Als je naaste naar haar ouders wil, leid haar dan. Vraag haar bijvoorbeeld of ze wat wil vertellen over haar ouders.
Luister goed naar wat je naaste beschrijft. Is er wellicht sprake van een taalprobleem? Misschien bedoelt ze regen als ze zegt: ‘Kijk eens hoe het buiten saust.’
Probeer je naaste af te leiden met een spelletje of een gesprek over iets vrolijks.
Probeer geen achterdocht te wekken (niet fluisteren) en neem wantrouwen weg.
Koop dingen zoals een leesbril, tandenborstel en pennen dubbel. Dat stelt gerust als je naaste denkt dat ze zijn gestolen.
Leg (financiële) afspraken op papier vast, dat voorkomt discussies en wantrouwen.
Zorg voor goed licht in huis. Schaduwen en donkere plekken verhogen de kans op een onjuiste inschatting of beoordelingsfout.
Houd in de gaten of het gehoor en gezichtsvermogen van je naaste achteruitgaan. Zorg dat het gehoorapparaat goed werkt. Praat met je naaste. Als ze een echte stem hoort, hoort ze waarschijnlijk geen stemmen die er niet zijn.

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hypochondrie
= Ziekte-angst 
- Je bent vooral bezorgd over het hebben of krijgen van een ernstige ziekte. 
- Belangrijk hier is dus dat er geen lichamelijke klachten aanwezig zijn, of 
   alleen in lichte mate. 
- Daarnaast controleert iemand zichzelf heel vaak op het voorkomen van 
   tekenen van ziekte op het lichaam en vermijdt iemand bijvoorbeeld 
   ziekenhuizen of doktersafspraken.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken hypochondrie
- Niet één duidelijke oorzaak. 
     - Erfelijkheid speelt hierin mogelijk een rol. 
     - De omgeving waarin je bent opgegroeid 
     - Eerdere ervaringen met ziekten 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypochondrie symptomen
- last hebben van pijntjes of jeuk. 

- hartkloppingen, transpireren, koude rillingen, duizeligheid, beven;
- benauwdheid, een vervelend gevoel op de borst;
- tintelingen of een doof gevoel in handen en/of voeten;
- droge mond, misselijkheid, maagklachten, braken of diarree;
- hoofdpijn, rood worden, flauwvallen;
- het gevoel niet meer te weten wie of waar je bent;
- het gevoel dat je de controle over jezelf verliest, gek wordt of doodgaat.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van hypochondrie
- Hypochondrie kan een leven erg beïnvloeden. 
- Het kost veel energie om continu bezig te zijn met pijntjes en te piekeren over gezondheid. 
- Doordat hij steeds maar een ziekte wilt uitsluiten kan het zijn dat ze vaak een afspraak bij de 
   dokter maakt, of veel tijd besteedt aan het zoeken naar symptomen en het checken van hun
   lichaam. Een doktersbezoek stelt misschien tijdelijk gerust maar het duurt vaak niet lang 
   voordat de angst weer terug is.

- Het kan ook zijn dat relaties, werk en dagelijks functioneren hieronder gaan lijden. 
- Het komt bij hypochondrie soms ook voor dat ziekenhuisbezoeken en afspraken bij de 
   huisarts  juist worden vermeden. Hierdoor kun hij juist te maken krijgen met 
   gezondheidsproblemen; dat waar hij zo bang voor is.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
Hypochondrie is goed te behandelen. 
- Dat begint al met het begrijpen van de klacht en uitleg te krijgen over wat er aan de hand is. 
- Met een psycholoog tot inzicht komen welke zorgen en gedachten precies beangstigen. 
- Samen met de cliënt aan de slag om deze te vervangen door vaak realistischere, minder 
   beangstigende gedachten. Met de juiste begeleiding kun je dit heel goed iemand aanleren.

- Het is goed om te weten dat hypochondrie een angststoornis is. 
- Het uitsluiten van ziektes door artsen heeft vaak weinig effect. 
- Veel mensen met hypochondrie vertrouwen de uitslagen van dergelijke onderzoeken niet, of 
    voelen zich maar tijdelijk beter. 
- Cognitieve gedragstherapie bij een psycholoog is vaak wel erg effectief, ook op de lange 
   termijn.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afbouwen antipsychotica

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies