Wat is de verdeling van ionen binnen en buiten de cel voordat een impuls plaats heeft gevonden?
A
Veel kalium buiten de cel en veel natrium binnen de cel
B
Veel natrium buiten de cel en veel kalium binnen de cel
C
Veel natrium en kalium buiten de cel en veel negatieve ionen binnen de cel
D
Veel natrium en kalium binnen de cel en veel negatieve ionen buiten de cel
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de verdeling van ionen nadat een impuls net heeft plaatsgevonden?
A
Veel natrium binnen de cel en veel kalium buiten de cel
B
Veel kalium in de cel en veel natrium buiten de cel
C
Veel kalium en natrium binnen de cel
D
Veel natrium en kalium buiten de cel
Slide 22 - Quizvraag
Impulssterkte en impulsfrequentie
Of een impuls wordt doorgegeven of niet is afhankelijk van de PRIKKELsterkte en frequentie
Bij een zwakke prikkel wordt de -50 mV drempelwaarde niet behaald en blijven de meeste ionkanalen dicht. De impuls wordt dus niet doorgegeven
Hoe grootte van het verschil in membraanpotentiaal is de impulssterkte. DIT IS ALTIJD HETZELFDE. OF ER NOU EEN HARD GELUID IS OF EEN ZACHT GELUID. DIT IS HETZELFDE!!
Het aantal impulsen achter elkaar is de impulsfrequentie
Slide 23 - Tekstslide
Impulsfrequentie
Je lichaam vertaalt prikkels naar impulsen. Hoe sterker de prikkel is hoe meer impulsen er worden gegenereerd
Bijvoorbeeld: Een heel hard geluid = heel veel impulsen per seconde. Een zacht geluid = een paar impulsen per sconde
Slide 24 - Tekstslide
Impuls geleiding over gehele zenuwcel
Impulsen worden geleid door het opengaan van ionkanalen
Ionkanalen reageren op de elektrische lading
Als op plaats P de ionkanalen opengaan ontstaat er een impuls
Het opengaan zorgt voor een verandering in elektrische lading op plaats Q
Hierdoor gaan op plaats Q de ionkanalen open
Op deze manier wordt een impuls stapsgewijs doorgegeven over het hele axon
Slide 25 - Tekstslide
Het nut van een myelineschede
Stapsgewijze impulsgeleiding is echter best wel traag
Myelineschedes (cellen van Schwann) zorgen ervoor dat een impuls sprongsgewijs kan worden doorgegeven
Hierdoor wordt de impulsgeleiding veel sneller (50x zo snel)
Slide 26 - Tekstslide
In welke situatie is de prikkelsterkte het grootst?
A
Een meisje loopt langs en je ruikt vaag de geur van haar parfum
B
Je loopt langs de bakker en ruikt sterk de geur van versgebakken broodjes
C
De prikkelsterkte is bij
voorbeeld A en B gelijk
Slide 27 - Quizvraag
In welke situatie is de impulssterkte het grootst?
A
Een meisje loopt langs en je ruikt vaag de geur van haar parfum
B
Je loopt langs de bakker en ruikt sterk de geur van versgebakken broodjes
C
De impulssterkte is bij
voorbeeld A en B gelijk
Slide 28 - Quizvraag
In welke situatie is de impulsfrequentie het grootst?
A
Een meisje loopt langs en je ruikt vaag de geur van haar parfum
B
Je loopt langs de bakker en ruikt sterk de geur van versgebakken broodjes
C
De impulsfrequentie is bij
voorbeeld A en B gelijk