Herhalingsles grammatica woordsoorten

Herhalingsles grammatica woordsoorten

Wat moet je kunnen voor de toets? 

Ik kan het zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, voorzetsel en bijwoord herkennen en gebruiken.

Welke woordsoort heeft dit woord?
dam

1. Zelfstandig naamwoord
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Werkwoord
4. Bijwoord

Welke woordsoort heeft dit woord?
dinsdag

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
drank

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
gemaakt

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
ijzeren

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
Jitske

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
juffrouw

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
mooi

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. wekrwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
nimmer

1. ZN
2. BN
3. WW
4. BW

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?

1. op
2. onder
3. overheen

Waarom hoort overheen niet in het rijtje van net?

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?

1. hebben
2. laten
3. bouwen

Waarom hoort bouwen niet in het rijtje?

Welke woordsoort is dit woord?
overal

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit?
rood

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
schaak

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
snel

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
soortgelijk

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
strikken

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
Waar

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit woord?
werken

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is dit?
Wisselen

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Welke woordsoort is het onderstreepte woord?

Denk je dat je telefoongebruik wel wat minder zou kunnen? --> tweede je

1. zn
2. blw
3. pers. vnw
4. bez. vnw

Welke woordsoort is het onderstreepte woord?

Probeer wat bewuster met je telefoon om te gaan. --> probeer

1. olw
2. bn
3. zww
4. hww

Welke woordsoort is het onderstreepte woord?

Je wordt er waarschijnlijk eerst chagrijnig van. --> chagrijnig

1. bn
2. vz
3. bw
4. zn

Welke woordsoort is het onderstreepte woord?

Zo niet, vraag dan hulp aan je ouders of de vertrouwenspersoon op school. --> niet

1. blw
2. olw
3. bn
4. bw

Welke woordsoort is het onderstreepte woord?

Even een kleine pauze kan al snel leiden tot een half uurtje scrollen door sociale media. --> een

1. zww
2. hww
3. blw
4. olw

Welke woordsoort is het onderstreepte woord?

Veel bedrijven zorgen ervoor dat jij verslaafd raakt aan je telefoon. --> aan

1. pers. vnw
2. bez. vnw
3. vz
4. bw