mbo 2 hoofdstuk 5 - 3 je rekenmachine

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les
  • kan je op een rekenmachine rekenen met kommagetallen.
  • begrijp je hoe je van tevoren een schatting kan maken van het antwoord zodat je daarmee het antwoord kunt controleren.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 13 - Open vraag

Als je de komma moet plaatsen, dan kan eerst uitrekenen hoeveel het ongeveer samen is:
760 + 5 + 460 = 1225
Je weet nu dat je de komma tussen de 9 en 7 moet plaatsen: 1 229,786


A
2,5
B
25
C
15
D
150

Slide 14 - Quizvraag

Je kunt het antwoord schatten:
750 ÷ 30 = 75 ÷ 3 = 25