Sport Lo Quiz



Sport Quiz


KOPPEL ALVAST JE TELEFOON (TWEEDE DEVICE) MET ONDERSTAANDE CODE 
VIA WWW.LESSONUP.APP OF VIA DE APP LESSONUP
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 7 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les



Sport Quiz


KOPPEL ALVAST JE TELEFOON (TWEEDE DEVICE) MET ONDERSTAANDE CODE 
VIA WWW.LESSONUP.APP OF VIA DE APP LESSONUP

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Hoe wordt Epke Zonderland ook wel genoemd?
A
De arts
B
De flying dutchman
C
De nuchtere fries
D
De dutchman

Slide 4 - Quizvraag

Met wat voor toernooi won Epke goud?
A
Wereld kampioenschap
B
Europees kampioenschap
C
Olympische spelen
D
Nederlands kampioenschap?

Slide 5 - Quizvraag

In welk jaar waren deze Olympische Spelen?
A
2012
B
2008
C
2016
D
2006

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Wat is de volgorde van het startsignaal?
A
Klaar voor de start en….. AF
B
Gereed maken, op uw plaatsen, klaar, START
C
Gereed maken, op uw plaatsen, klaar, AF
D
Gereed maken, klaar voor de start en…………… START

Slide 8 - Quizvraag

Op het startblok staat het achterste pedaal (achterste been) qua hoogte:
A
Zo laag mogelijk
B
Gelijk met het voorste pedaal
C
2 cm van de grond
D
Zo hoog mogelijk

Slide 9 - Quizvraag

Op welke manier hou je een vortex vast?

A
Alsof je een tennisbal vast hebt
B
Duim en wijsvinger achter, de rest eromheen en pink voor
C
Met 3 vingers
D
Niet

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel stappen mocht je zetten tijdens het werpen?

A
Uit stand of drie-pas
B
Maakt niet uit
C
twee-pas
D
Sprintje

Slide 11 - Quizvraag

Welke van de onderstaande sporten is een individuele sport?
A
100 m sprint (atletiek)
B
wielrennen: De tour de France
C
zwemestafette
D
waterpolo

Slide 12 - Quizvraag

Op welke ondergrond wordt getennist op Wimbledon?
A
Hard court
B
Gravel
C
Gras
D
Smash court

Slide 13 - Quizvraag

Welke sport zie je op de achtergrond?
A
Vortex, hockey, tennis
B
Blind voetbal
C
Goalbal
D
Rinklebal

Slide 14 - Quizvraag

Bij de koprol is het belangrijk om.....
A
Kin op de borst, groot maken, rotatie maken
B
Kin op de borst, groot maken, geen rotatie maken
C
Kin op de borst, klein maken, rotatie maken en op te staan
D
Kin op de borst, klein maken, geen rotataie maken

Slide 15 - Quizvraag

Bij de handstand staan de handen...
A
Dicht bij elkaar
B
Op schouderbreedte
C
Net buiten schouderbreedte
D
Waar je het zelf prettig vindt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen goede aanwijzing voor de handstand?
A
Ellebogen recht
B
Benen recht
C
Trek je navel naar binnen
D
Kin op je borst

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Wat is het verschil tussen een radslag en een arabier?
A
Bij een arabier zet je met 1 voet af, bij een radslag met 2
B
Bij een radslag zet je met 1 voet af, bij een radslag met 2
C
Bij een arabier is de landing met 2 voeten tegelijk, bij de radslag voet voor voet
D
Bij een radslag is de landing met 2 voeten tegelijk, bij de arabier voet voor voet

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Wa
Wat is second dribbel?
A
Dribbelen met 1 hand en afgewisseld met je andere hand
B
Dribbelen met je "verkeerde" hand
C
Dribbelen, stoppen en bal vasthouden, weer starten met dribbelen
D
Dribbelen

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel stappen zet je bij de lay-up? (getal)

Slide 23 - Open vraag

Als je de bal wil schieten op de basket, springt om de bal te gooien maar niet loslaat, dan noemen we dit.......
A
Niet geschoten, altijd mis
B
Persoonlijke fout
C
Lopen
D
Second dribbel

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer zet je een lay-up in?
A
Op het moment dat je ruimte hebt
B
Als de verdediger voor je staat
C
Op het moment dat je medespeler vrij staat
D
Na het geven van een bouncepass

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Wat is het verschil tussen de ShuttleRunTest en de Coopertest?
A
De SRT is binnen, cooper buiten
B
De SRT heeft muziek, cooper niet
C
Bij de SRT word je gestuurd door piepjes, coopertest moet je zelf inschatten
D
De coopertest is langer dan de SRT

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen hockey en ijshockey
A
Hockey is op ijs en ijshockey op het veld
B
Een hockeystick heeft een bolle en platte kant, ijshockey 2 platte kanten
C
Bij ijshockey heb je mannen en vrouwen teams gemixt, bij hockey niet
D
Bij hockey heb je een derde helft. Bij ijshockey heb je een 5e en 6e helft

Slide 28 - Quizvraag

Met hockey
A
Maakt het niet uit welke hand ik boven aan de stick heb
B
Mag je op de stick slaan van de tegenstander
C
Mag de bal tegen je voeten aankomen
D
Al het bovenstaande is niet waar

Slide 29 - Quizvraag

In welke sport gebruik je de termen: Set-up en smash?
A
Hockey
B
Zwemmen
C
Lacrosse
D
Volleybal

Slide 30 - Quizvraag

Waar staat B.O.M. voor?
A
Bewegen op maat
B
Bewegen op manieren
C
Bewegen op muziek
D
Bewegen op de maan

Slide 31 - Quizvraag