les 2 - anders eten

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht Periode 2#
  • Thema: eetcultuur, -wensen en bakkerij
  • Benodigde lesmaterialen: powerpoint, werkboek, receptenboek
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
eetcultuur
anders eten
religieuze voorschrift deel 
religieuze voorschrift deel 
religieuze voorschrift deel 
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10
bakkerij - grond- hulpstoffen
bakkerij - wrijf- en roerdeeg
bakkerij - beslag  afwerken/ decoreren
bakkerij - machines en gereedschap
inhaalles

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .
wat waren voedingsstoffen?

Slide 6 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

      Leerdoelen
  1. R kan uitleggen wat een vegetariër en veganist is
  2. T1 kan 3 redenen benoemen waarom iemand vegetarisch wordt
  3. T2 uitleggen waarom iemand biologisch wilt eten
  4. I leg uit waarom jij geen vegetariër wilt worden


Slide 7 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Instructie
Vegetarisch

Redenen om vegetarisch te eten:
  • Bezwaar tegen dat dieren worden gedood.
  • zielig hoe dieren in hokjes zitten
  • Vanwege je gezondheid.
  • Grondstoffen worden verspild.

Slide 8 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeelden

Slide 9 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Instructie
Biologisch = betere manier voor planeet om voedsel te maken, waarbij we lief zijn voor grond en dier
  • beter voor het milieu
  • wordt meer soorten planten gebruikt
  • geen chemische middelen
  • dieren grotere hokken of loopruimte

Slide 10 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
Biologisch is duurder, doordat:
  • Productiekosten hoger zijn
  • De dieren hebben meer ruimte
  • Onkruid wieden gaat met de hand
  • Controle op EKO-keurmerk kost tijd

Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

een vegetariër eet:
A
geen vlees, wel vis, ei en melk
B
geen vis, wel vlees, ei en melk
C
geen ei en melk, wel vlees en vis
D
geen vlees en vis, ei en melk

Slide 12 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

een veganist eet:
A
geen vlees, wel vis, ei en melk
B
geen vis, wel vlees, ei en melk
C
geen ei en melk, vlees en vis
D
geen vlees en vis, wel ei en melk

Slide 13 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Aan de slag
macaroni met tomaat en vega gehakt

Slide 14 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Instructie
start van de les: 
- spullen onder werkbank
- jas en haarnetje aan
- handen wassen
- werkbank schoon 


klaar? recept gaan lezen

Slide 15 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
De volgende slides staat stap voor stap wat je moet doen om het gerecht te maken. 
stap 1: kijk goed naar het plaatje
stap 2: lees de tekst

Deze stappen staan ook op je receptblad geschreven

Slide 16 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Stap 1
vul de steelpan halfvol met water. Doe 1 thl zout erin. 
doe 1 el olie in de pan. 
zet aan de kook (100C)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2
doe de macaroni in kokend water
8-10 min

kook dit beetgaar

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3
giet de pasta af. 


laat dit uitlekken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

praktijkopdracht
  1. snij de ui verticaal door
  2. schil de ui, laat wortels zitten.
  3. snij verticaal in
  4. snij horizontaal in
  5. snij nu van boven naar beneden blokjes

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4 
pel de ui. 

snipper de ui

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 5
die 2 eetlepel olie in de pan. 

Doe het gehakt in de pan

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 6
bak het gehakt los in de pan (rullen)

roer dit met de spatel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 7
doe het ui en peper/zout in de pan. 

bak het gaar

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 8
doe de tomatenpuree erbij. 
Bak dit voor 2 min

blijf roeren

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 9
doe de macaroni erbij

roer alles door. 

bak voor 2 min

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 10
doe de macaroni op het bord. 

houd de rand schoon

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bij een ui snipperen snij je hem verticaal door. Welke ui is goed gesneden?
A
B

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
afwassen:
  1.  eten weg
  2. voorspoelen
  3. afwassen
  4. naspoelen 
  5. drogen

Slide 29 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

taken einde van de les
  • vloer vegen                 evt dweilen
  • kruidenkar
  • oven schoonmaken
  • afweegwerkbank
  • afdekken + stickeren
  • werkbank controle

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb mijn taak:
A
goed uitgevoerd
B
niet uitgevoerd
C
half uitgevoerd
D
ik heb geen taak gekregen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
open je ppt. -->     maak slide 3,   jouw land/cultuur
  • Waar kom je vandaan?
  • Hoeveel mensen wonen er?
  • Welke taal spreken ze er?
  • plak 2 plaatjes van jouw land


niet klaar in de les? huiswerkopdracht
timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 33 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

    Begrippen uit deze les
  • veganistisch: eet alleen planten, geen vlees, vis, ei of melkproduct
  • vegetarisch: Geen vlees en vis, wel ei en melkproduct
  • biologisch:  betere manier voor planeet om voedsel te maken, waarbij we lief zijn voor grond en dier

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
doelen: 
  • kan uitleggen wat een vegetariër en veganist is
  • kan 3 redenen benoemen waarom iemand vegetarisch wordt
  • uitleggen waarom iemand biologisch wilt eten

volgende week: jodendom en islam

gedrag: 

Slide 35 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Exit ticket

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies